Wim Peters
"In 1836 zagen Pieter van Roomen en buurman Hendrik Butzelaar kans om de eveneens aan de Grote Melm gelegen boerderij van de familie De Beer te kopen. Later werd deze boerderij geheel eigendom van de familie Butzelaar."
Een citaat uit de beschrijving van de genealogie van de Familie van Roomen in nummer 4 van Van Zoys tot Soest van 1998 bracht mij er toe na te gaan in hoeverre de tot het archief van de Historische Vereniging behorende bescheiden wat meer duidelijkheid zouden kunnen verschaffen. Een groot deel van de originele afschriften van eigendomsbewijzen van Hendrikus Butzelaar behoort immers daartoe.
In het archief is inderdaad de originele kopie van de akte te vinden. Zij beschrijft minitieus de procedure die leidde tot de onderhavige verkoop en koop. Anders dan het citaat doet vermoeden was het niet Pieter van Roomen die het initiatief nam. Het was Hendrik Butzelaar, die na de koop verklaarde "voor zich als voor Pieter van Romen, landbouwer insgelijks te Soest voornoemd woonachtig" de koop te doen, doch dit terzijde.
"In het Jaar Eenduizend Achttienhonderd Zesendertig op Dingsdag den Derde Mei te zeven uren 's avonds " compareerden voor notaris Frans Pen:
"Zeger Hendrikze de Beer Landbouwer woonachtig in de gemeente van Soest, binnen het gemelde kanton, zoo voor zich zelve uit hoofde der gemeenschap van goederen welke tusschen dezelve en zijne overleden Echtgenote Barbara Gerritze Hak heeft bestaan, als in hoedanigheid van wettige voogd over zijne nog minder-jarige dochter Everdje de Beer door hem bij wijlen gemeld zijne Echtgenote in huwelijk verwekt
Nelletje de Beer Echtgenote van Jan Fokke k/eedermaker ten deze met dezelve haren man geadsisteerd en door hem tot het teekenen en passeeren dezes geauthoriseerd
En Gerrit de Beer meerderjarig Jongman mede van beroep Landbouwer beide insgelijks te Soest voornoemd woonachtig.
In tegenwoordigheid van dezelve Gerrit de Beer in qualiteit als toeziende voogd over zijn nog minderjarige zuster evengemelde Everdje de Beer zijnde hij tot deze postwelke door hem aangenomen benoemd en aangesteld bij famillieraadsbesluit in dato den Eersten April laatstleden behoorlijk geregistreerd en waarvan een afschrift aan de tegenwoordige Minute is geannexeerd"
Volgens De Bevolkingsgegevens van Soest uit 1813 was Zeger Hendrikse de Beer, zoon van Hendrikus Rutgerse de Beer, in die tijd houtkoper. Het gezin woonde op nummer 82.
In 1836 is hij omstreeks 63 jaar oud; zijn echtgenote Barbara Gerritze Hak is zoals vermeld - overleden. De oudste dochter Nelletje is dan ruim 30 jaar en getrouwd met Jan Fokke; haar broer Gerrit 25 jaar. De jongste dochter Everdje was in 1813 nog niet geboren en is in 1836 inderdaad nog minderjarig. Allen zijn in Soest geboren.
Tenslotte was aanwezig de Heer Jan van Goudoever, vrederechter [1] van het kanton van het kwartier Amersfoort; hij werd geassisteerd door de Griffier "overeenkomstig de voorschriften der Wet van den Twaalfden Junij Achttien honderd zestien".
Waarom vindt deze verwijzing plaats?
De betreffende wet "Gegeven in 's-Gravenhage, den 1 2den Juni des jaars 1816, het derde Onzer Regering" (van Koning Willem I) geeft een regeling van de formaliteiten, die in acht genomen moeten worden bij de verkoop van onroerende goederen waarbij minderjarigen zijn betrokken of als er bijvoorbeeld sprake is van faillissement.
De uitvoering van de bepalingen en de formaliteiten, die tot dan toe bij publieke verkoop van onroerende goederen waar o.a. minderjarigen bij betrokken waren, leverde veel vertraging op en veroorzaakte nutteloze kosten. En daarom werd besloten tot "het daarstellen eener algemeene wet aan alle onderdanen die zich in het geval bevinden, het effect doen genieten der te voren bijzonderlijk toegestane dispensation, en tevens voor de belangen der minderjarigen en verdere bij zoodanige publieke veiling van onroerende goederen, geconcerneerde personen en boedels, in den hoofde dezes breeder omschreven, zorgvuldig waken;"
Van toepassing is in deze zaak artikel 2 van de genoemde wet dat luidt als volgt:
"Eerstelijk: met betrekking tot onroerende goederen, aan minderjarigen of die daar mede zijn gesteld, geheel of gedeeltelijk in eigendom toebehoorende:
§ 1. De voogden, welke de verkooping van onroerende goederen, aan hune pupillen of aan geinterdiceerden [2] , hetzij geheel of tendeel, in eigendom toebehoorende, voor derzelver belang noodzakelijk oordeelen, zullen gehouden zijn de autorisatie tot den publieken verkoop te vragen aan den familieraad, zamengesteld zoo als bij de wetten is bepaald.
§ 2. De autorisatie door den familieraad verleend zijnde, zal dezelve bij rekeste ter homologatie of bevestiging moeten worden ingediend aan de regtbank van eersten aanleg, welke daarop, na verhoor van den officier, zal beslissen, en ingeval/e de homologatie wordt ver/eend, tevens een notaris zal benoemen, voor wien de publiek verkoop zal worden gehouden.
§ 3. Wanneer de onroerende goederen, zoo wel aan meerderjarigen als aan minderjarigen, of die daarmede gelijk staan, in eigendom toebehooren, en de meerderjarigen verlangen tot den publieken verkoop over te gaan, zullen dezelve het vermogen hebben om (zonder voorafgaande autorisatie van den familieraad) zich bij rekeste te adresseren aan de regtbank van eersten aanleg, ten einde autorisatie tot dien verkoop te erlangen, welke regtbank, na de voogden der minderjarigen of geinterdiceerde mede-geintresseerden in hun belang en den officier in zijne conclusien gehoord te hebben, op het gedaan verzoek zal disponeren; en het verzoek toestaande, tevens een notaris zal benoemen voor wien de publieke verkoop zal worden gehouden.
§ 4. De publieke verkooping zal vervolgens in beide gevallen, sub § 2 en 3 vermeld, door den benoemden notaris, in tegenwoordigheid van de voogden en toeziende voogden, en ten overstaan van den vrederegter van het kanton, alwaar de boedel is gevallen, gehouden worden."
De akte is daarom ook zo interessant omdat zij een redelijk gedetailleerde beschrijving geeft van de aanleiding, die leidde tot de verkoop/koop van het onroerend goed aan de Grote Melm en uiteindelijk de uitvoering ervan.
Er was een gerechtelijke bekrachtiging (homologatie) van de autorisatie van de familieraad door de rechtbank voor nodig en het vonnis was openbaar gemaakt:
"Krachtens het vonnis gewezen bij de Regt bank van Eerste aanleg, zitting houdende te Amersfoort waarvan de Expeditie behoorlijk geregistreerd mede aan de tegenwoordige Minute is geannexeerd, op heden ter dezer uur ten huize van Anthony Fokken, kastelein in de herberg genaamd de Koophandel [3] binnen de meermaals gemelde gemeente van Soest in het openbaar te veilen en aan de meest biedende of eerst mijnende te verkoopen de hierna breder omschrevene vaste goederen daarvan de aankondiging hadden laten doen door aanplakking van gedrukte billetten en dat tevens de ondergetekende notaris op hun verzoek had ingesteld de Memorie van lasten bevattende eene opgave en beschrijving van de te veilen perceelen."
Helaas geeft het afschrift geen beschrijving van de lasten van het betreffende perceel; het betreft immers niet de originele minute, doch een afschrift t.b.v. de heren Butzelaar en Van Romen, de uiteindelijke kopers van kavel nummer 1. Wel beschrijft zij het eerste perceel:
"Een huizinge zijnde een boerenwoning voorzien van stalling voor Paarden en hoornvee, twee schuren, hooiberg, Erve en Moestuin voor het geheel groot drienzeventig roeden zevenenzestig Ellen staande en gelegen onder de Gemeente van Soest genaamd de Melm, Strekkende van het land van Peter van Romen oostwaards op tot in de Riviere den Eem, belend wijders aan de eene zijde de Hoog Welgeboren Heer Jonkheer Mr Joan Huijdecoper van Maarsseveen en aan de andere zijde Hendrikus Butzelaar op de Cadastrale legger der Gemeente bekend onder Sectie A nummer 27, 28, 29 en 30 "
Zowel Hendrikus Butzelaar, die getrouwd was met Stijntje Hendrikse de Beer (een zus van Zeger de Beer?), als Pieter van Romen waren dus buren van de verkopers.
Omdat de kadastrale registratie van de percelen nog onvoldoende was ingevoerd wordt in vele akten uit die tijd de "aankomsttitel" vermeld. Ook in deze akte is dat het geval en dat wordt als volgt beschreven:
"De comparant Zeger Hendrikze de Beer met zijne overledene Echtgenote Barbara Gerritze Hak gehuwd zijnde in eene gemeenschap van alle goederen die hun wederzijds staande huwelijk ook bij Erffenis zoude opkomen, heeft dezelve perceelen gedurende hetzelve huwelijk verkregen uit de Boedel en nalatenschap van wijlen zijnen vader Hendrikus Rutgerse de Beer, blijkens eene akte van scheiding den Vijfde Januarij Achttienhonderd zeven voor den notaris Zeger de Beer in tegenwoordigheid van Getuigen te Soest gepasseerd, destijds aan geen Registratie onderworpen, en welke scheiding geen bewijs opleverd van getranscribeerd te zijn, zoo als de comparanten dan ook verklaren niet te geloven dat die formaliteit heeft plaats gehad, ten minsten dat hun daarvan niets is bekend.
Genoemde Barbara Gerritze Hak zederd overleden zijnde heeft nagelaten drie kinderen te weten de Comparanten Nelletje de Beer en Gerrit de Beer en de minderjarige Everdje de Beer welke bij versterf van hunne Moeder Erfgenamen zijn, weshalven de te veilene perceelen voor de helft aan den comparant Zeger Hendrikze de Beer en voor de Wederhelft aan genoemde Nelletje, Gerrit en Everdje de Beer in eigendom toebehoren."
Het betreffende perceel wordt ingezet door de hoogste bieder, die "trekgeld" van 10 gulden zal genieten. Onmiddellijk nadat de hoogte is ingezet begint het meinen (of mijnen). Uiteindelijk is de hoogste bieder de koper. De akte beschrijft dat als volgt: "Onmiddellijk nadat (het) perceel ingezet is zal de slag van hetzelve bij afslag gelegd worden en bij a/dien zodanig perceel als dan niet hoger mögt worden afgemeind zal de inzetter difinitief kooper zijn, doch hooger afgemeind wordende zal de Inzetter met genot van het trekgeld weder zijn ontslagen en het perceeel aan den laatste verhooger in koop worden toegewezen"
Als verdere voorwaarden bepaalt de akte:
De koopers zullen gehouden zijn de te veilene perceelen over te nemen zodanig en in dien staat als deselve zich op het ogenblik der toewijzing bevinden, gesitueerd en gelegen zijn, zullende de verkoopers diensvolgens geensints kunnen worden achterhaald veelmin tot eenige vergoeding of schadeloosstelling worden verpfigt, noch ook de koopers eenige afslag of vermindering der koopprijs kunnen vorderen ofschoon naderhand bevonden mögt worden, dat er eenige abuis of erreur plaats had zoo in de ligging, omschrijving, strekking en belending der perceelen als in de opgave der grootte of maat. Item in de opgave der verpondingen en lasten maar zullen de koopers met alles dienaangaande volkomen genoegen moeten nemen.
De koopers zullen wijders alle die verpligtingen moeten vervullen welke van dezelve als eigenaars der perceelen kunnen worden gevorderd en dienvolgens moeten maken en onderhouden alle hekken, dammen, sloten, Weteringen en Watergangen, kaden, dijken en Wegen als tot de perceelen behooren
Wijders zullen de koopers moeten gedogen de blijkbare of verborgene dienstbaarheden waarmede de te veilene perceelen mogten zijn bezwaard behoudens het vermogen om zich daartegen te verzetten en ten hunnen behoeven te doen gelden de heerschende dienstbaarheden daaraan verbonden ten lasten van naburige Erven blijvende nogthans alle constestatien [4] dienaangaande zoo eischende als verwervende geheel en a/een voor rekening van de koopers.
De familie De Beer had zich het recht voorbehouden om het vee en de gereedschappen in het openbaar te verkopen. De akte bepaalt hieromtrent het volgende:
De aanvaarding van het perceel onder nummer twee zal kunnen geschieden dadelijk na de toewijzing, terwijl het eerste perceel kan aanvaard worden op den Negende Mei eerstkomende tot welke tijd toe het aan de verkoopers blijft die aan zich voorbehouden om op morgen den Vierden dezer maand in de Huizinge en op het Erf publieke verkooping te houden van Vee, Boerderij gereedschappen. Meubelen en andere roerende goederen. De schaden, reparatien, periculen [5] en risico's blijven nogtans van de toewijzing af aan voor rekening van de koopers.
De kooper van het perceel onder nummer Een moet over het erf van hetzelve perceel een vrije uit en overweg gedogen van en na het land aan den Heer Huijdecoper van Maarsseveen toebehorende ten einde de comparant Zeger Hendrikze de Beer welke dit Land tot kersmis aanstaande in huur heeft, de voortbrengselen van zijn vee en de producten van dit land naar welgevallen kan vervoeren. De mistspecien aan de comparant Zeger Hendrikze de Beer toebehorende die zich nog in de stallen of op het Erf bevinden zullen daar ter plaats mogen blijven tot den Vierentwintigste Junij aanstaande
De verpondingen, lasten en ongelden waarmede de perceelen zijn bezwaard, worden verstaan voor rekening van de koopers ingang genomen te hebben op de Eersten Januari laatstleden
De koopers zullen tot bewijs van eigendom bekomen Een Extract of afschrift van het tegenwoordig proces verbaal van veiling en toewijzing met een kwittancie der betaaalde kooppenningen, alsmede ieder zooverre zijn perceel aangaat, een Extract uit de akte van scheiding in dato Vijfde Januarij Achttienhonderd zeven hiervoren aangehaald.
De verkoopinn neschied voor Nederlandsche guldens. En zullen de koopers verpligt zijn de uitgeloofde kooppenningen te betalen ten kantore van den ondergeteekenden Notaris binnen Baarn voor of op den Twintigste Junij eerstkomende.
De koopers zullen dien onverminderd binnen zes dagen na dato der toewijzing aan handen en op simpele quitta neie van den ondergeteekenden Notaris moeten betalen alle de registratie en transcriptie, regten welke wegens den eigendoms overgang verschuldigd zijn en tevens de onkosten en verschotten zoo voor het houden der famillieraad waarbij de toeziende voogd over de minderjarige Everdje de Beer is benoemd, als voor het vonnis der Regtbank waarbij de verkoop is geaccordeerd.
Item voor het drukken en aanplakken der billetten benevens de verschotten voor de benodigde Zegels, het Honorarium van den Heer Vrederechter en deszelfs griffier, het salaris van den Notaris en in het algemeen alle verdere verschotten en onkosten geene van dien uitgezonderd, terwijl eindelijk de koopers ook nog zullen moeten restitueeren de trekgelden die op de perceelen zullen gesteld worden
De verkoop zal geen regt van eigendomsovergang sorteeren zoo lang de kooppeningen en verdere kosten hiervoren omschreven niet zullen zijn voldaan.
Bij gebreke van de betaling der kooppeningen of van de kosten behouden de verkoopers het regt om ten gevolge van een enkel bevelschrift etc. Indien de perceelen met hypothecaire inschrijvingen mogten zijn bezwaard zullen deze bij de betaling der kooppeningen worden geroijeerd, ten dien effecte, dat de perceelen zonder enig verband aan de koopers overgaan.
Indien de koopers daarenboven verkiezen mogten hunnen gekochte perceelen ook van Legale hypotheeken te zuiveren zal hun dit volkomen vrijstaan, doch zullen zij de betaling der kooppeningen niet mogen uitstellen op grond of onder voorwendzel dat die zuivering nog niet mögt zijn afgelopen, ook zullen alle de kosten op die zuivering vallende geheel en alleen voor hunnen bijzondere rekening zijn.
De verkoopers, koopers en Borgen / zoo de laatste gesteld mogten worden / zullen ten aanzien van alle de gevolgen dezer verkooping onderworpen blijven aan het regstgebied der Regtbank van eerste aanleg zitting houdende te Amersfoort."
Tot zelfs de kosten van de familieraad zullen door de koper(s) moeten worden betaald.! Wat moet men daar bij voorstellen?
Als de notaris de Memorie van lasten in het openbaar heeft voorgelezen gaat hij over tot het veilen van het eerder beschreven eerste perceel. Na diverse verhogingen van het bod wordt uiteindelijk het bedrag ingezet door veehouder Peter Kuijer uit Baarn voor een bedrag van fl. 1225,-.
Daarna schrijft hij:
"In slag verhoogd door Hendrikus Butzelaar koopman in hout wonende te Soest Eenhonderd en tien Gulden zegge fl. 110,- Dus het perceel finaal verkocht voor Dertienhonderd vijfendertig Gulden fl. 1335,- Genoemde Hend ri kus Butzelaar daarop dadelijk verklaard hebbende dat hij deze koop had gedaan zoo voor zich als voor Pieter van Romen Landbouwer insgelijks te Soest voornoemd woonachtig hebbende de verkoopers hetzelve perceel aan Hendrikus Butzelaar en Pieter van Romen voornoemd in koop toegewezen. Dezelve Hendrikus Butzelaar en Pieter van Romen daarop terstond voor den ondergeteekenden Notaris en Getuigen gecompareerd zijnde hebben verklaard die toewijzing alzoo te accepteeren, belovende en zich verbindende de uitgeloofde koopprijs op de hiervoren bepaalde tijd prompt te zullen voldoen en tevens alle de verdere voorwaarden punctueelijk te zullen nakomen, kiezende ten deze domicilie op hunnen hiervoren gemelde woonplaatzen en hebben na gedane voorlezing alhier geteekend/was geteekend/ H.Butzelaar. P. v.Roomen"
In tegenwoordigheid van bakker Jan Veenendal uit Soest, muziekmeester Silvester van den Hoek uit Baarn als getuigen werd de akte ondertekend door de verkopers en de kopers, de vrederechter en zijn griffier en tenslotte de notaris.
Uiteraard werd de overeenkomst later geregistreerd in Amersfoort en dat kostte voor dit perceel zevenenzeventig gulden en achtentwintig centen. Ongeveer 10 jaar na de aankoop vinden de beide kopers:
"dat het hun niet gelegen komt die gemeenschap langer te doen voortduren, hetzelve perceel alsnu in twee gelijke deelen hebben gedeeld, en dat gedeelte aan ieder onzer te beurt gevallen, bij deze aan elkander toe te scheiden en aan te bedeelen als - de eerst ondergeteekende Pieter van Roornen aan den tweeden ondergeteekende, Hendrikus Butzelaar 36 roeden, 83« El, zijnde het Zuidelijke gedeelte en voorkomende onder Sectie A No. 662 geheel en N 661 gedeeltelijk en de tweede ondergeteekende Hendrikus Butzelaar aan Pieter van Boomen de overige 36 roeden, 83« El. zijnde het Noordelijke gedeelte, voorkomende in Sectie A onder een gedeelte van N. 661"
Intussen is de boerenwoning afgebroken zoals de onderhandse akte het beschrijft:
"Wij ondergeteekenden Pieter van Roomen en Hendrikus Butzelaar, landbouwer en koopman in hout, beide wonende te Soest, verklaren bij acte van publieke veiling, gehouden te Soest door den Notaris Frans Pen den 3 Mei 1836, geregistreerd den 16 Mei des zelfden Jaars in deel 21 folio 28, en overgeschreven den 28 October 1836 ten Kantoore van Hypotheken te Amersfoort in deel 69 No. 59 , voor gemeene rekening te hebben aangekocht een huis met Erf en moestuin, gelegen in de Gemeente Soest in Sectie A nrs 27, 28, 29 en 30 ter gezamentlijke grootte van 73 roeden 67 Ellen welke percelen ten gevolge van amotie van het huis, hermeten zijnde, thans voorkomen onder Sectie A als N. 661 tuin groot 42 roeden, 57 Ellen, en N. 662 groot 31 roeden tien Ellen boomgaard ".
Nu het kadaster is ingevoerd wordt deze akte overgeschreven ten kantore van bewaring van de Hypotheken en het Kadaster te Amersfoort.
Was er derhalve in 1836 nog sprake van een boerderij met stallen etc , dan resteerde tien jaar later nog slechts tuin en boomgaard.
NOTEN:
1. Rechter in het eerste ressort synoniem aan kantonrechter
2. onder curatele gestelden
3. later - tot in de jaren zestig - hotel/restaurant Eemland
4. geschillen
5. gevaren
BRON: ARCHIEF HVS EN VOOR WAT BETREFT HET STAATSBLAD GA SOEST
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.