Wim de Kam
In 2007 bestaat de vereniging Artishock veertig jaar. Mede met het oog op de viering van dit jubileum is binnen de vereniging een werkgroep opgericht om de geschiedenis van de vereniging te belichten. Naar het resultaat ben ik zeer benieuwd.
In 1985 schreef de journalist van de Soester Courant:
"als de geschiedenis van deze in meer dan één opzicht roemruchte vereniging ooit nog eens onderwerp van serieuze historievorsers wordt, dan krijgen ze een flinke kluif te verwerken. Waarschijnlijk komen ze zelfs voor een onmogelijk opgave te staan.Onder de "oude" Artishockers heerst een kluwen van opvattingen over de ontstaansgeschiedenis"
De journalist schreef dat in het jaar 1985 omdat Artishock toen haar twintig jaar jubileum vierde in een vraaggesprek met een aantal "oude"Artishockers van het eerste uur. Het feit dat in 1985 het twintig jaar jubileum werd gevierd terwijl de vereniging pas in 1967 is opgericht is al tekenend voor de verwarring. Toch is dat nog redelijk te verklaren. Al min of meer vanaf 1965 werden 'kunstzinnige avonden' georganiseerd door Willem Jan v.d. Wetering (nu werkzaam bij andromeda uitgeverij; zie www.andromeda-uitgeverij.nl). Dat gebeurde meestal in galerie Soestdijk een tot studio omgebouwde paardestal aan de Koninginnelaan.
Het idee om een kunstenaarsvereniging op te richten ontstond in café 'De Gouden Ploeg', dat door diverse kunstenaars regelmatig werd bezocht. De eigenaar van het caféRiesStalenhoef was bereid een achterzaaltje van het café (de blauwe kamer) beschikbaar te stellen voor allerlei culturele activiteiten.
Tot de oprichters van Artishock behoorden behalve de genoemde Willem Jan v.d. Wetering in ieder geval diverse leden van de familie Prinsen, waaronder de vorig jaar overleden kunstenaar Otto Prinsen, diverse leden van de familie Joosten en niet te vergeten Jan Visser, van wie wel werd opgemerkt dat hij Arti Meshocke was en die ook optrad als eerste voorzitter van de vereniging. Ongetwijfeld zijn er meer mensen van het eerste uur die het vermelden waard zouden zijn maar bij gebrek aan gegevens daaromtrent kunnen die nu niet worden genoemd.
De naam van de vereniging is gebaseerd op een suggestie van Julia van Schaik, één van de eerste bestuursleden. Het moest iets te maken hebben met kunst (arti) maar ook met de schok die ontstond in de sfeer van confrontatietussen de gevestigde orde en de vrije kunstenaar. Voor het tijdsbeeld is van belang dat de provo's volop in de belangstelling stonden.
Na een periode waarin het met het verenigingsleven in de samenleving (tweede helft van de jaren vijftig en eerste helft van de jaren zestig) bergafwaarts ging onder invloed van de opkomst van de televisie, vertoonde deze in 1967 opgerichte vereniging een opmerkelijke bloei. Ze was dan ook super-actief al ging dat wel eens gepaard met chaos en problemen omdat het maken en in acht nemen van regels en administratieve ordening, waaraan geen enkele club kan ontkomen, nu bepaald niet de sterkste kanten waren van deze vereniging. Creativiteit en vernieuwing stonden voorop! Tal van bekende artiesten en kunstenaars werden naar Soest gehaald en ook in en door eigen kring werd een veelheid van activiteiten ondernomen. Een probleem was o.a. het vinden van een geschikte ruimte voor de veelheid van activiteiten want met hoeveel romantische nostalgie ook teruggeblikt kan worden op de sociëteitsruimte in de blauwe kamer van de Gouden Ploeg, voor tal van activiteiten was meer en andere ruimte nodig. Nadat de galerie Soestdijk op de Koninginnelaan door geldgebrek moest ophouden te bestaan werd onderdak gevonden in de oude v.d. Huchtschool aan de Molenstraat. Dat was echter maar tijdelijk want op de plaats van die school zou de nieuwe bibliotheek worden gebouwd die inmiddels ook weer is afgebroken ten behoeve van woningbouw. Ook werd tijdelijk onderdak genoten in een lokaal van een inmiddels ook afgebroken schoolgebouw aan de Middelwijkstraat.
In 1969 werd ruimte betrokken in het Stiozefgebouw aan de Steenhoffstraat, in een deel waarvan de vereniging nu nog is gehuisvest. Overigens was al eerder in de jaren zestig ruimte in dit destijds in verval zijnde gebouw door een aantal kunstenaars gekraakt.
De actieve vereniging kreeg al snel lof toegezwaaid van de kant van de autoriteiten. In een artikel 'De Burgemeester vertelt' in de Soester Courant van 4-8-1967 liet de toenmalige burgemeester baron Bentinck zich lovend uit over de activiteiten van de vereniging.
Toch was het bepaald niet altijd pais en vree met de autoriteiten en was er menigmaal een botsing en ontleende Artishock zelf een deel van haar karakter en imago aan het zich afzetten tegen de autoriteiten. Tegelijkertijd voerde men een strijd om erkenning te krijgen van het gemeentebestuur en dat niet alleen door waarderende woorden maar vooral door het verkrijgen van subsidie. De vereniging stelde zichzelf ook politiek op en wel aan de linkerkant van het spectrum. Een aantal vooraanstaande leden van de vereniging ging zelf een actieve rol spelen in de politiek. Zo werd Ben Joosten, één van de vele voorzitters van de vereniging en zelf een beeldend kunstenaar, leider van de D'66 fractie en Jan Visser werd aanvoerder van Progressief Soest.
Verder was de vereniging zeer actief in het voeren van actie. Dat was aanvankelijk met name actie tegen de geplande weg over de Eng maar kwam later tot een hoogtepunt met de actie tegen de Centrumplannen op de Zuidelijke Eng en de geplande aanleg van een Centrumweg. Door de toenmalige aanvoerster van de VVD-fractie, mevr. Korthuis, werden sommige acties als 'hysterisch' aangemerkt. De vereniging zette zich soms flink af tegen bestaande instellingen en activiteiten. Zo moest o.a. de VVV het ontgelden en de organisatoren van de tweejaarlijkse winkelbeurs. De vereniging liet zien dat ze zelf bepaalde zaken goed kon organiseren zoals de kunstmarkt.
De vereniging was de bakermat van allerlei activiteiten die later zijn verzelfstandigd. Zo zijn Spullenhulp, de Kinderboerderij, de Soester Orkest Vereniging, de Wereldwinkel en een afdeling van Amnesty International min of meer vanuit Artishock ontstaan.
De vereniging zorgde zelf voor veel publiciteit. Uitgebreid gaven de plaatselijk verschijnende kranten ook verslag van de bezoeken die de toenmalige prinses Beatrix bracht aan verschillende exposities die in Artishock waren georganiseerd.
Het verenigingsbestaan is behalve door hoogtepunten ook gekenmerkt door dieptepunten en crisissen.
Na een statutenwijziging in 1969 werd de vereniging opengesteld voor iedereen en werd het stelsel van ballotage van kunstenaars verlaten. Op zich begrijpelijk in het licht van de democratisering waar de vereniging voor ijverde, maar tegelijkertijd ontstonden na enige tijd vragen over de bewaking van de kwaliteit en een bezinning op de doelstellingen. Kwamen de kunstenaars zelf nog wel voldoende aan hun trekken, waarvoor de vereniging toch in eerste instantie was bedoeld?
Een ander aspect was de professionalisering van het cursuswerk en daarmee ook van de leiding van de vereniging. Er ontstonden spanningen tussen de professionele leiding en de vrijwilligers. Dat leidde er uiteindelijk toe dat de cursusactiviteiten werden ondergebracht in een stichting die ook de naam Artishock droeg (1980). De totstandkoming van deze stichting was hoewel onontkoombaar bepaald niet onomstreden binnen de gelederen van de vereniging.
De crisis werd verdiept toen het gemeentebestuur voorstelde Artishock te verhuizen naar De Borg dit mede met het oog op de voorgenomen verkoop van het St. Jozefgebouw waarin de gemeente niet verder wilde investeren.
De vereniging Artishock was fel tegen die verhuizing, terwijl de stichting Artishock er wel oren naar had onder bepaalde voorwaarden. Na een felle 'woordenstrijd' wist de vereniging uiteindelijk te voorkomen dat ze moest meeverhuizen.
De scheiding had echter wel tot gevolg dat in 1986 de activiteiten binnen Artishock op een laag pitje kwamen te staan. Na nog enkele jaren onzekerheid kon de vereniging uiteindelijk met de nieuwe eigenaar van het gebouw overeenstemming bereiken over de huur van de ruimte binnen het St.Jozefgebouw.
In de jaren negentig is de vereniging in rustiger vaarwater terecht gekomen. Van politieke actie is geen sprake meer en ook het provocerende en linkse karakter ervan is verdwenen. In zeker opzicht is de vereniging aan te merken als een normale burgerlijke vereniging. Dat past ook bij het huidige tijdsbeeld dat niet te vergelijken valt met de jaren zestig, ook al is er in historisch perspectief wat af te dingen op het 'progressieve karakter' daarvan zoals dat in de herinnering van hen die de jaren hebben meegemaakt werd beleefd. Nog steeds echter is ondanks de wijziging van het karakter en de bescheidener pretenties sprake van een bloeiende vereniging, die haar leden en het cultuurminnend publiek in Soest het nodige biedt. In ieder geval mag Soest ondanks de terechte kritiek die er geweest is op minder fraaie aspecten van de vereniging die er ook geweest zijn, dankbaar zijn voor wat deze vereniging Soest gedurende bijna veertig jaar heeft geboden.
Eén activiteiten van Artishock waaraan hiervoor niet is gerefereerd wil ik tot slot nog even noemd: het filmhuis. In het gemeente-archief is een vrij recent werkstuk aanwezig waarin de geschiedenis van het tonen van films in Soest is belicht. Bij een andere gelegenheid zal in dit blad daaraan nog aandacht worden gegeven.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.