Wim Peters
Jan van den Dijssel en Neeltje de Beer zijn beiden — kinderloos — overleden en de erfgenamen zijn opgeroepen te besluiten tot het houden van een openbare veiling en verkoop van roerende en onroerende goederen.
Op basis van een extract uit het proces-verbaal van veiling en toewijzing d.d. 30 mei 1845 van een stuk grond op de Eng aan Hendricus Butselaar valt het onderstaande te reconstrueren. Het origineel van het extract is in het bezit van de Historische Vereniging.
Hendricus Butselaar koopt in 1845 op een veiling een stuk bouwland op de Eng.
Er zijn nogal wat handelingen aan vooraf gegaan en juist daarom is het interessant op basis van het extract een beschouwing te geven. Het document is zo uitvoerig dat er weinig aan speculatie wordt overgelaten. Notaris Pen in Baarn heeft er veel werk van gemaakt.
Enkele dagen voor hun huwelijk (op 8 oktober 1810 te Soest) hebben Jan van den Dijssel en Neeltje Hendrikse de Beer door notaris Zeger de Beer duidelijk laten vastleggen dat "tot onderstand van dat huwelijk wordt aangebragt door den bruidegom aan contanten een somma van driehonderd Gulden en door de bruid zoo in contanten als in vaste goederen Drie Duizend Vijfhonderd Gulden." (akte 1 oktober (wijnmaand) 1810).
Jan van den Dijssel 1773 t 1844) en zijn vrouw Neeltje (t 1842) gingen wonen aan de Brink in het Lang End (thans Korte Brinkweg) [1] Zij kregen geen kinderen
In diezelfde huwelijkse voorwaarden — het extract van het aankoopbewijs gebruikt dezelfde woorden — wordt bepaald "dat van deze aan te brengen goederen, alsmede erfenissen en besterfenissen geene gemeenschap zal zijn, doch dat er alleen gemeenschap zal plaats hebben van winst en verlies staande huwelijk te vallen."
Neeltje de Beer was een dochter van Hendrikus Rutgerse de Beer. Uit de nalatenschap van haar vader verkreeg zij onder meer vijf percelen grond in Soest.
Het extract van de akte waarover de Historische Vereniging beschikt, spreekt over "privé eigendom .. van Neeltje Hendrikse de Beer hebbende deze dezelve voor haar huwelijk in eigendom bezeten ... zoals blijkt uit de scheiding van de nalatenschap van wijlen haren vader Hendricus Rutgerse de Beer den vijftienden Januarij Achttienhonderd zeven voor den bovengenoemde notaris Zeger de Beer en getuigen te Soest gepasseerd..."
Het in het huwelijk ingebrachte geld en het onroerend goed bleef dus eigendom van de bruid.
Terzijde: Het ouderlijk gezin van Neeltje woonde aan de Melm en de kinderen zullen bij het overlijden van vader Hendricus de Beer zeker niet onbemiddeld zijn achtergelaten.
(Ten bewijze: Haar broer Zeger verkreeg in 1807 de boerenwoning met omliggende percelen aan de Grote Melm (die hij in 1836 verkocht aan zijn zwager6) en dat was slechts een deel van de erfenis.)
Neeltje koos op 8 september 1819 voor nog meer duidelijkheid. Waarom zij dat deed staat uiteraard niet in deze akte. Wilde zij haar deel persé in de familie de Beer houden? Dat lijkt het meest waarschijnlijk. We weten dat haar man toen 44 jaar was en zij kan hebben overwogen dat hun huwelijk kinderloos zou blijven. Dat was in die tijd vaak het argument.
Haar naaste bloedverwanten benoemde zij op die datum tot haar erfgenamen voor dat gedeelte wat als haar privé eigendom werd aangemerkt. Zij wijst, in het geval zij komt te overlijden, haar broer en drie zusters, respectievelijk de kinderen daarvan aan. 1. haar zuster Jannetje de Beer 2. Pieter Jansen Hilhorst, de zoon van haar zuster Maria Hendrikse de Beer, die getrouwd was met Jan Hilhorst 3. Gerrit, Nelletje en Everdje de Beer, kinderen van haar overleden broer Zeger Hendrikse de Beer (die gehuwd is geweest met Barbara Gerritze Hak) 4. Petronella, Cornelia en Johanna Hendrikse Butselaar, de kinderen van haar overleden zuster Stijntje Hendrikse de Beer, die gehuwd was met Hendrick Butselaar. Elke bloedverwant zou eenvierde part van haar privé-eigendom verkrijgen.
De bruidegom had een veel grotere familie. Hij was een zoon van Dirk (Theodorus Jansz) van den Dijssel en Jannetje Jansen Logt, zoals hiervoor al aangegeven..
Vóór haar huwelijk met Dirk was Jannetje vanaf 1753 tot 1770 getrouwd geweest met Hendrik Jansz. Staal Soest 31.12.1728 - t Soest vóór 1770).
Hendrik en Jannetje kregen vier kinderen, halfbroers en —zusters van Jan t.w. :
1. Theodora (z,Soest 18.5.1754 - t Soest 5.9.1817), die trouwde met Wouter Artsz Hilhorst (:--z Soest 23.1.1746 -1 Soest 17.8.1816)
2. Maria (r-Soest 10.9.1766), die trouwde met Joannes Gerritsz van Dorrestein Soest 20.5.1755)
3. Joannes (Jan) Soest 10.1.1755) , die in het huwelijk trad met Rijkje Wouterse van Logtenstijn Soest 19.10.1758 - t Soest vóór 1847) en
4. Joannes (Hannes) (= Soest 13.10.1787), die trouwde met Hanna Janse Sneij der (z Soest 9.11.1766).
Neeltje de Beer overlijdt in 1842, haar man Jan van den Dijssel in 1844. Zoals gemeld is het gezin kinderloos gebleven. En er zijn nogal wat belanghebbende familieleden.
Zij besluiten de eigendommen door middel van een veiling te verkopen. Alle comparanten waren hetzij vertegenwoordigd hetzij persoonlijk aanwezig bij de ondertekening van de akte waar tot het veilen werd besloten en later de verkoop van de goederen. Welgeteld zesenveertig personen waarvan elf verklaarden niet te kunnen schrijven. Een forse organisatie voor de notaris, temeer daar niet allen in Soest woonden.
De veiling wordt gehouden op 30 mei 1845 in de herberg "de Koophandel" van Anthonie Fokken.[2]
De eerste comparanten zijn de al genoemde naaste bloedverwanten van Neeltje t.w.
haar zuster Jannetje de Beer, weduwe van Gijsbert Jansen Kok, zonder beroep, haar oomzegger Pieter Jansen Hilhorst, landbouwer, (zoon van haar overleden zus Maria en Jan Hilhorst, eveneens overleden)
de kinderen van haar overleden broer Zeger t.w.
Gerrit de Beer, boerenknecht,
Nelletje de Beer, huisvrouw van Jan Fokken, kleedermaker en
Evertje de Beer, dienstmaagd,
allen woonachtig binnen de gemeente van Soest (aldus het extract)
En tenslotte worden de kinderen van haar zus Stijntje, getrouwd met Hendricus Butselaar vertegenwoordigd door CornelisSchnell, notarisklerk: in qualiteit als gevolmachtigde
van Petronella Hendrikse Butselaar, huisvrouw van Pieter Zieltjes, landbouwer,
van Cornelia Hendrikse Butselaar, zonder beroep en
van Johanna Hendrikse Butselaar, huisvrouw van Everardus Franciscus Hoebink, kastelein,
allen wonende op den Berg onder Soest.
(Hendrik Butselaar kocht uiteindelijk een deel van de erfenis en zal daarom een derde de belangen van zijn kinderen hebben willen laten behartigen).
De echtgenoot van Neeltje, Jan van den Dijssel, was de derde zoon uit een gezin van vijf. Niet alleen zijn drie broers (Neeltje zijn zus was op 16-jarige leeftijd — ongehuwd — overleden en Henricus ongeveer 2 1/2 jaar voor Hendrik geboren, heeft maar zeer kort geleefd) c.q. de kinderen ervan, maar ook zijn halfbroers en —zusters of de kinderen daarvan waren verantwoordelijk voor de verdeling van de erfenis en kregen hun deel.
Eerst worden in het extract de kinderen genoemd van zijn in 1844 overleden oudste broer Arie t.w.
Jannetje van den Dijssel, huisvrouw van Pieter Hilhorst, landbouwer, wonende tot Hoogland, Barend van den Dijssel en
Dirk van den Dijssel, van beroep wagenmakers wonende te Soest,
Noch denzelve Barend van de Dijssel in qualiteit als voogd over zijne minderjarige broeders Helmus, Jan en Anthonie van den Dijssel, tot welken post hij is benoemd en aangesteld bij acte den tweeentwintigsten April Achttienhonderd vierenveertig voor den ondergeteekenden notaris in tegenwoordigheid van getuigen te Soest gepasseerd, behoorlijk geregistreerd.
Bij familieraadsbesluit van 16 april 1830, dat bij het toenmalig wedegerecht van het kanton Amersfoort was geregistreerd, was Anthonie Wilhelmusse van Logtestein, landbouwer, wonende te Soest als toeziende voogd over de genoemde minderjarige Helmus, Jan en Anthonie van den Dijssel aangesteld.
(Hun zus Antje geboren in Soest op 1 juni 1829 heeft maar enkele maanden geleefd en stierf op 10 september van datzelfde jaar)
En tenslotte de jongste broer van Jan:
Hendrik van den Dijssel, landbouwer wonende te Soest. (,----. Soest 7.9.1777 - t Soest 22.1.1864 wonende Lang End thans Burgemeester Grothestraat). Hendrik was getrouwd met Jannetje Gijsbertse Schouten. Zij kregen 10 kinderen, waarvan er ten tijde van deze transactie nog vijf in leven waren.
Eerder werd vermeld dat Jan van de Dijssel ook twee halfbroers en twee halfzusters had.
Hun kleinkinderen, kinderen van Johannes Hendriksz Staal en Hanna Janse Snijder t.w.:
Hannes Staal, landbouwer wonende in Zandvoort onder Baarn
Wouter Staal, wagenmaker, wonende te Soest
Nelletje Staal, huisvrouw van Aard Butselaar, van beroep koopman, wonende te Soest
Maria Staal, huisvrouw van Hendrik Beukenboom, landbouwer, wonende te Zandvoort .onder Baarn
Cornelis Staal, landbouwer, mede wonende in Zandvoort onder Baarn
Rijkje Staal en Trijntje Staal, beiden zonder beroep insgelijks wonende in Zandvoort onder Baarn
Peter van den Bremer, landbouwer wonende te Soest in qualiteit als voogd over de minderjarigen Johannes, Jannetje en Antje Staal door wijlen Hendrik Staal bij mede wijle zijne echtgenote Antje van den Bremer in huwelijk verwekt, tot welken post hij is benoemd en aangesteld bij acte den vijfentwintigsten Juli achttienhonderd Vijfenveertig voor den te Baarn geresideerd hebbende notaris Frans Pen in tegenwoordigheid van getuigen te Baarn gepasseerd, behoorlijk geregistreerd
Jan Hilhorst, landbouwer wonende te Soest in qualiteit als vader en van regtswege voogd over zijne minderjarige kinderen door hem bij wijle zijne echtgenote Jannetje Staal in huwelijk verwekt genaamd Dirkje, Rijkje, Antje, Maria, Wouter, Hannes en Hendrik Hilhorst.
De kinderen van Maria Staal, gehuwd met Gerrit Van Oostrom t.w.
Willem van Oostrom, landbouwer, wonende te Soest
Hannis van Oostrom, landbouwer, wonende te Eemnes
Wouter van Oostrom, boerenknecht, wonende te Soest
Rijkje van Oostrom, huisvrouw van Gijsbers Hilhorst, arbeider
Rutger van Oostrom, boerenknecht, wonende te Soest
Geertruij van Oostrom, huisvrouw van Everd Grift, arbeider,
En opnieuw Willem van Oostrom in qualiteit als voogd over zijne nog minderjarige zuster en broeders Stijntje, Jan en Gerrit van Oostrom, tot welke post hij is benoemd en aangesteld bij acte den dertiendeOctober achttienhonderd eenenveertig door deze ondergeteekenden notaris in tegenwoordigheid van getuigen te Soest gepasseerd behoorlijk geregistreerd
En de kinderen van Hannes Staal, getrouwd met Rijkje Wouterse van Logtenstijn.
Hendrik Staal, hoefsmid, wonende te Soest
Jan Staal, hoefsmid wonende te Maartensdijk
Arie Staal, hoefsmid, wonende te Achterveld
Johannes Staal, landbouwer, wonende te Soest
Dirk Staal, Gijs Staal en Cornelis Staal allen van beroep hoefsmeden, mede wonende te Soest
Wouter Staal, van beroep schilder, mede wonende te Soest
Maria Staal, huisvrouw van Jan Petersen Broek, van beroep landbouwer ook te Soest woonachtig,
Jannetje Staal huisvrouw van Lammert Vos, arbeider, insgelijks wonende te Soest.
De kinderen van de halfzuster van Jan, Maria (:--= Soest 10.9.1755). Zij was getrouwd met Johannes Dorrestein. Beiden waren overleden. De akte vermeldt de volgende namen:
Jannetje van Dorrestein, huisvrouw van Hannis Rademaker, landbouwer te Soest,
Nog denzelve Hannis Rademaker in qualiteit als gevolmachtigde van zijnen behuwd broeder Gerrit van Dorrestein, zonder beroep, domicilie hebbende te Soest, doch zich thans bevindende in de Colonie Veenhuizen krachtens onderhandsche procuratie door denzelven den achtsten April laatstleden te Veenhuizen, gemeente Norg onderteekend en welke procuratie na alvorens door den geconstitueerde in tegenwoordigheid van den ondergetekenden notaris en de na te noemen getuigen voor echt erkend te zijn en ten blijke daarvan door denzelven notaris en de getuigen onderteekend is, terwijl de gemachtigde verklaarde niet te kunnen schrijven, noch zijnen naam teekenen of schrijven als hebbende zulks nimmer geleerd, aan de tegenwoordige minute is vastgehegd om gelijktijdig met dezelve te worden geregistreerd.
In de criminele sententies van het Hof van Utrecht 1630-1811 komt onder nr 2921 d.d. 17.12.1803 (herziening van een veroordeling) Jan Dorresteyn, 19 a 20 jaar, geb. Soestdijk, delict 2: diefstal; vonnissen 1, 2, 3, 6 en 12 (resp. 1: geseling; 2: brandmerking 3: proceskosten ook de kosten van het geding; 6: verbanning uit Utrecht, Holland, Zeeland (en West Friesland) en 12: tuchthuis — ook werkhuis).
Zijn slachtoffers woonden niet in Soest. Het waren: Willem Hendriksen uit Leusden, Bert Jacob Bakker uit Westbroek, Gerrit Beuwkens uit Blauwkapel, Jan Wiggerse Leijen uit Loosdrecht, Jacobus Spelt uit Blauwkapel en Jan Lagemaat uit Maarsbergen. [3]
Op acht april 1845 was hij nog altijd verbannen uit Utrecht! Hij was intussen 62 jaar en kon niet aanwezig zijn. Zijn zwager Hannis Rademaker vertegenwoordigde hem.
Jan Hilhorst, hierboven genoemd voor zich zelve
En eindelijk Antje Hilhorst, huisvrouw van Cornelis van Oostrom, arbeider, wonende te Soest
Alle genoemde personen zijn notabene bij de notaris bekend!
De akte gaat verder met hebben uitgesproken in het bijzijn van getuigen de omschreven vaste goederen in het openbaar te veilen en aan de hoogstbiedende of de hoogstmijnende te verkopen. Door aanplakking van gedrukte biljetten was daarvan in Soest aankondiging gedaan. Tevens had de notaris een beschrijving gemaakt van de ligging van de percelen, een opgave van de rechten van eigendom en van alle condities, lasten en bepalingen.
Waar het extract, zoals dat zich bevindt in handen van de HVS uitgaat van de aankoop van een perceel grond op de Eng, bepaal ik me tot dit deel van de openbare veiling.
Het betreft ongeveer 41 roeden, 85 ellen bouwland (ongeveer de helft van het perceel sectie H nummer 299) belendend aan een perceel van de weduwe en de erven van Wouter Logtestein.
Volgens de akte werden de percelen afzonderlijk ingezet. Dit perceel voor vijf gulden!
Jan Hilhorst biedt als eerste 655 gulden. In slag verhoogd door Hendrikus Butselaar met 210 gulden. Hij kocht uiteindelijk dit stuk bouwland voor 865,-
Met de notaris en de getuigen mee waren bij deze transactie 72 mensen betrokken. Op die bewuste veilingdag waren 49 belanghebbenden aanwezig in herberg De Koophandel. De koper — Hendrik Butselaar — en nog 11 anderen verklaarden niet te kunnen schrijven noch hun naam te kennen tekenen of schrijven omdat zij dat nooit geleerd hadden. De overigens 37 plaatsten wel een handtekening.
Ongetwijfeld zal die dag "het gesprek van de dag" in Soest geweest zijn.
NOTEN
[1] Van Zoys tot Soest 19ejaargang nummer 4, blz 12 e.v.
[2] Op de plaats van het latere Hotel Eemland aan de Van Weedestraat
[3] Informatie Joke van Kleinwee-van den Dijssel
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.