J. van Kleinwee-van den Dijssel m.m.v. G.J.M. Derks
Inleiding
De familie Van den D(e)ijssel woont al ruim 225 jaar in Soest. In 1 770 kwam Dirk van den Deijssel - ook wel genaamd : "Van den Dijstel" vanuit De Bilt naar Soest. De nu oudst bekende voorvader van deze familie - de wagenmaker Job Gerritsz van den Dijstel - woonde en werkte ook in De Bilt. In 1656 kocht hij daar een stuk grond koopt om zijn bedrijf uit te oefenen. Op 8 december 1645 was hij in de R.K kerk van IJsselstein - als Job Gerritsz "van Zeyst" - getrouwd met Cornelia Janse.
Bijzonder in de familie Van den D(e)ijssel is het beroep van wagenmaker. De oudst bekende voorvader Job Gerritsz was het al en tot ver in deze eeuw werd het wagenmakersambacht ook door vele van zijn nakomelingen uitgeoefend! Ook in Soest was en is de naam Van den D(e)ijssel onlosmakelijk verbonden met de wagenmakerij. De precieze herkomst en betekenis van de familienaam is nog onbekend. Mogelijk houdt de naam verband met het perceel (of boerderij ?) genaamd "de Kleine Dijstel", in het grensgebied van De Bilt en Zeist. In de loop der jaren werd de familienaam op uiteenlopende wijzen gespeld. In Soest en omgeving bleven uiteindeiijk twee varianten over : namelijk Van den Deijssei en Van den Dijssel. In De Bilt zijn de "Van den D(e)ijssels" niet meer terug te vinden; alleen van de Soester tak schijnen afstammelingen te zijn overgebleven.
De oudste generaties in Soest
Zoals gezegd kwam Dirk van den Deijssei - een achterkleinzoon van Job Gerritsz van den Dijstel - in 1770 naar Soest. Hij was het zevende kind van Jan Jansz van den Deijssei, wagenmaker in De Bilt, en Neeltje Verhoeven. Dirk trouwde te Soest op 17 april 1770 met Jannetje (van der) Logt, weduwe van de smid Hendrik Jansz Staal. Dirk werd geboren in de Bilt en gedoopt te Utrecht in de R.K. Statie "Buiten de Wittevrouwenpoort" op 16 mei 1731. Jannetje was gedoopt in Soest op 19 maart 1733. Zij werd geboren op de Grote Melm, waar haar vader Jan Logt herbergier was. Dirk kwam uit een gezin van negen kinderen; zeven jongens en twee meisjes. Hij was de zevende in de rij. Hij was bijna 39 jaar toen hij trouwde. Vermoedelijk heeft zijn jongere zus Willemina (1733-1808) samen met haar man mede de hand in zijn huwelijk gehad. Zij was namelijk getrouwd met Cornelis Jansz Staal, een broer van Hendrik die met Jannetje (van der) Logt gehuwd was geweest. Jannetje was na het overlijden van haar man met vier jonge kinderen achtergebleven. Mogelijk was Cornelis voogd over deze kinderen, maar dat is nog niet gevonden. Het was een prima oplossing om haar ongehuwde broer te koppelen aan de weduwe van zijn overleden broer. En zo is het begonnen.
Na zijn huwelijk met Jannetje zette Dirk de smederij van de familie Staal voort aan het Kerkpad te Soest. Deze stond op de plek waar vroeger de familie Van Hengstum een smederij had (vroeger Kerkpad ZZ 37, dichtbij de Korte Middel wijkstraat). Over zijn werk is weinig bekend. Wèl blijkt uit de rekeningen van de armmeester over 1769- 1770 dat "Dirk van den Dijstel" als meester-smid enige werkzaamheden op de Kleine Melm had verricht waarvoor hij 1 gulden, 5 stuivers en 1 2 penningen uitbetaald kreeg.
In 1774 werd de smederij aan het Kerkpad verkocht aan Gerrit Roest.
Waarschijnlijk zijn Dirk en Jannetje toen vertrokken naar een huis (thans Korte Kerkstraat 5/7) dat eigendom was van haar ouders. Blijkens de inwonerslijst van 1786 was Dirk hier wagenmaker.
Na hem zouden er - tot ca 1890 nog vier generaties Van den D{e)ijssel als wagenmakers wonen!
Uit het huwelijk van Dirk en Jannetje werden vijf kinderen geboren: een dochter Neeltje (1772) en vier zoons, waarvan er drie volwassen werden, namelijk Arie (1771), Jan (1773) en Hendrik (1777). Neeltje werd maar 15 jaar oud. Dirk en Jannetje zijn altijd aan de Korte Kerkstraat blijven wonen. Zij werden er aan het eind gebracht door hun oudste zoon Arie. Deze werd ingevolge testament van 30 juli 1805 door zijn ouders om zijn "voordienstelijkheid" bedacht met de wagenmakerij.
Jannetje werd 72 jaar oud en overleed op Eerste Kerstdag 1805. Dirk overleefde haar ruim 8 jaar en overleed op 5 juni 1814.
Alleen van de oudste zoon Arie zijn nog afstammelingen Van den D(e)ijssel in leven; deze worden verderop behandeld. Jan van den Deijssel (1773-1844) - de tweede zoon - trouwde te Soest op 8 oktober 1810 met Neeltje de Beer, dochter van Hendrik de Beer, landbouwer op de Grote Melm. Dit huwelijk bleef kinderloos. Jan was dagloner, later bijen man (imker) en landbouwer. Deze laatste combinatie van beroepen was niet zo bijzonder. Destijds werden door veel Soester boeren bijen gehouden! Jan en Neeltje woonden aan de Brink in het Lang Eind (thans Korte Brinkweg) en zijn er respectievelijk in 1844 en 1842 overleden.
De jongste zoon - Hendrik van den Deijssel (1777-1864) - trouwde op 1 mei 1811 met Jannetje Schouten, dochter van Gijsbert Schouten, landbouwer aan het Lang End (thans Burgemeester Grothestraat). Hendrik kocht in 1816 de boerderij van zijn schoonvader.
Uit dit huwelijk werden maar liefst tien kinderen geboren. Vijf hiervan zijn kort na hun geboorte overleden. De overige vijf - vier zoons en één dochter - werden allen volwassen en bleven ongehuwd bij elkaar wonen. Jan van den Dijssel (1820-1902) bleef als laatste van het stel over. Met zijn dood was deze tak geheel uitgestorven.
Arie van den D(e)ijssel (1771-1844) en zijn gezin
Arie trouwde eerst nadat hij zijn vader naar het graf gebracht had. Zijn bruid was op 5 mei 1815 de vier jaar jongere Thijmetje Bouter, dochter van Barend Bouter, iandbouwer aan het Kort End. üit hun huwelijk werden twee kinderen geboren, Jannetje in 1816 en Barend in 1818. Thijmetje overleed op 2 februari 1818, blijkens haar overlijdensakte "aan de gevolge van het kraambedde". Arie bleef achter met een eigen wagenmakersbedrijf en twee kleine kinderen. Twee jaar later - op 13 oktober 1820 - werd door notaris Frans Pen een inventaris van de boedel opgemaakt, zoals deze aanwezig was in en om het huis aan de Korte Kerkstraat. Daaruit blijkt onder meer dat de wagenmakerij in het achterhuis was ondergebracht en dat Arie - net ais zijn broer Jan - bijen hield. Hij was eigenaar van wel 22 bijenstokken.
Arie vond een tweede vrouw in zijn twintig jaar jongere buurmeisje Steijntje van Logtensteijn, met wie hij op 13 oktober 1820 in het huwelijk trad. Steijntje was een dochter van Helmus van Logtensteijn, landbouwer aan het Kerkpad (thans Kerkpad ZZ 3). Uit hun huwelijk werden vier zoons (Dirk, Helmus, Jan en Anthonie) en een dochter (Antje) geboren. Deze laatste werd echter maar drie maanden oud. Ook Arie's tweede huwelijk heeft niet lang geduurd Steijntje overleed op 27 februari 1830, na ruim zeven jaar huwelijk. Arie was toen 59 jaar en is niet meer hertrouwd. Met een huishoudster en/of dochter Jannetje zal het huishouden verder gegaan zijn.
Jannetje - de dochter uit het eerste huwelijk - trouwde in 1840 met Pieter Hilhorst. Hij was in 1815 in Soest geboren en de derde zoon van Pieter Janse Hilhorst, de "gouden tientjesboer" uit de Birkt. Pieter en Jannetje boerden op Klein Calveen in Hoogland. Jannetje overleed aldaar 10 maart 1 871 en Pieter overleefde haar daar tot 31 mei 1 879. De meeste "Hilhorsten" in Hoogland zijn nakomelingen van dit echtpaar.
Bidprentje van Arie van den Dijssel, één van de oudst bekende bidprentjes van Soest
Arie van den D(e)ijssel overleed op 29 april 1844. Van hem is nog een bidprentje bewaard gebleven; één van de oudst bekende Soester bidprentjes! Na het overlijden van Arie bleven zijn vijf zoons waarschijnlijk nog een aantal jaren samenwonen. Barend trok er het eerste uit in 1852; Jan en Helmus volgden.
De oudste zoon Dirk (1821-1885) en de jongste zoon Anthonie (1826-1875) bleven ongehuwd en zetten het bedrijf van hun vader aan de Korte Kerkstraat voort. Dirk was lid van het R.K. kerkbestuur. Zijn naam is nog te vinden op de gedenksteen in het poortgebouw van de R.K. begraafplaats aan de Dalweg.
De derde zoon Jan van den Dijssel (1824-1897) werd kleermaker en zal zijn intrek bij een baas genomen hebben. Hij trouwde te Soest op 30 mei 1863 met Rijkje Stalenhoef (1824-1902), een boerendochter uit de Birkt. Uit dit huwelijk enkel een dochtertje dat dood geboren werd op 20 september 1865. Jan en Rijkje woonden lang achter de R.K. kerk te Soest, het laatst in het huis dat thans Kerkpad ZZ 10/12 als adres heeft. Jan en Rijkje kochten dit huis op een openbare veiling in 1874.
In het navolgende wordt de familietak Van den Deijssel. behandeld. De tak Van den Dijssel volgt in het zomernummer. De "Van den Deijssels" stammen af van Barend (1818-1887) - de zoon uit Arie's eerste huwelijk; de "Van den Dijssel s " van zijn jongere halfbroer Helmus (1822-1878).
Barend van den Deijssel (1818-1887) en zijn gezin
Barend van den Deijssel was aanvankelijk wagenmaker, maar werd iater iandbouwer. Hij nam van zijn ongehuwde ooms van moederszijde een boerderij aan het Kort End over. In deze boerderij was enige tijd de Soester Oudheidkamer gevestigd. (Ferdinand Huycklaan 18, vroeger Achterweg 8). Barend was jarenlang actief in de lokale politiek. Hij was wethouder van de gemeente Soest van 1861 tot aan zijn dood in 1887, dus meer dan 25 jaar! Het was nog de tijd dat de grote R.K. boeren een zeer belangrijke stem hadden in het dorpsbestuur.
Op 20 november 1852 trad hij te Soest in het huwelijk met Gijsje van Hofslot (1815-1864), dochter van Peter van Hofslot, landbouwer op het erf Hinlopen in de Birkt. Uit hun huwelijk werd in 1853 een dochter geboren welke Thijmetje werd genoemd, naar de moeder van Barend. Thijmetje van den Deijssel werd een krasse oude dame, want zij overleed in 1933 te Soest op ruim 79-jarige leeftijd. Zij is nooit gehuwd geweest en woonde jarenlang op Kerkpad ZZ 1, op de hoek met de Korte Kerkstraat. Dit huis werd gehuurd van de familie Van Logtensteijn. Op Thijmetje volgde in 1855 zoon Peter, die later het boerenbedrijf van zijn vader zou voortzetten. Thijmetje en Peter kregen in 1857 een zusje Cornelia, dat werd vernoemd naar Cornelia van Hofslot-Stalenhoef, de moeder van Gijsje. Cornelia stierf te Soest op 14 mei 1879, nog maar 22 jaar oud.
Barend had, evenals zijn vader, weinig geluk in zijn huwelijksleven. Ook hij werd spoedig weduwnaar en bleef met drie jonge kinderen achter. In de 38 jaar oude Jannetje van 't Klooster vond hij zijn tweede vrouw. Haar ouders - Hendrik van 't Klooster en Trijntje van Roomen - hadden een boerderij aan het Kerkpad (thans Kerkpad ZZ 17). Aan dit tweede huwelijk dat bijna 22 jaar heeft geduurd kwam een einde met het overlijden van Barend op 1 april 1887.
Uit het tweede huwelijk werd slechts één zoon geboren, hetgeen gezien de gevorderde leeftijd van Jannetje ook niet zo verwonderlijk is. Deze zoon Adrianus (Arie) - geboren op 7 augustus 1867 en vernoemd naar zijn grootvader - werd een belangrijk persoon in de familie. Arie was een intelligent knaapje en wilde priester en missionaris worden. Hij studeerde aanvankelijk aan het seminarie te Culemborg en trad later in bij de Fathers of Mill Hill. Op 10 augustus 1890 werd hij in de kathedraal van Salford tot priester gewijd. Op 15 augustus celebreerde hij te Soest op feestelijke wijze zijn eerste plechtige Heilige Mis. Zijn moeder heeft dit heuglijke feit nog mee mogen maken; zij stierf ruim vijf jaar later, op 1 maart 1896, oud 71 jaar. Arie was en is de enige in de hele familie die priester geworden is; kloosterlingen zijn ook niet bekend en gezien het grote aantal ongehuwden zal het ook niet aan de celibaats-verplichting hebben gelegen!
Adrianus van den Deijssel (1867-1946), missionaris van de St. Jozefcongregatie Mill Hill
Father Van den Deijssel werkte aanvankelijk als professor in Freshfield en Roosendaal. In 1897 vertrok hij naar de missie in Brits-lndië, waar hij tot 1912 zou blijven. Vervolgens was hij tot 1924 rector van het missiehuis in Roosendaal en van 1924-1936 professor in Mill Hill. Bovendien was hij van 1914 tot 1936 consultor van "den Algemeenen Overste". In 1936 - inmiddels bijna 70 jaar oud - mocht hij van zijn welverdiende rust genieten. Tussen 1936 en 1942 verbleef hij in Huize Vrijland bij Arnhem, waar hij ook zijn 50-jarig priesterjubileum vierde. Zijn laatste levensjaren bracht hij dichter bij huis door, namelijk in Leo's Oord te Hoogland, waar hij op 10 maart 1946 is overieden. Op 13 maart werd hij bijgezet in het priestergraf op de R.K. begraafplaats van Soest.
Arie van den Deijssel was executeur-testamentair van zijn neef pastoor Geurt Hilhorst. Deze had bij testament bepaald dat er na zijn overlijden in Hoogland eeuwigdurend Heilige Missen voor zijn zielenrust moesten worden gelezen. Hij had daarvoor een bedrag nagelaten aan de kerk van Hoogland. Arie bepaalde dat deze "eeuwigdurendheid" na vijftig jaren verstreken zouden zijn. (Waarschijnlijk met de gedachte: als hij dan nog niet in de hemel is, komt hij er nooit meer.)
Peter van den Deijssel (1855-1901) en nakomelingen
Als enige getrouwde zoon was Peter de hoop op voortzetting van de familiestam "Van den Deijssel". Op 8 november 1884 trouwde hij met Hendrica Kok (1857-1944), dochter van Willem Kok en Jannetje Everts. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren, vijf jongens en vier meisjes. Met maar liefst vijf zoons was de kans op nageslacht weer aanzienlijk groter! Was Peter nog landbouwer, zijn zoons waren dit niet meer : zij werden arbeider. Mogelijk was Peter's betrekkelijk vroege dood op 14 september 1901 daar mede debet aan. Hij werd slechts 45 jaar oud. Zijn weduwe verkocht omstreeks 1910 de boerderij aan Dirk Wolfsen en woonde later op het adres Kerkstraat 44.
Wat is er verder met de negen kinderen uit dit gezin gebeurd? De eerste vier kinderen waren zoons, waarvan de oudste Willem (1885- 1960) ongehuwd is gebleven. Zijn beroep was landbouwer. De tweede zoon Bernardus (1886-1963) werd arbeider en landbouwer. Hij trouwde op 10 november 1911 met de in Amersfoort geboren Catrina Mossing (1887-1948), dochter van Stephanus Mossing en Grietje Wijntjes. Dit echtpaar woonde aan de Ferdinand Huycklaan 9. Catharina overleed na ruim 36 jaar huwelijk in het St. Antoniusziekenhuis in Utrecht. Uit dit huwelijk werden negen kinderen geboren, zes jongens en drie meisjes. Johannes (1888-1961), arbeider en handelaar, was de derde zoon. Marretje Grift (1891-1977) werd in 1913 zijn echtgenote. Zij was een dochter van Nicolaas Grift en Hendrika Roest. Uit dit huwelijk werden zeven kinderen geboren, vijf jongens en twee meisjes. Dit gezin woonde o.a. aan de Molenstraat en de Birkstraat.
De vierde zoon Arie (1889-1970) was arbeider. In het gemeentehuis te Soest werd hij op 30 augustus 1918 in de echt verbonden met Wilheimina van Doorn (1893-1969), dochter van Petrus van Doorn, bakker, en Hendrica Hilhorst. Ook deze verbintenis werd met een negental kinderen gezegend: vier jongens en vijf meisjes. Het gezin woonde aanvankelijk in de Kerkdwarsstraat, later aan de Veldweg.
Op de vier jongens volgden vier meisjes. De oudste daarvan was Gijsberta (1890-1971). Zij trouwde in 1918 met Lambertus Wijntjes (1888-1953), buiten-echtelijke zoon van Sophia Schoonderbeek, erkend bij haar huwelijk met Wilhelmus Wijntjes. De tweede dochter was Johanna (1892-1971). Haar echtgenoot werd op 8 augustus 1919 te Soest Johannes Jacobus Wanzing (1888-1968). Hij nam de smederij van zijn ouders (Jan Wanzing en Jacoba Huijsken) aan de Steenhoffstraat nr. 70 over. Cornelia (1894-1969) was de derde dochter. Zij stierf ver van haar geboorteplaats te Ruinen. Zij trouwde in 1917 met Hendricus Burgman (1893-1952), afkomstig van Aalsmeer en zoon van Hendricus Burgman, landbouwer, en Anna Maria Hermans, die ten tijde van het huwelijk van hun zoon in Soest woonden. Hendrika (1896-1977) was de jongste dochter. Haar leven was niet erg rooskleurig te noemen. Zij woonde in 1940 nog bij haar moeder (Kerkstraat 44) en had een buiten-echtelijke dochter, die mede door "opoe" werd opgevoed. Hendrika overleed in de psychiatrische inrichting "Coudewater" te Rosmalen.
De hekkensluiter was weer een zoon en wel Petrus (1898-1954), handelaar in groenten en vee. Hij trouwde in 1920 in Baarn met Jacoba Carolina van den Hoogen bij wie hij één zoon en één dochter kreeg. Het gezin woonde aan de Birkstraat, later - vanaf 1930 - te Baarn.
NOTEN :
GAS = GEMEENTE-ARCHIEF SOEST
HUA = HET UTRECHTS ARCHIEF
1. GAS, OUD ARCHIEF, INVNR. 165.
2. HUA, DORPSGERECHTEN, INVNR. 1911, FOL. 198VS, TRANSPORT DD SOEST 18.01.1774.
3. GAS, OU D ARCHIEF, INVNR. 37.
4. HUA, DORPSGERECHTEN, INVNR. 1913, FOL. 193VS, TESTAMENT TEN BEHOEVE VAN DIRK VAN DEN DIJSSEL EN JANNETJE JANSEN LOGT D D 30.7.1805.
5. HUA, NOT. ARCH., INVNR. 318 (NOT. F. PEN), AKTE 933.
6. HUA, NOT. ARCH., INVNR. 326 (NOT. F. PEN), AKTE 1628.
7. HUA, NOT. ARCH, INVNR. 444 (NOT. H. PEN), AKTE 5222.
8. Z IE VOOR DEZE BOERDERIJ OOK : V A N ZOYS TOT SOEST, JRG. 14, NR 4.
9. HUA, NOT. ARCH., INVNR. 437, (NOT. H. PEN), AKTE 4622.
OVERIGE GERAADPLEEGDE BRONNEN :
- REGISTERS VAN DE BURGERLIJKE STAND VAN DE GEMEENTE SOEST EN OMRINGENDE GEMEENTEN
- BEVOLKINGSREGISTERS VAN DE GEMEENTE SOEST.
- ARCHIEF BISDOM UTRECHT
- "VAN DEN DIJSSEL, TUSSEN DE WIELEN BOUWEN" . SOESTER COURANT , WOENSDAG 19 MAART 1980, BLZ. 21 .
- MONDELINGE OVERLEVERINGEN
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.