J.J. Meerts
Als de heer Andries de Wilde op 8 december 1823 op een veiling van de erfgenamen "Rozenik" de buitenplaats "Pijnenburg" onder Baarn met de gronden daar omheen koopt, koopt hij gelijktijdig acht kavels bosch - hei - venen — bouwland, samen groot ca. 150 hectare op Laag Hees onder Zoest. Een klein gedeelte van deze gronden (zie kaart nr. 1) heeft een vermeldenswaardige geschiedenis n.l. de gedeelten nr. 4, 29 en 30.
Op 17 April 1841 verkoopt de heer Andries de Wilde aan Prins Willem Frederik Georg Lodewijk (Koning WillemIII) ongeveer drie hectare land (huis en tuin) met de vermelding "Huis opgetrokken 1840 door Andries de Wilde uit eigen fondsen nieuw opgetrokken" (op perceel nr 30):
Een Heeren Huizinge onlangs geheel nieuw uit den grond opgebouwd bevattende vier zeer ruime beneden en zes dito bovenkamers zeer proper behangen geverfd en gestucadoord en van stookplaatsen voorzien, voorts eene ruime gangtrap en droogweder provisiekamer, keuken en kelder betimmerde wijnhokken en wijders alles wat tot eene fatsoenlijke woning wordt vereischt. Bij dit perceel behoort een stuk gronds groot twee Bundert en achttien roeden gedeeltelijk voor moestuin en gedeeltelijk met Engelsen plantsoen.
Op 28 Augustus 1841 verkoopt Koning Willem III dat zelfde stuk grond met huis aan de heer Bernardus Johan Rothuys. Op 23 oktober 1841 verkoopt de heer Andries de Wilde aan de heer Rothuys een gedeelte van de gronden rond het bovengenoemde waaronder een schapenstal en een daghuurderswoning (arbeiderswoning). Zie kaart nr 1, de gedeelten 1-5-22-23-24-25-26-27-28-31), waarvoor een gedeelte, nr 31, als uitbreiding aan de nummers 4-29-30 wordt toegevoegd. Er wordt een laan aangelegd en een vijver gegraven. (zie kaart nr 2).
Op 25 mei 1849 verkoopt de heer B.J. Rothuys de bovengenoemde gronden, waarvan een gedeelte wordt omschreven als " Terrein van vermaak doorsnede met eene waterpartij met vaste brug en waarop vroeger een heerenhuizinge stond doch sedert verscheidene jaren is geamoveerd geworden" terug aan de heer Andries de Wilde.
Op 15 september 1860 verkoopt Andries de Wilde de buitenplaats "Pijnenburg" met de gronden onder Baarn — de Vuursche en Hilversum aan de heer Herman Albrecht Isinger.
Het gezin de Wilde woonde in de winter in Utrecht en Andries besluit in 1860 een nieuw zomerverblijf te bouwen. Hij kiest daarvoor het stuk grond zoals hiervoor vermeld (kaart 1, nr 30) en laat het nieuwe huis bouwen op de fundering van het afgebroken huis dat hij in 1840 zelf had laten bouwen. Het nieuwe buiten wordt Zuid of Klein Pijnenburg genoemd. In de zijgevel is een steen ingemetseld met de tekst " Henriëtte de Wilde heeft eerste steen gelegd I mei 1862".
Het huis zelf was zeer comfortabel ingericht met een prachtige smaakvol aangelegde tuin met daarachter uitgestrekte weilanden, bossen, heide en vennen, met lanen met oude beuken en eiken en verschillende boerderijen in die tijd door Andries de Wilde aangelegd en gebouwd, alles gelegen op Hees onder Soest:
De nieuwgebouwde Heerenhuizinge met tal van hagen en bijbehorend smaakvol aangelegd terrein, doorsneden met wandelwegen en bloemperken en beplant met verschillende welig groeijende houtgewassen.
Andries de Wilde is op 24 april 1865 in Utrecht overleden en is op de Lage Vuursche begraven.
De erfgenamen besluiten op 12 oktober 1865 alle onroerende goederen op Hees te verkopen tijdens een veiling. Herman Albrecht Isinger is voor bijna alle kavels, inclusief het nieuw gebouwde buitenhuis, de koper. Als de heer Isinger in 1911 is overleden heeft hij zijn onroerende bezittingen bij legaat overgedaan aan zijn kleinzoon Edmond (overleden 1951) die het huis de naam "De Hoefslag" en het koetshuis "De Ruif' heeft gegeven.
Het huis heeft diverse bestemmingen gehad, onder andere werd het op 27 mei 1930 in gebruik genomen als buitenverblijf van de Stichting Luthers Buitencentrum en als zodanig gebruikt tot najaar 1931.
Het bood de mogelijkheid 20 gasten te herbergen; het koetshuis had 20 slaapplaatsen. Bij het huis behoorde 5 ha. Bos. De inrichting was bijzonder primitief.
Het is ook in gebruik geweest als pension. Na de tweede wereldoorlog is het een aantal jaren in gebruik geweest als jeugdcentrum van de Hervormde Gemeente van Amsterdam-Sloten.
Een lid van onze vereniging, de heer Bijl, heeft er in 1946 en 1947 als Amsterdams jochie enkele weken vakantie gehouden. In 1956 was het in pacht bij de heer Pieter Hendrik Oosthout, die er een manegebedrijf voerde en die achter in het bos een binnenmanege liet bouwen.
In 1956 kwam het door erfenis in handen van mevr Anne Elisabeth Insinger. Zij verkocht het in 1971 aan de heer Everard Carolus Higler. In 1980 kocht de heer Pieter Hendrik Oosthout het en verkocht het in 1985 aan de heer Wim Stevens, die het op zijn beurt in 1993 verkocht aan de huidige bewoners.
BRONNEN:
G.A. UTRECHT, AMERSFOORT EN BAARN
KADASTER ARCHIEF UTRECHT
FOTO-ARCHIEF GEMEENTE SOEST
LUTHERS KERKARCHIEF HAARLEM.
POSTKAARTEN(HRBIJL), DIE TEVENS DE HISTORISCHE GEGEVENS VAN DE LUTHERSE EN HERVORMDE TIJDEN VERSTREKTE.
Uitvoerige brongegevens zijn voor belangstellenden beschikbaar bij de heer Meerts.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.