W.P. de Kam
In de serie levensbeschrijvingen nu nummer 3. De nrs. 1 (Batenburg) en 2 (Veenstra) zijn opgenomen in de vorige nummers van "Van Zoys tot Soest" (21 jaargang nrs.2 en 3).
Deze levensbeschrijving is gewijd aan Henricus Theodorus Horvers, die in het eerste kwart van de 20e eeuw een belangrijke bijdrage leverde aan de Soester samenleving.
DIXI' (IK HEB GESPROKEN)
Henricus Theodorus Horvers werd op 11 december 1870 te Tilburg geboren als zoon van Theodorus Horvers en Wilhelmina Leemans.
Na zijn vestiging in Soest (1897) is hij op 30 april 1898 in het huwelijk getreden met Maria Cornelia Schoppenhauer. Uit dit huwelijk zijn twee kinderen geboren , te weten: Wilhelmina Adriana (1899) en Ernst Frederik Maria (1901).
Na het overlijden van Maria Schoppenhauer(1931) is de heer Horvers op 1 juni 1932 hertrouwd met Helena Adelheid Frederica Jozefina Schattenberg.
De heer Horvers is overleden op 9 februari 1936
Toen Henricus Horvers in Tilburg het levenslicht aanschouwde had zijn vader al een Europees avontuur achter de rug. Hij had gediend als zouaaf in het pauselijk leger dat was gevormd om PausPiusde 9dete hulp te komen in zijn strijd tegen zijn vijand Garabaldi die hem al zijn vorstendommen wilde afnemen. In het Weekblad van Tilburg van 26 oktober 1867 is één van de lange brieven opgenomen die Theodorus Horvers schreef aan zijn ouders, broers en zus vanuit Italië.
Er is over die episode veel vastgelegd. Vanuit Soest hebben ook een tiental jongemannen als zouaaf gediend in het pauselijk leger. Van één van hen zijn de belevenissen uitgebreid beschreven in ons tijdschrift 'Van Zoys tot Soest' in de jaren 1991 tot en met 1994.
We mogen aannemen dat vader Theo Horvers zijn oudste zoon Henri als opgroeiende rooms-katholieke jongeling uitgebreid verteld heeft over zijn avonturen. En wellicht zijn dat de hoogtepunten geweest in zijn jeugd die wat betreft het gezinsleven toch door veel zorg en tegenslag werd gekenmerkt. Zo werden na Henri nog 7 kinderen geboren waarvan er zes op zeer jonge leeftijd zijn overleden en zijn enige broer die overbleef gehandicapt was. Zijn moeder overleed in 1885 op 45 jarige leeftijd toen Henri 14 jaar was.
Zijn vader die spinner en drukkersknecht was geweest werd huisbaas bij een fraterhuis in Tilburg. Mede als gevolg van deze connectie werd Henri in de gelegenheid gesteld om te studeren voor onderwijzer bij de fraters. Voor frater had Henri geen ambitie als gevolg waarvan een onderwijzersfunctie in Brabant of Limburg moeilijk was. Dus werd het boven de rivieren geprobeerd. Zo is hij in Soest terecht gekomen..
Nadat hij op het station Soestduinen was uitgestapt ( de spoorlijn Utrecht-Baarn was nog niet aangelegd) is hij gaan lopen naar de pastorie van de Petrus- en Pauluskerk voor een ontmoeting met pastoor Peer. Dat was dus een heel eind. Voordat hij daar arriveerde stapte hij het café binnen van Chris Uytendaal (het huidige Luikje) om een opkikkertje te nemen. Chris die koorzanger was meende dat Henri Horvers een behoorlijke kans maakte om de betrekking te krijgen omdat hij muzikaal was aangelegd . De heer Uytendaal kreeg gelijk. De heer Horvers werd benoemd tot onderwijzer aan de jongensschool St.Bonifacius.
Volgens de registers van de burgerlijke stand vestigde Horvers zich in Soest op 4 mei 1897 op het adres Bunt B 55 bij de fam.Schoppenhauer (korenmolenaar van de molen De Vlijt).
Al spoedig leerde hij een familielid daarvan nader kennen. Dat was Maria Cornelia Schoppenhauer, die woonde bij haar ouders op het Kerkpad bij de bakkerij die daar was gevestigd in het pand waar nu café De Kuil is.
Het paar trad in het huwelijk op 30 april 1898 en vestigde zich aan het Kerkpad. Eén van de getuigen bij het huwelijk was de toenmalige gemeentesecretaris Jonkergouw die bevriend was met de heer Horvers.
Als onderwijzer van de St.Bonifaciusschool heeft de heer Horvers nog gewerkt in het in 1871 gebouwde verenigingsgebouw (de school was gevestigd in de latere "zaal Noord" van het verenigingsgebouw). In 1901 zijn naast het verenigingsgebouw een nieuw schoolgebouw en onderwijzerswoning gebouwd, die er beide nu nog staan.
Tot 1934 is de heer Horvers aan die school verbonden geweest. Bij zijn afscheid werd hij o.a. toegesproken door één van zijn eerste oud-leerlingen, de gemeentesecretaris Joop Batenburg (zie voor de levensbeschrijving van Batenburg het herfstnummer 2000 van dit tijdschrift).
De activiteiten van de heer Horvers beperkten zich niet tot zijn onderwijzersfunctie. Zoals reeds is opgemerkt, was hij muzikaal. Hij heeft gedurende lange tijd het orgel bespeeld in de parochiekerk en het kerkkoor St. Cecilia begeleid. Bovendien is hij jarenlang dirigent geweest van dit koor (als opvolger van Ebbenhorst). Gedurende een bepaalde periode van zijn dirigentschap speelde zijn zoon Ernst op het orgel. De heer Horvers was tevens directeur van de r.k. muziekvereniging van de oude r.k.parochie.
Samen met zijn vriendAldersvan de kunsthandel aan de Steenhoffstraat schreef en verzorgde hij toneelstukken en toneelopvoeringen.
Daarnaast was hij actief in het schrijven van gedichten en liederen. Ter gelegenheid van de viering van het 900 jarig bestaan van Soest in 1929 schreef hij een feestlied dat toen en later werd aangemerkt als het Soester volkslied. Het staat afgedrukt in Van Zoys tot Soest' , 13e jaargang nr. 1 (zomer 1992). Jarenlang verzorgde hij wekelijks een rijmgedicht in de Soester Courant onder de schuilnaam Dixi (dat betekent: ik heb het gezegd). Als eerbetoon aan hem volgt hieronder zijn gedicht met een pleidooi voor het behoud van de laatste molen, waar hij bij zijn komst in Soest al snel mee vertrouwd raakte toen hij zijn intrek nam bij de toenmalige molenaar van de molen. Overigens is het te hopen dat de titel van het gedicht binnen afzienbare tijd niet meer klopt.
De laatste molen
Als het waar is, wat de bladen
melden van de noeste "Vlijt";
dat de laatste Soester molen
gaat verdwijnen, och wat spijt.
Hoeveel lange, lange jaren
zwaaide hij zijn wieken rond.
Vaak tot in het avond-duister
van den vroegen morgenstond.
Hij, de vriend van alle Soesters
Van de grijsheid en het kind
Hij, die zijn behangen schepte
in het dart 'len met den wind.
Hij, die velen kon betoov'ren
wat zijn omloop mocht te bien,
waar hij bij de held're zonne
' t mooiste landschap ons liet zien.
Gaat men hem straks snood berooven v
an zijn omloop en zijn wiek?
'k Zie hem in mijn geest staan treuren
in zijn naaktheid, dood'lijk ziek.
Spaar toch onzen laatsten molen.
Maak er dan een theehuis van
met een zitje op den omloop,
als 't wellicht niet anders kan.
Sloop toch niet z' n mooie vlerken
en z'n ouden gordelriem.
Elke slag tot zijn vernieling
drijft in 't Soester hart een priem
Spaar den laatsten Soester molen.
Laat hem in z 'n ouden glans.
't Nageslacht zal dankbaar roemen
en u lauw' ren met een krans.
DLYI, 2 mei 1930.
Het pleidooi heeft niet mogen baten.
Op 9 februari 1936 overleed de heer Horvers na een kortstondige ziekte. De begrafenis trok veel belangstelling. De Soester Courant berichtte daarover het volgende:
"Na een plechtige H.Mis van Requiem, waarin door het zangkoor werd uitgevoerd de 4-stemmige Mis van Perosie, werd de overledene, voorafgegaan door de leerlingen der r.k. jongensschool grafwaarts gedragen door de leden van het Kerkkoor, waarvan de overledene zoo lange jaren directeur was. De beaarding werd verricht door den Zeer Eerw.Heer PastoorVoss,waarna door het zangkoor op verdienstelijke wijze werd gezongen " Pië Jezu". Zeer onder den indruk verlieten velen den doodenakker."
Voor de heer Horvers, die een sociaal bewogen mens was, was zeker van toepassing de Latijnse spreuk: "Di'xi et a'niman me'am salva'vi" ( ik heb gesproken en mijn ziel gered)
Dat spreken deed hij op muzikale en dichterlijke toon, waarvan 'de klank' mede door deze levensbeschrijving in de geest nog hoorbaar' is.
N.B. De gegevens voor dit artikel zijn ontleend aan het gemeente-archief van Soest en het gemeentearchief van Tilburg. Daarnaast is een belangrijke bijdrage geleverd door een klein-zoon van de heer Horvers, de heer J.H.E. van Dorresteijn, Kerkpad ZZ 100, die de gegevens weer heeft gekregen van zijn vader(één van de getuigen bij het tweede huwelijk van de heer Horvers) die op hoge leeftijd in 1998 is overleden (een interview met de vader van de heer van Dorresteijn is opgenomen in de jubileumkrant van de Soester Courant die verscheen op 30 augustus 1997). De gegevens over het schoolgebouw van de Bonifaciusschool zijn ontleend aan het boekje De Petrus- en Paulusparochie van de heer F.S.I. Knaapen.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.