Hans Kruiswijk
Eerder verschenen:
150 jaar Soesterbergsestraat deel 1
In 1853, bij het gereedkomen van de straatweg tussen Soest en Soesterberg, die wij nu kennen als de Soesterbergsestraat, waren de projectleiders zeer tevreden. Het begrotingstekort werd opgelost door extra aandelen uit te geven en men meende een degelijk werkstukje afgeleverd te hebben. Vijfentwintig jaar later blijkt de weg onbegaanbaar en wil niemand geld investeren in onderhoud en herstel.
Bij de afsluiting van het project schrijft de directie in 1855 een slotbeschouwing waarin wordt uitgelegd wat de oorzaken waren van het geldtekort. Ondanks dat men zag aankomen dat de begroting overschreden zou worden, voerde men het werk toch uit, want "Eenmaal de aanleg begonnen zijnde, moest het werk wel worden volmaakt, wilde men de zoo Edelmoedige Inteekenaars in de Geldleening niet geheel teleurstellen." De directie is tevreden over haar onderneming en steekt dat niet onder stoelen of banken. Ondanks de geldelijke problemen heeft men de "Hooge Goedkeuring op dezen onderneming mogen oogsten van Zijne Majesteit den Koning en van Hare Majesteit den Koningin Moeder als van veelen Hoog in de maatschappij verheven Personen."
Lokaal probleem
Na twee decennia blijkt de klinkerweg echter in deplorabele staat te verkeren. Het geïnde tolgeld biedt kennelijk onvoldoende mogelijkheid om voor geregeld onderhoud zorg te dragen. De klachten uit de Soester bevolking dringen door bij de bestuurders en er is sprake van het intrekken van de tolvergunning. Soest richt zich tot Gedeputeerde Staten met het verzoek om 'handelend op te treden'. In 1877 laat de Provincie weten geen aanleiding te zien om iets te ondernemen, want de betrokken belangen zijn grotendeels van 'locaalen aard'. Uit de notulen van de gemeenteraadsvergaderingen van het jaar 1878 blijkt dat de aanpak van de problemen moeizaam verloopt. Regelmatig staat de straatweg op de agenda, maar dat leidt aanvankelijk niet tot het beschikbaar stellen van een krediet. De gemeente probeerde duidelijk te maken dat de straatweg niet alleen een lokaal belang diende. Voor het Rijk zou de weg een militaire betekenis hebben en de Hollandsche Yzerenspoorweg Maatschappij was volgens Soest ook gediend bij een goede weg naar het station Soesterberg. Toen de toestand van de weg onhoudbaar werd kwam er een initiatief vanuit de bevolking. In 1878 verklaren enkele tientallen ingezetenen financieel te willen bijdragen als de gemeente overgaat tot het aanbrengen van afdoende verbeteringen. Jonkheer Rutgers van Rozenburg werpt zich op als de grote stimulator en stelt 500 gulden beschikbaar voor de 'bepuining'en 1000 gulden voor de bestrating. De bekende Soester geschiedschrijver dominee Bos geeft een tientje en velen volgen zijn voorbeeld. Het Soester college probeert ook in Baarn geld los te peuteren, maar daar trappen maar weinig inwoners in. De jonkheer geeft het echter niet op en verklaart op 26 augustus 1878 zijn bijdrage te verhogen tot een bedrag van 4600 gulden.
Bovendien schrijft hij een verzoek aan de Koning. Uiteindelijk besluit de gemeenteraad 1/3 deel van de herstelkosten, die begroot zijn op 19000 gulden, voor haar rekening te nemen.
Eindelijk kan het werk aanbesteed worden. Er zijn 21 gegadigden, waarvan aannemer Hermanus Schadewijk het werk mag gaan uitvoeren. Men heeft kennelijk geleerd van het verleden, want in de afgesloten overeenkomst verklaart Schadewijk gedurende drie jaar het onderhoud van de weg te verzorgen.
Vliegkampweg
In 1911 werd de tol langs de straatweg opgeheven en op 30 november van dat jaar nam de gemeenteraad het besluit de weg voortaan Vliegkampstraat te noemen. De naam lag voor de hand, omdat de weg van Soest naar het inmiddels ontstane vliegkamp op de Soester heide liep. Het vooroorlogse vliegveld Soesterberg is de locatie waar zich Simon Vestdijks verhaal "Het vliegfeest" zich afspeelt. Later werd \Tliegkampstraat vervangen door de aanduidingen Soesterbergsestraat Noordzijde en Soesterbergsestraat Zuidzijde. Sinds 1815 heet de weg officieel Soesterbergsestraat. In Panorama van 9 maart 1916 werd een foto geplaatst van de werkzaamheden met als onderschrift: "Om de werkloozen aan arbeid te helpen, wordt de oude binnenweg, die loopt van de gemeente Soest naar Soesterberg aanzienlijk verbreed. Heuvels worden weggegraven, boomen gekapt, in 't kort dwars door bosch en heide wordt een ruime en breede weg aangelegd." De klinkerbestrating verdwijnt in 1932 en wordt vervangen door een betonbaan met ernaast een fietspad. Er gaat steeds meer verkeer over de weg. Sanatorium Zonnegloren en het in 1933 geopende Soester natuurbad zorgen voor toenemende drukte van auto's en fietsers. De Soesterbergsestraat eist ook zijn tol: de 'Bocht bij Zonnegloren' wordt berucht vanwege de vele ongelukken. Anno 2002 is een deel van het oude tracë nog te zien als men komende vanuit Soest na het landgoed De Palts rechtsaf de Van Weerden Poelmanweg inslaat, richting 'vliegkamp'.
BRONNEN:
- 100 JAAR SOEST EN SOESTERBERG; DOOR HENK GERTH EN JOOP PIEKEMA,
- DE STRAAT WAARIN WIJ WONEN DOOR BEN J. VAN OS,
- NOTULEN DER RAADSVERGADERINGEN VAN 1878,
- GEMEENTEARCHIEF SOEST 1812-1928 DOSSIERS 795, 1089 EN 1094.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.