Joop Piekema
Vervolgartikelen in deze serie over de Annalen van het Jozefgesticht:
- Annalen van het Sint Jozefgesticht deel 2 (1871-1887) - Winternummer 2000
- Annalen van het Sint Jozefgesticht deel 3 (1888-1919) - Lentenummer 2001
- Annalen van het Sint Jozefgesticht deel 4 (1939-1945) - Zomernummer 2001
- Aanvulling en Korrektie op de Annalen van het Sint Jozefgesticht - Winternummer 2001
Op 29 juli 1822 sticht Pater Matthias Wolff te Amersfoort de eerste onderwijscongregatie van Zusters in het toen nog Hollandse missiegebied. Zij noemen zich - omdat Maria hun bijzonder patrones en voorbeeld is - de Zusters van Onze Lieve Vrouw. De Congregatie bezit Pauselijk recht, haar constituties zijn door Rome goedgekeurd. Pro eis sanctifico meipsum - om hen heilig ik mezelf. Deze woorden geven het tweevoudige doel van de Congregatie aan. Dit tweevoudige doel doet de Congregatie van de Zusters van O.L.Vrouw van Amersfoort een plaats innemen onder de gemengde orden. Het werkzame leven wordt met het beschouwende verenigd. Op alle Zusters rust de verplichting werkzaam te zijn als Martha én Maria, actief en contemplatief. De werken van barmhartigheid worden actief beoefend, namelijk door onderwijs en opvoeding van de vrouwelijke jeugd, de verpleging van zieken en ouden van dagen, en het - vanaf 1926 - geven van onderwijs in missiegebieden o.a. op Java. Rond 1950 is de congregatie op 26 plaatsen in Nederland werkzaam, uitsluitend boven de grote rivieren, zij beheert dan 34 inrichtingen, zoals gestichten voor ouden van dagen, huishoudscholen, een meisjespensionaat voor schipperskinderen, een school voor buitengewoon lager onderwijs en een kweekschool.
In 1868/69 verrijst te Soest, onder de bezielende leiding van Pastoor W.Steenhoff, het St. Josefs-gesticht, naar ontwerp van architect A.C. Bleijs. Hoofdoel van de instelling is de verpleging van ouden van dagen, gecombineerd met onderwijs aan een bewaarschool, een handwerkschool en een leerschool. Voor de vervulling van deze liefdewerken had Pastoor Steenhoff de hulp ingeroepen van de Zusters van O.L.Vrouw van Amersfoort. En met succes. Er was trouwens voor de Zusters nóg een reden om tot vestiging in Soest over te gaan, namelijk de dringende noodzaak om voor de steeds toenemende onderwijstaken van de Congregatie een kweekschool voor religieuzenonderwijzeressen op te richten. In Amersfoort kwam zo'n instelling niet van de grond. De Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. A.I.Schaepman, opperde de vraag, of de Normaalschool dan niet in Soest zou kunnen worden gevestigd. Pastoor Steenhoff werd geraadpleegd, en hij was terstond bereid aan de wens van de Aartsbisschop te voldoen. De inwijding van het Gesticht vindt plaats op 15 september 1869.
Voor ons verdere verhaal zal worden geciteerd uit de Annalen van het St. Josefs-Gesticht, die het tijdvak bestrijken van 1869 tot 1962 . De annalen berusten in het Moederhuis, Zuidsingel 38/41 te Amersfoort, het bekende huis met de paarse ruitjes, waar zich ook het archief van de Congregatie bevindt. De inhoud van de twee dikke folianten zal - althans voor een groot deel - voor het gemeentearchief worden gekopieerd. De periode van 20 september 1869 tot 1 januari 1871 wordt hieronder volledig weergegeven, daarna - in de volgende afleveringen - zal uit het omvangrijke aanbod een keuze moeten worden gemaakt. Indien ter verduidelijking in een enkel geval aan de oorspronkelijke tekst iets moet worden toegevoegd gebeurt dit tussen haakjes. Mijn bijzondere dank gaat uit naar Zuster Jacqueline van Breemen, archivaris van de Congregatie van O.L. Vrouw van Amersfoort; zij is zo vriendelijk geweest om een veelheid aan materiaal voor de openbare dienstverlening ter beschikking te stellen.
1869
Het St.Josefs-Gesticht te Soest, in 1868 door den hoogeerwaardigen heer Dr.Wilhelmus Steenhoff, Kamerheer van Z.H.Paus Pius IX en Leo XIII en Pastoor der Parochie, opgericht, wordt in 1869 aan de zorgen der Congregatie van O.L.Vrouw van Amersfoort toevertrouwd; het is een eigendom der Parochie te Soest, en staat onder den tijdelijken Pastoor.
sep 20. De algemeene Overste Marie Xavier, zendt de zusters, Marie Ursule (Nieuwenhuizen) van Maarssen, als overste, Marie Blanco van Soest, Marie Hilaria van Alkmaar, Marie Plechelma van Enteren, derwaarts; zij worden door den hoogeerwaarde Heer Pastoor W. Steenhoff ontvangen, alsook door de heeren der Commissie van het St.Josefs-Gesticht.
sep 23. Het getal zusters wordt met 3 vermeerderd: Zuster Marie Rufina van Utrecht, zuster Marie Suzanna van Eemnes, en zuster Marie Seraphique (A.M.A.Neuhaus) van Nahrendorf; des avonds heeft de inwijding van het Gesticht plaats.
sep 24. Eene Bewaarschool voor jongens en meisjes wordt geopend en onder de bescherming van Onze Lieve Vrouw geplaatst; zuster M.Blanco, en zuster M. Plechelma beginnen dezelve.
sep 27. Zuster Marie Gabriel (C.A.M.Fock) van Utrecht komt als achtste zuster.
sep 29. Op den feestdag van den H. Aartsengel Michaä wordt de Leerschool der meisjes geopend; zij draagt zijn naam, Zuster M. Seraphique als Hoofd-, en zuster M. Gabriëlals Hulponderwijzeressche.
okt 08 . Het gesticht tot verpleging van ouden van dagen begint met het opnemen van Maria van Birkhoven die hulpbehoevend is en niet in haar onderhoud kan voorzien.
okt 16. Nelletje van der Veer, wed. van Cornelis de Bruin, oud 76 jaren komt om verpleegd te worden.
okt 17. De normaalschool der kweekelingen die tot haar achttiende jaar tot het afleggen van een examen als Hulponderwijzeres zullen voorbereid worden, begint met 4 kweekelingen: Anna Driessen; Huberdine Schoonderbeek, Louise Martijn uit 's Gravenhage, en Maria Kemper van Calcar.
1870
jan 04. Eene groote hoeveelheid kleedingstukken wordt aan de arme kinderen der beide scholen uitgedeeld. De behoeftige ouders worden daardoor schadeloos gesteld voor het nadeel dat hun door de Commissie van het Fonds voor de behoeftige schooljeugd van wijlen de Koningin Moeder Anna Paulowna werd toegebracht; die Commissie sloot de leerlingen die in het St.Josefs Gesticht onderwezen worden van de belooning uit die hun op de Openbare Scholen voor het getrouwe schoolbezoek werd gegeven. De jeugd wordt daarbij onthaald op chocolade en broodjes.
jan 06 . Nelletje de Bruin sterft na eene ziekte en krankzinnigheid van eenige weken.
apr 20. Anna Driessen vertrekt naar Utrecht om haar examen af te leggen.
apr 22 . Anna Driessen is geslaagd en bekomt eene Akte als Hulponderwijzeres.
mei 04 . Maria Duinstra van 's Hage komt als kweekeling.
mei 06 . Nicolaas Hilhorst komt om als grijsaard verpleegd te worden.
mei 31 . Cornelia Broeke van Amsterdam, en Adée de Nocker van 's Gravenhage komen als kweekelingen.
jul 26 . De kweekelingen gaan eene maand bij hare ouders vacantie houden; Marie Kemper vertrekt om niet terug te keeren.
sep 01 . De kweekelingen komen terug; Suzanna Banning van Utrecht vermeerderd haar getal.
sep 20. Gerritje Westerveld, weduwe H.Bresser, oud 50 jaren en Maria Hage, oud 70 jaren, komen om verpleegd te worden. Jan Westhof komt in het gesticht.
sep 29 . Op den feestdag van Mgr. W.Steenhoff, zijne verjaring, wordt eene kamer als kapel ingericht plechtig ingewijd, en de H. Mis voor het eerst daarin opgedragen door den hoogeerw. Heer Pastoor, in tegenwoordigheid van de weldoeners die de middelen daartoe hebben verstrekt. De bewoonsters van het Gesticht, de kweekelingen, de oudste leerlingen der St.Michael-school naderen tot de Tafel des Heeren. Het kapelletje wordt toegewijd naar de Onbevlekte Moedermaagd, wier beeltenis, - een geschenk van Mejuffrouw H. Laarman van Amsterdam, boven den tabernakel prijkt; de tabernakel is een geschenk van den hoogwelgeboren Heer, baron (Anne Willem) Witsen Straalman ( was eigenaar-bewoner van de buitenplaats "Witsenburg", later bekend als "Fair Hill" en "Villa Colenso" van A.Cancrien).
Van heden te beginnen wordt elke week donderdags de H.Mis in het kapelletje opgedragen.
dec 24. Vigilie van het H. Kerstfeest, wordt het H. Sacrament des Altaars des morgens te 11 uren door Mgr. Steenhoff van de Parochie naar de St.Josefs kapel gebracht. De zusters wachten met brandende kaarsen den Hemeischen Gast; de oude menschen zijn in de kapel; bij aankomst heffen de kweekelingen den "Benedictus" aan. Het H. Sacrament blijft een oogenblik ter aanbidding uitgesteld; na den Cantica ne Adorote sluit Pastoor Steenhoff den tabernakel.
dec 28. Bij het eerste plechtige Lof in de kapel zijn tegenwoordig veel weldoeners van het Gesticht, de Algemeene Overste, zuster Marie Xavier, hare assistentiezuster Marie Philoméie en nog drie zusters van Amersfoort; Pstoor Steenhoff houdt eene treffende aanspraak en is door de gift van den Heer Jan Kok in de gelegenheid gesteld geworden het H. Sacrament in eene fraai remonstrance ter aanbidding uit te stellen.
dec 29. Moeder Marie Jodoca van Vlaardingen komt om zuster M. Rufine die teringziek is te vervangen.
dec 31 . Joanna van den Brink, oude vrouw, wordt door de familie Kok in het Gesticht onderhouden.
dec 31 . Peter de Ruig komt in het Gesticht om verpleegd te worden.
BRONNEN:
ANNALEN VAN HETST. JOSEFS GESTICHT TE SOEST, 1869-1962 (ORIGINEEL BIJ OLV VA N AMERSFOORT, KOPIE GEMEENTEARCHIEF SOEST);
UIT DE GESCHIEDENIS VA N DE CONGREGATIE VA N DE ZUSTERS VAN O.L. VROU W TE AMERSFOORT, AFLEVERING 2, MAAR T 1976, EN AFLEVERING 14, NOVEMBER 198 4 (IDEM ALS VORIG) ;
ZONNNEHARTSBLOEM, BROCHURE GEWIJD AA N DE ACTIVITEITEN VAN DE CONGREGATIE VAN DE ZUSTERS VAN O.L. VROU W VAN AMERSFOORT, Z.J., CIRCA 1954 (IDEM ALS VORIG).
Ds. J.J.Bos, MANUSCRIPT SOEST, 1907, GEMEENTEARCHIEF SOEST, INV. NR 131 7 (BETREFFENDE "WlTSENBURG").
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.