Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Brieven van Jantje Mulders (1922-1925)

Joop Piekema

"ALLE DAGEN ZIEN WE HIER VLIEGMACHINES, EN ZO LAAG ....."

Bezoekers aan ons gemeentearchief komen niet alleen om stukken in te zien — ze komen soms ook documenten aanbieden. Onlangs kwamen we op die manier in het bezit van de brieven van Jantje Mulders (geboren 01-06-1907) gericht aan haar — evenoude - hartsvriendin Hendrika Harmina Bruna, roepnaam Hendriek. De brieven werden aangeleverd door een in Amsterdam wonende achternicht van Hendriek. In september 1922 vestigde het gezin Mulders, bestaande uit vader Marinus L. (geboren 13-11-1854), moeder Hendrikje Gommer (21-09- 1866), zoon Hendrik (geboren 24-06-1897) en dochter Jantje Margaretha, komende vanuit Schoonebeek, zich in Soest — men betrok aan het adres Korte Bergstraat 6 het linkerdeel van een bescheiden dubbele woning. Twee andere kinderen zijn dan de deur al uit en verhuizen niet mee. Vader was van 1904 tot zijn pensionering op 15 september 1922 burgemeester en secretaris van de (toenmalige) gemeente Schoonebeek geweest - ongetwijfeld wilde hij in Soest van een rustige oude dag gaan genieten. Het gezin was gereformeerd — men kon zich daardoor in het overwegend katholieke Soest slechts in beperkte kring begeven.

Dit leidde tot isolement, en, zeker bij Jantje — als "nakomertje" - tot een allesverterende heimwee naar Schoonebeek — haar brieven zijn ervan doortrokken. Ze was eenzaam — geen wonder, ze moest de huishouding van haar bejaarde ouders bestieren, ze ging niet naar school, met vriendinnen vlotte het niet, en ze zag het niet erg zitten om met jongens om te gaan — dat laatste werd van huis uit bepaald niet aangemoedigd. Belangrijk voor Jantje Mulders is de correspondentie met haar hartsvriendin Hendriek Bruna, dochter van een boer, wonend nabij het Schoonebeekse gemeentehuis. Jantje kan opvallend goed schrijven — ze heeft een droge humor en beschikt over een rijke woordenschat. De correspondentie loopt jarenlang, van 1922 tot 1933 — aan ons is het Soester tijdvak, eindigend oktober 1925, ter beschikking gesteld. Dan verhuist Jantje met haar vader, moeder en broer naar Apeldoorn, P.Joubertstraat 5. Daar blijft ze de rest van haar leven wonen. Een beroep lijkt ze niet te hebben uitgeoefend. Broer Hendrik gaat in 1927 uit huis, vader sterft in 1930, moeder in 1952 op 86 jarige leeftijd. Tenslotte overlijdt Jantje op 9 september 1960 te Apeldoorn, nog maar 53 jaar oud, waarschijnlijk na lange eenzame jaren. Vier jaar eerder was Hendriek aan kanker overleden, 49 jaar oud, - ook zij was ongehuwd gebleven.

Vanuit Jantje Mulders' brieven zijn alleen de Soester belevenissen weergegeven. Ter verduidelijking zijn soms door samensteller tussen haakjes enkele aanvullingen geplaatst. Een enkele maal is een (voor)naam vermeld zonder nadere duiding - dit om verwrongen zinnen te voorkomen.

11-10-1922:
"Aan de ansicht die ik voor enkele dagen gestuurd heb, heb je gezien dat we hier goed aangeland zijn. De eerste dagen hadden we het erg druk, maar nu alles op zijn plaats staat heb ik de tijd om even een brief te schrijven. 't Is hier prachtig! Wij gaan nou alle dagen bij mooi weer even wandelen; wij moeten echter niet te ver gaan, want dan kunnen we het niet weer vinden. De kerk (Julianakerk) kunnen we nergens vinden, en hij moet toch in de buurt staan. Ook hoort men alle dagen gebrom van vliegmachines en zoo laag; men kan de menschen er in zien zitten (...) De menschen gaan je zoo voorbij en zeggen geen boe of ba (...) Alles komt hier aan de deur; men moet de halve tijd naar de bel loopen, één voor vleesch een ander voor iets anders. (...) We wonen nog wel 20 minuten van (het) station. Op de hoofdstraat is het erg druk, waar wij wonen niet zo erg. (...) Met het fietsen is het hier zoo mooi op en neer. Wij wonen op een berg, en als je er af gaat vlieg je en moet dan voorzichtig zijn, en om er dan weer tegen op te komen. (...)".
25-10-1922:
"(...) Wij zijn hier nou een beetje ingeburgerd. (...) Alle dagen zien we hier vliegmachines en zoo laag, we kijken er heelemaal niet meer na. 't Is me te koud om er even een ritje mee te maken. Een tijdje geleden zijn we (...) naar Soesterberg geweest, en daar het vliegkamp gezien. Er waren wel een veertig vliegmachines".
06-11-1922:
"(...) Ik ben vandaag, Maandag om 3 uur, naar de Catechisatie geweest (...). Achter in de kerk is het grooter als op Schoonebeek. Er waren 15 meisjes. De dominee speelt eerst op een klein orgeltje van registers een psalm. Daarna bidt hij. Dan moeten ze net als bij ons de les beantwoorden. Ze leeren hier geen Catechismus naar Gewijde Geschiedenis. Ik moet dat natuurlijk ook leeren. Het is niet moeilijk (...)".
Nov. 1922:
"(...) Dien de Zoete, zoo heet hier mijn vriendin. Zondag ben ik naar haar toe geweest, ze woont dicht bij (het) paleis. Haar vader is tuinman bij Koningin Emma en zoodoende mochten we gratis in de prachtige tuin alles bekijken. Anders mag dat niet en moet je een kaart hebben. (...)".
04-12-1922:
"(...) De goede Sint is hier al geweest. Woensdag en Zaterdag is hier de intocht van Sint Nicolaas geschied. Hij kwam met de trein van Utrecht aan en toen in een auto en later in een prachtig rijtuig door het dorp gereden. Nu houdt hij zitting in (textiel)magazijn "De Vlijt" een week lang. Wat wordt er hier een hopsa van gemaakt.(...)".
07-01-1923:
"(...) Hier in 't paleis hebben wij met de Kerstdagen een kijkje genomen. Alles is prachtig mooi. Marmer, zij en oudheid kan men in alle kamers vinden. Hele paleis hebben we niet gezien dat mocht niet, maar toch wel 15 kamers. Het kost een kwartje. (...)".
29-01-1923:
"(...)'lcGa de eerste Woensdag in Februari naar handwerkles. Niet naar Baarn. We hebben hier een juffrouw die het ook kan en nu ga ik liever hier als naar Baarn. Ik moet er wel mee beginnen anders komt het er later niet van (...) Anders gaat het hier zijn gewonen gang. Alle morgens naar de bel loopen om de bakker en de slager te verlossen van zijn vrachtje. Eerst was het een leuk werkje maar thans gaat de aardigheid er een beetje af. (...) Op het oogenblik ga ik ook met een ander meisje. Haar naam is Eef Endendijk (dochter van schoenwinkelier P.A. Endendijk aan de Burg. Grothestraat — jarenlang raadslid AR en ook wethouder) (...). Als ik bij eene blijf word je niet zooveel gewaar als bij twee. (...)".
12-02-1923:
"(...) Nu ik sinds Woensdag naar handwerkles ga, moet ik thuis alles afmaken. De Juffrouw geeft me nog al veel op om dat in een week af te maken. Deze keer moet ik een naailapje*, een stoplap*, een maaslap* en een sloopje* af hebben, als het kan. Nogal veel hé? Men moet het ook zoo fijn en precies doen. Ik kan er 's avonds niet aan werken , want dan zie ik het niet goed. (...). Woensdagavond is hier een feestje van de Knapenvereeniging. Voordrachten, zang en wat niet al, zal door de jongens gedaan worden. Of ik er naar toe ga, weet ik nog niet. Als het in de kerk was, dan wel, daar we er dan dicht bij zijn, maar nu is het in de Chr. ULO (...). Zaterdagavond liepen we de R.K. (Petrus- en Paulus) kerk voorbij, we zagen toen licht en door nieuwsgierigheid gedreven gingen we binnen. De kerk was stopvol en op de kansel stond een pater te preeken. Toen hij "amen" had gezegd, gingen er 6 vroome mannen de mis houden terwijl het orgel en de koorknapen vierstemmig zongen. We bleven toen zoo lang tot het gebeurd was. Daarna gingen Pa en ik naar huis. Ik vond het wel leuk en doordat we niet knielden konden de menschen al gauw zien dat we er niet hoorden. Er zal weer een nieuwe kerk dicht bij ons gebouwd worden (de Mariakerk werd in 1925 gebouwd) . Met 2 of 3 maanden zal de Koningin-Moeder ook hier weer een kijkje komen nemen. Ze is hier in 2 jaar niet geweest. Om het paleis tegen dien tijd schoon en prachtig te hebben zijn de vrouwen en mannen druk bezig. In het land, de tuin om het paleis zijn 6 herten in. Als je ze graag zien wilt dan zijn ze er niet en als je er 's avonds langs komt kan je ze hooren hinniken.(...)".
Maart 1923:
"Het begint hier al groener te worden. Alle menschen zijn al druk met de tuin bezig om er wat in te zaaien. (...) Wij wonen dicht bij menschen die pension houden (pension A.v.d.Bremer, K. Bergstraat 7 - in de jaren '60 pension A.J.Naron) Ook daar komen met Maart, dus in deze maand, al weer nieuwe gasten. Iedere dag ziet men hier vreemdelingen die uitzien naar een villa. Vele huizen staan hier te koop. Doch van alle oorden komen ze hier kijken om dan een huis te koopen. 's Zomers is het hier zoo druk dan lijkt de hoofdstraat op de Kalverstraat in Amsterdam. Ook nu al kan men er iets van merken. Vooral Zondags en als het mooi weer is. Auto's en stoomfietsen vliegen je voorbij. Men moet wel goed uit de oogen kijken. Alles gaat naar de hoofdweg en ook op de Lazarusberg die dicht bij ons is. Als wij in de achterkamer zitten kunnen we op de Lazarusberg kijken waar velen op gaan zitten. 2e Paaschdag zal ook daar het Leger des Heils staan zingen (...)".
28-03-1923:
(...) "De laatste dagen is het hier prachtig weer. De menschen zitten al buiten op het terras of ook wel in de serre die hier overal te vinden is. (...) Dicht bij ons woont een freule (mogelijk Jhr. R.H.J.G.Six tot Oterleek, gehuwd met Catharina Kuijper, Hellingweg 6, dan wel Jhr. G.C.J. Smissaert, gehuwd met Toba Ludgartje van Dijk, Julianastraat 6 B) die heeft een dienstmeid die vrijt met een vliegenier. Soms vliegt hij met de vliegmachine zoo laag boven het huis van de freule en dan wuift hij, dat alles kan men duidelijk zien, als ik het zie wuif ik ook en moet tegelijk lachen. (...) Ds.(J.) Hoek zijn moeder is ook overleden zoodat we Maandag geen Catechisatie gehad hebben. (...) Er komt met de verjaardag van de Koningin hier 4 dagen feest, leuk hé. Je hebt het misschien al in de Standaard gelezen, postduiven worden opgelaten, hondenwedloop, vuurwerk en wat niet al (...)".
Juli 1923:
"(...) Hier is een jongen verdronken die wilde zwemmen met dat warme weer. Is een neef van Eef Endendijk. De ULO kinderen en jongens van de (knapen) vereeniging gingen allemaal achter de lijkkoets. De Dominee heeft nog gesproken, daarna de hoofdonderwijzer van School en toen de voorzitter van de Jongensvereeniging. Er waren veel menschen.(...) Vooral voor de Moeder was het een aandoenlijk oogenblik. Ze was op reis naar Utrecht en toen ze thuis kwam werd haar plotseling meegedeeld dat haar zoon verdronken was. Ze ijlt naar de Eem, men kon haar niet tegenhouden. Tot bij de Eem heeft men haar vastgehouden en toen is er een auto gekomen en haar en haar kind opgehaald. Eerst heeft men lang gedregd het kind weer te krijgen. Hij heeft 5 kwartier in het water gelegen, dus het was tevergeefs de levensgeesten weer op te wekken (...) ".
Ongedateerd, waarschijnlijk okt. 1923:
"(...) De winter is al weer op komst. De kachel staat er nog niet, wij doen het nog met een petroleumstel, en hier kunnen we de kamer wel warm mee krijgen. De winterhoeden zijn allemaal al op de hoofden. (...) Op het oogenblik wordt er veel bontmutsjes gedragen (...)".
22-11-1923:
"(...) Gisteravond ben ik naar de lichtbeelden geweest in de ULO School. 't Is voor kinderen en er wordt bijbelsche platen op doek gebracht (en) door mijnheer Uiterwijk (waarschijnlijk C. Uiterwijk, reiziger,Wald. Pyrmontlaan 1) er ook bij verteld. 't Is wel aardig, erg rumoerig door die kinderen. Twee heeren moeten er een beetje opzicht houden anders kan men mijnheer niet verstaan. Vrijdagavond is er feest van de Jongelingsvereeniging (met) aan het eind tableau (...)" (In gereformeerde kring was toneel taboe in die dagen!)
13-12-1923:
"(...) Altijd ben ik druk met m'n handwerken daar het examen in Juli of Augustus is.'lcZag me liever geslaagd dan gezakt. Gisteravond, Woensdag, zijn we met z'n allen naar een Winklerlezing geweest, dat is al de tweede, er komen nog twee. De eerste was wel aardig door Callenbach over Guido Gezelle; gisteravond van Dr. Geelkerken "Het ontstaan van den Bijbel". Heb er niet veel van begrepen — het ging boven mijn petje vandaar dat ik er niet veel meer van weet (...) Eef en ik vielen er haast bij in slaap. Samen hebben we (het) een beetje gezellig gemaakt. Het duurt zoo ongeveer 2 uur (...)
08-01-1924:
" (...) 't Is hier erg koud. De sneeuw is bijna verdwenen (...). Er wordt al weer druk schaatsen gereden. Achter (het) paleis is een prachtige vijver. Daar mag alleen het personeel rijden en die door de conciërge verzocht worden. Mijn broer (Hendrik) is ook verzocht en is al druk aan het rijden (...) ook de ijsbaan is in volle actie. (...) 1e Kerstdag ben ik bij mijnheer (A.) van der Wal (K. Bergstraat 5, van beroep gezagvoerder) verzocht om bij de kerstboom tegenwoordig te zijn. Er was nog een cadeautje voor me bij. 'k Had er niet op gerekend en viel erg mee dus. Het was een mooi schortje. Er was nog meer bezoek. Ook werd er gezongen. Buigingen ontbraken niet. Ook vreemde woorden was er aan de orde van den dag. 't Is wel mooi als men een beetje met de manieren op de hoogte gebracht wordt. Als je eens bij een deftige familie komt en men zit dan met de mond vol tanden, dat is ook een strop. Het was dan ook heel aardig ingericht. Prachtige kerstboom en heel wat hing er aan. Oude dames die er ook waren werden niet vergeten. Een kreeg een scheurkalender, meer weet ik ook niet daar ik mijn gedachten had bij het schortje. Zoo'n uurtje wil ik wel weer bijwonen. 't Is de moeite waard(...)"


Let op: Wilhelminakerk op de foto moet zijn Julianakerk (redactie)


Jan 1924:
"(...) Gistermorgen hebben we een collecte gehouden voor Bijbelverspreiding. Je moest huis in huis aan. Als je eens bij Roomsche of ongeloovigen kwamen kon je wat hooren hoor! "Dat ding, nee hoor daar moet ik niks van hebben" en nog meer te veel om op te noemen. We liepen twee bij twee, alles bij elkaar geteld is er 106 gulden opgehaald. 't Is door het geheele land. Moesten jullie ook soms er voor loopen? (...) Ook heeren waren er bij. Mijn broer (Hendrik) moest met een dame loopen, het kwam anders niet uit en niemand anders van de heeren wilde. Hij had 20 gulden in het busje en was ver boven de anderen, ik had f 6,72 — niet zoveel, maar voor dat kleine wijkje gaat het nogal (...)".
21-02-1924:
"(...) De (Wilhelmina) kerk zijn ze mee bezig om hem wat grooter te maken. Ieder keer komen er meer nieuwe menschen en zoodoende werd de kerk te klein, ze maken er galderijen (bedoeld wordt gaanderijen) in van achter (...)"
ongedateerd, waarschijnlijk maart 1924:
"(...) De nieuwe huizen rijzen hier als paddestoelen uit de grond. (...). Ik ben ook in het gezelschap der Evangelisatie (Evangelisatie-Commissie uitgaande van de Gereformeerde kerk, voorzitter Ds. J.Hoek; mevrouw N. van Vleuten-Jochem, penningmeesteresse) gekomen. Onder de Duitsche meisjes wordt Zondagavonds een beetje geëvangeliseerd. Mijnheer en Mevrouw van Vleuten lezen uit de Bijbel, ook wordt er gezongen. Niemand kon op het orgel spelen, en nu hebben ze dat mij opgedragen. Eef (Endendijk) gaat ook mee. 't Is heel gezellig. Een kopje thee en een koekje krijg je ook nog. Een Duitsch liederboek is er en dan zingen zullie mee. Ze vinden dat mooi. Hoewel ze niet prachtig zingen kunnen, maar dat geeft niet. Met april krijg ik vacantie van handwerkles. We zijn klaar voor het examen en daar het in Juli is, krijgen we twee maanden vacantie (...).
April 1924:
"(...) 'k Kan van 't zomer niet voor het ( naai)examen.'k Ben nog te jong. Nu heb ik mooi tijd om voor me zelf het goed in orde te maken (...)".
14-04-1924:
"(...) Ik geef op het oogenblik les in handwerken aan een Hongaarsch meisje bij onze buren. Mevrouw wilde haar graag op de Naai- en Breischool (aan de Burg. Grothestraat) hebben, maar daar ze nog geen goed Hollandsch kan, vroeg ze of ik met haar beginnen wilde, dan verveelde zij zich ook niet zoo erg (...) Ze is 13 jaar. (...) Pa kan slecht meer loopen, het been begint hem dan pijn te doen, thuis verveelt het wel eens, als dan het weer opknapt gaat hij op de fiets. Wat hem niet moeilijk valt en veel plezier in heeft. De zomerhoeden zijn allemaal haast op. Heb jij haar ook al op.'lcHeb nieuwe bruine schoenen gekregen, bij (schoenenzaak) Endendijk gekocht. (...).
Mei 1924:
(...) Den 24 Juni is het processie in Laren, dat moet mooi zijn, daar wilden we dan eerst nog graag naar toe. (...) Het wordt ook wel bedevaart genoemd geloof ik. (...) We verlangen soms wel een beetje naar mijn dierbaar plekje grond, waar eens mijn wieg op stond. (...) Mej. Drost wil in Soestdijk in pension, wou in de (Gerharda Sebilla)Verhoeven Stichting, (Rusthuis voor Dames, Hellingweg 1-5, het latere Van Arkel Instituut). Ze moest boschlucht genieten. (...) Jij hebt een goede verjaardag gehad hoor! 'lcHoop ook voor mij. Je hebt zoo raar gevoel als je jarig bent, heb jij daar geen last van? Men krijgt een zegenwensch er bij en dat is het juist wat je dan iets weemoedig maakt. En nu is het ook juist zondag. Ik moet er mij altijd tegen verzetten. (...)".
15-06-1924:
"(...) Ik hoorde (...) dat de zuster van Aleida bevallen moest van die soldaat die er in (de) kost is. Zooiets is toch verschrikkelijk hoor! En het was nog wel een protestant, zei mijnheer Pieper. Ze zal zich dan nu ook wel schamen. Van Aleida heb ik nog niet weer bericht gehad (...). Aug. 1924: "(...) Verleden Zaterdag is hier feest geweest. Koninklijke familie is er nog even geweest. Het volk was toen heelemaal op hol. De auto moest achteruit om terug te keeren en omdraaien kon niet om het volk. In het bosch ging de auto niet zoo hard. Het volk heeft de auto nog geduwd. Een meisje heeft Koningin-Moeder een bouquet aangeboden (...).
10-10-1924:
"(...) Met Octoberben ik ook op de kniples gekomen, 't Is Vrijdagsavonds van 7 tot 9 uur. Deze cursus loopt tot Februari. (...) Het gaat wel leuk, en om later zelf beter japonnen te maken is het mooier. We zijn met z'n zevenen. 's Avonds met de heele club naar huis (...).
18-11-1924:
"(...) We hebben uitvoering van zang gehad. De kerk was tamelijk bezet (...).'k Geloof dat het goed geslaagd is. (...) Op de uitvoering waren ze haast allemaal in 't fluweel. Als ik een nieuwe jurk maak, nam ik geen fluweel, 't is nu zoo algemeen, ook geruit is (er) veel. Effen stof neem ik, we kunnen nu zelf een jurk maken uit de modeplaat. Een Zaterdag (...) zijn we samen naar Utrecht geweest inkopen doen.'lcHeb een bruin geruite mantel, doch geen sjaalkraag wat een beetje stijf stond op geruit. Een vilten hoedje, ook een bruine (gekocht). Zondags heb ik het haar er onder (...). 'k Heb me ook 2 borstrokken gebreid, (...) nu het zoo koud is kan men wel dikker goed aanhebben. (...) We hebben vanavond preek. Dankdag. (...) Pa die voorspelt sneeuw. Ik vind sneeuw zoo erg, en dan die sneeuwballen. (...)".
31-03-1925:
"(...) Volgende week (zijn we) van plan om met de schoonmaak te beginnen (...). In de woonkamer moet het plafond gewit worden zoodat dit een vuil werkje wordt. We wachten echter hiermee totdat de kachel weg is, anders bestuift het toch weer. Zoolang als de dagen nog zoo frisch blijven is er geen sprake van dat we onder beginnen. Daarom beginnen we eerst boven. Ik vind het geen prettig werk, maar enfin. (...) De kniplessen zijn nu ook achter de rug. Nu ben ik bezig met de nuttige handwerken. Ik wensch van 't zomer examen te doen. Er wordt nu geen diploma gegeven maar een aanteekening. Ik hoop maar dat het goed afloopt. (...).
07-06-1925:
"(...) Hemelvaart zijn we allen naar Bilthoven geweest naar de landdag. (...) Eerst hebben we Colijn heelemaal gevolgd. Toen Colijn gesproken had, zijn we eens om de menigte geloopen (...).
Over Den Dolder gefietst, in Soesterberg hebben we in een lunchroom (Stipdonk, hoek Kampweg-Rademakerstraat) gezeten en om zeven uur waren we thuis. (...).
Aug. 1925:
"(...) Ik zal je vertellen van het (naai) examen. Je moest weten dat ik er voor geweest ben. 's Morgens moest ik om negen uur er zijn in Amsterdam. (...) Je hebt zeker de krant gevolgd en mijn naam niet gezien. Ik ben er niet doorgekomen. Voor enkele vakken had ik onvoldoende en daarbij (ging het er) nogal streng (aan toe). De andere dames waren allemaal haast voor de tweede keer er voor. Het spijt me wel, ook de Inspecteur speet het maar hij zei: ik was nog jong en moest er het volgende jaar weer voor gaan. Ik ga dan niet in Amsterdam want je treft er dezelfde dames weer, en van die heb ik genoeg. Ik had het zelf niet gedacht, en de juffrouw meende ook vast dat ik zou slagen, maar er zijn op het oogenblik zoo veel, dat ze laten ze ook wel eens zakken. Ik vond het vervelend, toch heb ik geen traan laten vallen, zooals die drie andere dames die voor de tweede keer zakten.(...). En dan het groote nieuws van heden nog. We gaan weer van Soestdijk. We gaan nu naar Apeldoorn toe. Wanneer het wordt, is nog niet bepaald, met een maand denkelijk. We vinden het hier wel aardig nog, maar je weet dat we op een berg wonen en dan is het voor Pa en ook voor Moe zoo vermoeiend wanneer ze daar weer tegen op moeten. En daarbij, we krijgen nu een alleenstaand huis, wat mooier is. Ook is het in Apeldoorn nog mooier als hier. (...) Nu krijgen we kamer aan suite. En boven 4 slaapkamers. Ook wat ruimer. (...) Het zal eerst nog wel niet meevallen geheel vreemd. We weten nu wat het is als je op een vreemde plaats komt. Maar dat gaat ook wel weer hoor! Daarom niet getreurd. Ook is 't dichter bij Zwolle en dan ook naar Coevorden. (...)".

  • Naailapje, stoplapje, maaslapje en sloopjes zijn oefenlapjes om te leren naaien en borduren. Het eerste werkstuk was vaak een kindersloopje, waarop met de hand diverse technieken werden geoefend met allerlei soorten naalden. Op een stoplapje leerden de cursisten gaten dicht maken en verstellen (repareren). Op een maaslapje moest, met dezelfde steken als het breiwerk, versierwerk worden aangebracht (doorheen gewerkt).


BRONNEN:
- BRIEVEN JANTJE MULDERS AAN HENDRIEK BRUNA, 1921-1925 (GEMEENTEARCHIEF SOEST);
- ADRESBOEK 1924 (GEMEENTEARCHIEF SOEST);
- BEVOLKINGSREGISTERS GA SOEST, GA  APELDOORN, GA EMMEN; M
- EDEDELINGEN ANNA-GERDIEN BRUNA, AMSTERDAM.

RECTIFICATIE geplaatst in VZTS Zomer 2005
Door een omissie is verzuimd om het artikel "Brieven van jantje Mulders" vergezeld te doen gaan van het bericht in "De Soester" van 14 juli 1923 aangaande de verdrinking van de 16 jarige Jan van den Burg op maandagavond 9 juli 1923. Onderstaand wordt u, met excuses, het krantenbericht alsnog aangeboden.

---
JAMMERLIJK VERDRONKEN.
Maandagnamiddag omstreeks 8 uur is in de rivier de .Eem nabij Butzelaar aan de groote Melm bij het zwemmen de 16 jarige zoon van de Wed. O. van den Burg alhier jammerlijk verdronken.

---
De op Maandagavond j.l. zoo droevig door verdrinking om het leven gekomen Zoon van de Wed. G. van den Burg, werd Donderdag onder zeer groote belangstelling ter aarde besteld. De baar werd door leden van de Geref. jongelingsvereeniging, waarvan de nu overledene lid was, grafwaarts gedragen. Ds.Hoek sprak een enkel woord van troost tot de Weduwe en haar Kinderen, die voor enkele jaren hun Man en Vader moesten verliezen en nu dit kind, en dat op zoo onverwachte treurige wijze. Aan wiens sterven we ook in deze week gedacht mochten hebben, in 't allerminst aan het ten onder gaan van dit bloeiende leven, dat nog zooveel in de toekomst beloofde. Dit geopende graf roept aan aan een ieder, en vooral aan de jongeren, toe „gedenkt te sterven".
Daarna sprak de heer C. N. van der Flier als Voorzitter der genoemde Jongelingsvereen'ging, en memoreerde, hoe fan van den Burg, hoewel veel tijd noodig hebbend voor schoolwerk, en ook voor de zaak zijner moeder, met veel lust de vergaderingen der vereeniging bijwoonde en daarvan een ijverig lid was.
Tenslotte sprak de heer S. Fokkens, Hoofd der U. L. 0. School, den nu overledene schetsend als een voorbeeldig scholier, die zijn best deed om ter bestemder tijd, na eerst nog eenige kennis te hebben opgedaan, de plaats van zijn Vader in te nemen, en reeds nu na de schooltijden tot steun zijner Moeder in de zaak bezig was. Dit tragische ongeval laat tot een ieder een sprake na.

---

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto