Hans Kruiswijk
Vrijdag 19 mei werd bij de opening van de expositie "Logies in Soest: hotels en pensions in Soest in de vorige eeuw" de gerestaureerde, aardewerk herdenkingsschaal 1813-1913 officieel teruggebracht in Museum Oud Soest. De door de bekende Utrechtse firma Mobach gemaakte schaal is dankzij bemiddeling van ons lid, de heer J.J. Meerts, gerestaureerd en geconserveerd door Margot van Os uit Hilversum. De prachtige schaal, die werd gevonden op de zolder van Museum Oud Soest, toont hoe de Nederlandse leeuw onvervaard de Franse adelaar verjaagt.
100 jaar bevrijding van het Franse juk is in Soest niet ongemerkt voorbij gegaan. Op 5, 6 en 7 augustus 1913 werden door "Soest-Vooruit", Vereniging tot Bevordering van het Vreemdelingenverkeer in Soest Onafhankelijkheidsfeesten georganiseerd. Er was een feestcomité dat zich op 7 juli 1913 in een pamflet richtte tot alle inwoners. De opstellers schrijven: "Nu alle voorbereidingen zijn getroffen, alsmede de begrooting van onkosten is vastgesteld, komt het Comité thans tot de Gemeentenaren met het verzoek haar ten deze finantieel te willen steunen."
De uitgaven worden geschat op plus minus fl. 2300, inclusief de feestuitdelingaan de behoeftige ouden van dagen. Deze kosten zijn gedekt als door de inwoners `gezamentlijk' voor een bedrag van fl. 500 wordt ingetekend. Naast deze bijdrage vraagt het Comité de Soesders in te schrijven op een garantiefonds dat eveneens fl. 500 moet bedragen. Dit geld is bedoeld om bij tegenvallende inkomsten van een te houden tentoonstelling niet in de problemen te geraken: "Alleen wanneer bij onvoorziene tegenslag de tentoonstelling een tekort zou opleveren, hetwelk niet uit de feestmiddelen kan worden gedekt, zullen de inschrijversponds gewijze naar het bedrag hunner inschrijvingen betalen." Een eeuw later was de Franse overheersing kennelijk nog niet vergeten.
Bezetting
Op zondag 18 januari 1795 neemt een Scheveningse visser in een donkere winternacht stadhouder Willem V op zijn schouder en draagt hem naar zijn boot. Een kleine vloot vertrekt richting Engeland, terwijl het eerste detachement Franse soldaten Den Haag binnentrekt. Het begin van de Franse bezetting. De Zeven Verenigde Nederlanden namen een nieuwe naam aan: De Bataafse Republiek. Ons land werd daarmee van 1795 tot 1810 als vazalstaat ondergeschikt aan Frankrijk. De jongere broer van Napoleon, Louis werd koning van Holland. Hij deed zijn best om een goede koning te zijn, leerde Nederlands en stelde zich soepel op. Napoleon Bonaparte was daar niet over te spreken en toen de Engelsen in de zomer van 1809 op Walcheren landden lijfde Napoleon Bonaparte in 1810 de Noordelijke Nederlanden in bij zijn Keizerrijk. Dat duurde tot de opstand van 1813, toen de Fransen uiteindelijk het hazenpad kozen.
Opvallend genoeg heeft die bezetting de grondslag gelegd voor een nieuwe inrichting van de samenleving: de wetgeving werd gewijzigd, de macht van de adel en welgestelde families brokkelde af, de belastingen werden herzien en uitgebreid, het kadaster werd opgericht, er kwam een vorm van dienstplicht, kerk en staat werden officieel van elkaar gescheiden en in het bevolkingsregister kregen alle Nederlanders een eigen achternaam met een duidelijk adres.
Tot in de invoering van de burgerlijke stand werd iedereen bij zijn voornaam genoemd en werd de naam van de vader of moeder als achtervoegsel gebruikt, bijvoorbeeld: Dirck Willemszoon. Iedereen moest een eigen achternaam kiezen. Degenen die het niet serieus namen maakten er een grap van: Poepjes, Niemandsverdriet, Naaktgeboren en protestnamen, zoals Vrijman en Zondervan. Toen koning Willem I later de nieuwe burgerlijke stand overnam, zaten die mensen vast aan een wel heel bijzondere achternaam!
Ook in oude akten is de Franse invloed herkenbaar: woorden als compareren (verschijnen) en decideeren (besluiten) zijn rechtstreeks ontleend aan de taal van de bezetter.
In Soest werd op 1 januari 1812 het eerste gemeentebestuur benoemd. Het bestond uit een maire (burgemeester), een adjunct-maire (wethouder) en tien municipale raden (leden van de gemeenteraad). De Franse overheersers vervingen de provincies door departementen, die net als in Frankrijk de namen kregen van rivieren en andere geografische aanduidingen. Soest viel onder het arrondissement van Amersfoort, dat weer deel uitmaakte van het departement van de Zuiderzee. In het arrondissement Amersfoort werd A.C. Snoukaert van Schauburg onderprefect. Van die familie vinden we in de Oude Kerk nog een rouwbord! De bevolking begon in de loop der jaren steeds meer te morren vanwege de maatregelen van de Fransen.
Het meest ingrijpend was de conscriptie, de plicht om in het leger van de keizer te dienen. In maart 1811 vonden in Utrecht de eerste rellen plaats.In de herfst van datzelfde jaar bezocht Napoleon de Hollandse departementen en deed daarbij ook de arrondissementen Amersfoort en Utrecht aan. De bevolking van Soest kreeg niet alleen te maken met de keizerlijke dienstplicht. Belastingen, inkwartieringen en het vorderen van paarden riepen weerstand op. Het in beslag nemen van de paarden had grote gevolgen voor de boerenbevolking. Er werden lijsten opgesteld, waarop van elk paard een aantal gegevens en kenmerken werd vermeld, zoals het geslacht, de leeftijd, de haarkleur, de grootte en de namen van de boerenknechten die de dieren moesten begeleiden.
Zij waren de `begelijders' of conducteurs. De woede van het volk nam verder toe na de mislukte veldtocht van Napoleon naar Rusland in december 1812, waarbij grote aantallen Nederlanders het leven lieten. Aan het eind van de zomer van 1813 werd de Volkerenslag bij Leipzig de definitieve ommekeer. Het verzet begon in Amsterdam en nam steeds meer in omgang en hevigheid toe. Ondanks intimiderende maatregelen (in Woerden vermoordden de Fransen in november 1813 dertig inwoners!) moesten de Fransen uiteindelijk het veld ruimen. Zondagmorgen 28 november 1813 trokken de bezetters weg uit Amersfoort en Soest. Diezelfde middag verschenen de Kozakken, terwijl overal de oranje vlag uitging. Het bezoek van Pruisische en Russische troepen was ook geen onverdeelde vreugde. De vorderingen bleven evenals het inkopen doen zonder te betalen en de inkwartieringen van soldaten. Op 3 december 1813 klaagde het bestuur van Amersfoort over de bevrijders: "Zij dringen bij particulieren tegen wil en dank het huis in, zoodat al vele daaruit in de nagt hunne vrouwen, die zij wilden aangrijpen, de vlugt hebben moeten nemen." Tenslotte deed Napoleon in april 1814 troonsafstand en was het leed geleden.
De wederopbouw kon beginnen. De prins van Oranje keerde terug en werd ingehuldigd als soeverein vorst Willem I. De bevolking kon opgelucht ademhalen. Dat de ellende van die jaren onder het Franse juk niet vergeten werden, blijkt uit de viering 100 jaar later. Bijna twee eeuwen later herinnert de Mobach schaal aan een roerig verleden, dat de basis vormde van onze democratische samenleving.
Bronnen:
Geschiedenis van de provincie Utrecht vanaf 1780, uitgeverij Spectrum, 1997.
Inventaris van de archieven van de gemeente Soest 1812- 1928 door A.F.M. Reichgelt. Archief gemeente Soest: stulden betreffende requisitiën van manschappen en paarden ten dienste van het leger, 1812-1813, omslag 1036.
Minuten van publicatiën uitgaande van de mairie, omslag 582.
10.000 jaar geschiedenis der Nederlanden door Klaas Jansma en Meindert Schroor, ReboProductions,Lisse, 1991.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.