Ton Hartman
In het winternummer 2001 van dit blad heeft u het verhaal over de openbare verkoping 1924 kunnen lezen en daar hebben we beloofd om de verkopende partij bekend te maken. Bij de tekening in het hart van het blad is per abuis de spoorlijn Amersfoort-Utrecht beschreven, u had natuurlijk al begrepen dat dit de spoorlijn Amersfoort — Amsterdam is. Allereerst wil ik Gèrard Derks bedanken die deze en de vorige aflevering gecorrigeerd heeft en voor de nodige informatie gezorgd heeft. Ook de heer J. Meerts bedank ik voor het vele zoekwerk in het kadaster archief en de werkgroep genealogie voor aanvullende informatie. Ook bedank ik de fam. Van Hofslot voor het inzage geven van de geschiedenis "HOFSLOT en zijn bewoners" wat door wijlen J.G. Hilhorst op meeslepende wijze is beschreven.
We gaan terug naar de middeleeuwen om de vroegste geschiedenis van het Derde erf te achterhalen en vinden in de leggers van het morgengeld 1446 de volgende gegevens; het Regulierenklooster bezit in de Birkt 83,5 morgen land. In de legger van het morgengeld 1528/36 is dit nog maar 50 1/2 morgen zodat we niet overtuigd zijn of de landerijen van 't Derde erf ook wel kloosterbezit is geweest. Na de plunderingen door Maarten van Rossum en daarna de reformatie kwam het beheer van deze kloostergronden in handen van de stad Amersfoort [1]. Deze besluiten deze goederen te verkopen in 1810 en neemt ons verhaal een aanvang.
In 1810 komen op een veiling drie boerderijen onder de hamer die gelegen zijn in de Birkt en welke ieder apart te koop worden aangeboden. Er wordt gestart vanuit Amersfoort en als derde boerderij wordt te koop aangeboden de boerderij met het huidige adres Birkstraat 125. Dit was toentertijd de vierde boerderij vanaf Amersfoort. De boerderijen en landerijen worden door de weledele heer Mauritz Dreijer wonende te Amersfoort gekocht. Hij zou wonen op de buitenplaats "De Hooiberg" welke buiten de stadsmuur tegen de heerlijkheid Isselt gelegen was [2]. Mauritz Dreijer heeft in zijn testament bepaald dat het vruchtgebruik wordt toegewezen aan zijn huisvrouwe Elberta Maria Barbara van Lilaar. Beide zijn overleden zodat de vele erfgenamen besluiten dat de talrijke onroerende goederen geveild worden. Daarvoor wordt een veiling in de "STADS DOELEN" in Amersfoort georganiseerd op 4 maart 1815.
De omschrijving van de boerderij Birkstraat 125 luidt als volgt; Een Extra Schoon Boeren Erf bestaande in een Bouwmans Woning en huizinge getekend no. 4 Hof en hofstede met Karnhuis, Berg en Schaaphokken en verdere getimmerten, bepoting en beplanting, mede met circa drie en vijftig morgen, zo bouw als weijlanden en houtgewasjchen en circa vijftig morgen heijveld insgelijks gelegen in de Boven Birk
Dit werd gehuurd door Gijsbert Pieterse Hilhorst welke zich eigenaar mocht noemen van de balkslieten, de koperen ketel in 't fornuis en de beijenstallen welke hij mag amoveeren als hij de defecten maar hersteld. Deze boerderij werd ingezet door Aart Stalenhoef, landbouwer onder Zoest — die daarmee twee en vijftig gulden trekgeld verdiende - op twaalf duizend vierhonderd gulden Hollandsch en afgemijnd door Pieter Craandijk op twaalf duizend vierhonderd zeventig gulden Hollandsch.
Pieter Craandijk was houtkoper wonende te Amsterdam en ook de eigenaar van de buitenplaats Hofslot. Hij kocht ook de twee andere boerderijen in de Birkt en mogelijk ook nog wat losliggende landerijen [3] Gezien de tijdsomstandigheden net na de Franse overheersing is een vergelijking tussen 1810 en 1815 nietszeggend.
Gijsbert Pieterse Hilhorst huurt de boerderij nog enige tijd en draagt deze over aan zijn neef Pieter Janse Hilhorst. Deze boert niet slecht want bij de veetelling in 1832 ten behoeve van het veefonds bezit hij 14 melkkoeien en 6 stuks jongvee en 4 volwassen paarden en nog een jong paard [4]. Gezien de oppervlakte die bij de boerderij hoort is de rundveehouderij maar een neventak en zullen de meeste inkomsten uit de akkerbouwtak moeten komen en mogelijk is hooiwinning voor de handel ook een belangrijke inkomstenbron.
De heer Pieter Craandijk overlijdt in 1845. De buitenplaats Hofslot wordt door de dochter Alida Elisabeth Craandijk met een onderhandse akte overgenomen en zij gaat de buitenplaats het gehele jaar door bewonen. Voor de overige bezittingen in de regio besluiten de erfgenamen een openbare verkoping te houden.
Er wordt dan ook een veiling in De Vergulde Zwaan in Amersfoort georganiseerd op 27-5-1846 door notarisMr.H.W. van Werkhoven en notaris Joh. de Louter. Allereerst komen weer de drie boerderijen in de Birkt onder de hamer en de laatste boerderij getekend nr. 4 bezit nog steeds een karnhuis en is gelegen in de Bovenbirk en is verhuurd aan Pieter Hilhorst (gouden tientjesboer?) en wordt ingezet door Peter van den Burg, tolgaarder wonende onder Soest — het trekgeld voor hem was veertig gulden - voor het bedrag van zevenentwintig duizend gulden. Er blijkt heidegrond ontgonnen te zijn want nu is de totale oppervlakte 55 bunders 99 roeden en 60 ellen aan bouw- weiland en bosch en 29 bunders 78 roeden en tien ellen heideveld. Dit was omgerekend in 1815 ongeveer 45,4 bunders bouw en weiland en ongeveer 42,8 bunders heideveld.
Dan wordt ook het "het Monnikenbosch" (o.a. het voormalige zandgat aan het einde van de Zandlaan) nog geveild en ingezet door Peter van den Burg voornoemd en verhoogd door Hermanus Pen notaris wonende te Baarn.
De massa van voornoemde percelen wordt verhoogd door de heer Johan Adam Meelboom die in opdracht handelde voor mejufvrouw Alida Elisabeth Craandijk die ook aanwezig was en voor 1/6 gedeelte al eigenaar was. De keuze van juffrouw Daatje zoals ze toentertijd in de Birkt genoemd werd om de heer Johan Adam Meelboom als stroman te nemen is opmerkelijk, daar deze gehuwd was met de zus van Alida en dus ook een erfgenaam en als deze te royaal zou meebieden zou dat ten gunste komen van alle erfgenamen maar ook juffrouw Daatje voor zwaardere lasten stellen [5].
Juffrouw Daatje zoals ze in de volksmond genoemd werd verpachtte op dezelfde basis verder maar Pieter Janse Hilhorst verhuisde naar een andere boerderij. Vanaf die tijd doet de familie Wantenaar zijn intrede en tot op de dag van vandaag wonen en werken er Wantenaren op deze boerderij. (voor meer informatie over de fam. Wantenaar zie 17 jrg. Nr. 4 van Zoys tot Soest waarin G.Derks de hele familie laat herleven).
Rond 1872 wordt de Oosterspoorlijn (Amersfoort-Amsterdam) aangelegd en het bezit wat bij de boerderij hoort doorsneden [6].
Op 22-6-1875 overlijdt mejufvrouw Alida Elisabeth Craandijk in haar hofstede Hofslot [7] en breekt een roerige periode aan in het grondbezit in de Birkt en de Birkse maten. Mejufvrouw Craandijk was een duidelijke voorbeeld van een patriciër (lid van een aanzienlijke familie) en na 1924 waren er eigenlijk alleen nog geërfden eigenaar ( met deze term wordt eigenlijk bedoeld boeren die hun land voornamelijk zelf bewerken en het via vererving verkregen hebben). Dan volgt de begrafenis van mejufvrouw Alida Elisabeth Craandijk aan de buitenkant van de Oude Kerk hier in Soest waar nog steeds de gedenksteen aanwezig is. De onroerende goederen zijn omvangrijk en de erfgenamen besluiten om een veiling te organiseren. Deze erfgenamen konden wel gerekend worden tot patriciërs want hun beroepen varieerde van predikant/dominee, procureur, majoor, rechter, redacteur, koopman, photograaf, scheepsreder en consul-generaal en hun woonplaatsen lagen verspreid van (den) Helder tot Zierikzee en vanEmmerichin Pruisen tot Rio de Janeiro in Brazilië.
Notaris Willem Collaard behartigde de zaken van de familie Craandijk . Hij had nog meer belangrijke klanten lezen we in zijn repertorium - een soort dagboek wat elke notaris bijhoudt en waar elke transactie kort beschreven wordt - want ook Prins Hendrik (broer van koning WillemIII)moest regelmatig obligaties aflossen met tussenkomst van de notaris [8].
In de loop van het verhaal is ons wel duidelijk geworden dat hij voor de erfgenamen een goede prijs voor het onroerend goed wilde maken. Op de veiling heeft Gerrit Wantenaar nog een verklaring afgelegd dat juffrouw Craandijk beloofd heeft de boerderijen voor een schappelijke prijs aan de huurders aan te bieden( [7]. In het verslag van de veiling is daar niets over terug te vinden behalve dat Gerrit Wantenaar zijn rechten voorbehield.
Of dominee Bos de veiling bezocht heeft weten we niet, maar dat onroerend goed en waarde daarvan zijn interesse had kunnen we lezen in zijn indrukwekkende manuscript over Soest. Over het verloop van de veiling heeft hij een andere kijk dan ondergetekende, want hij schrijft: de drie boerderijen kwamen in handen van de bruikers, uitgenomen de maten, welke zij aan andere koopers , die ze voor geldbelegging hadden afgemijnd, overlieten [2]. Uit het verloop van de veiling blijkt dat de macht van de boeren niet groot is.
De publieke veiling vond plaats op 23 september 1875 en we zullen ons proberen te beperken tot de boerderij 't Derde erf en de landerijen die daarbij behoorden. In tegenstelling met vorige veilingen wordt nu vanaf Soest begonnen en is de eerste boerderij die geveild wordt ;
de boerenhofstede "het DERDE ERF" met toebehoren en landerijen groot ruim 32 ha. Dit is de eerste keer dat in officiële akten de naam "Het DERDE ERF" geschreven wordt. De boerderij wordt ingezet door de heer G.W. de Koning van den Bosch, grondeigenaar wonende te Amsterdam en opgemijnd met 200 gulden door Peter Wantenaar die nog een huurcontract tot 1886 had. Hoewel we de prijs die Peter Wantenaar betaalde precies weten - namelijk drie en dertig duizend en zeven honderd gulden - zegt 't weinig of het duur of goedkoop geweest is want we weten niet hoe de staat van onderhoud van de boerderij is geweest en betreffende het land lijkt een prijs van ca. Fl. 1000,- per ha inclusief gebouwen goedkoop in vergelijking met andere percelen van deze verkoping maar er zit ook land bezuiden de Birkstraat bij en dat werd in 1846 nog grotendeels als heideveld omschreven.[5] Deze grond wordt nu nog in 2002 als klapzand omschreven omdat het erg droogtegevoelig is en veel bemesting nodig heeft wat in de 19e eeuw een schaars en duur product was (de veestapel was veel te klein om alle landerijen genoeg te bemesten).
Het vervolg van deze boerderij is kort samen te vatten; de volgende generaties Wantenaar volgden elkaar op en thans boert de 4egeneratie er. Ook zijn in de loop der jaren de boerderijen Birkstraat 125a en Birkstraat 127 afgesplitst en zelfs de nieuwe locatie van de stichting "De Paardenkamp" behoorde vroeger tot 't DERDE ERF.
Wat gebeurde er met het weiland waar later "het (nieuwe) DERDE ERF" ontstaan is?
Op de veiling in 1875 werd dit perceel ingezet door de heer Jan Bredee, gemeente ontvanger van Soest. Hoe zijn financiële positie op dat moment was weten we niet maar wel dat hij aan speculatiezucht leed en veel geld met Amerikaanse spoorwegaandelen heeft verloren [9]. Uit het repertorium van notaris Collaard blijkt dat Jan Bredee en de notaris geen vreemden van elkaar zijn want voor de gemeente Soest hebben ze regelmatig contact met elkaar.
Na afloop van de veiling verklaart J. Bredee in opdracht van Vrouwe Christina Johanna van Andel gehandeld te hebben en deze was gehuwd met notaris Willem Collaard
Dit wat wonderlijke verloop hebben ds. Bos of J.G. Hilhorst niet beschreven.
Ook heeft Jan Bredee nog 2 andere losse kavels aan zijn broek gehouden en deze komen nog een keer ter sprake want één daarvan is de boerderij "Het EERSTE ERF" thans Birkstraat 139 Er zal 's avonds in huize Collaard nog wel even nagepraat zijn want mevrouw moest even Fl. 27600,-- ophoesten.
(wordt vervolgd)
BRONNEN
[1] JAN H.M. HILHORST EN Jos G.M. HILHORST. SOEST, HEES EN DE BIRKT VAN DE ACHTSTE TOT DE ZEVENTIENDE EEUW. HILVERSUM, 2001.
[2] GEMEENTE ARCHIEF SOEST INVNR.1317, DOMINEE Bos, MANUSCRIPT GESCHIEDENIS SOEST
[3] STREEKARCHIEF AMERSFOORT, NOTARIEEL ARCHIEF AMERSFOORT BNR.83 AT 055E017 NOT. ELBERT JAN WISSELINGH AKTENR.35
[4] GEMEENTE ARCHIEF SOEST INVNR. 855, STAAT VOOR HET VEEFONDS 1832
[5] STREEKARCHIEF AMERSFOORT, NOTARIEEL ARCHIEF AMERSFOORT, AT 056E022 NOT. VAN WERKHOVEN REP. 2179
[6] KADASTER ARCHIEF UTRECHT DEEL 185 AKTE 78
[7] J.G. HILHORST. HOFSLOT EN ZIJN BEWONERS. (NIET GEPUBLICEERD)
[8] STREEKARCHIEF AMERSFOORT, NOTARIEEL ARCHIEF BAARN INV. 501 NOT. WILLEM COLLAARD REP. 1274 EN 1293
[9] JOHAN BREDEE - JEUGDHERINNERINGEN GEPUBLICEERD IN VAN ZOYS TOT SOEST 5 JRG.NR. 4 EN 6E JRG. NR. 1
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.