UIT WANDELGIDS AMERSFOORT EN OMSTREKEN (1899)
ontlenen wij de volgende beschrijving van een wandeling door Soest.
"Wij verlaten wederom de Utrechtschepoort (Amersfoort) en volgen den Soesterweg. Over het spoor begint rechts de binnenweg naar Soest, oude Soesterweg genaamd, links begint een dijk die een half uur langs den spoorlijn loopt en ook te begaan is. Langs den weg staan een aantal burgerwoningen, bijna allen naar eenzelfde model gebouwd en soms kris en kras door elkaar. Voorbij het Israël, kerkhof (E.3) en de Algemeene begraafplaats hebben we een langen weg voor ons; verschillende voetwegen voeren naar den ouden Soesterweg.
Rechts zien wij een heuvelachtig met akkermaalshout begroeid terrein en hier en daar een woning, schilderachtig gelegen in een dal of half in den grond begraven. Een schildersoog ziet hier mooie plekjes. Over het spoor, dat een bocht gemaakt heeft in den vroegeren rechten weg, is links een bosch van lage dennen en sparren (C. D. 3) waardoor vele voetpaden leiden.
Prachtige laantjes zijn er met heerlijke gezichten. Een mooie wandeling is het door dit bosch, waarin ge met genoegen zult dwalen. Het geonduleerde terrein met verschillende houtsoorten begroeid, met tallooze slingerende voetpaden, waar nabij afdaken, uit eenvoudig materiaal vervaardigd en banken u tot rusten nooden, zullen wanneer ge eenmaal met deze zoogenaamde Japansche boschjes hebt kennis gemaakt u vele malen tot een bezoek uitlokken.
Op het geluid van de naar Utrecht of Amersfoort voorbij snellende treinen gaan wij af om naar die zijde de boschjes weer te verlaten en komen aan den spoorbaan Utrecht-Amersfoort uit, om over de Vlasakkers en langs den spoorbaan of over den Amersfoortschen berg terug te keeren. Vermoeide wandelaars kunnen met de locaaltreinen van de halte de Vlasakkers naar Amersfoort terugkeeren.
Wanneer we den straatweg naar Soest volgen komen wij spoedig op het grondgebied van Soest en na een uur gewandeld te hebben bereiken we het dorp Soest. Een wegwijzer wijst den straatweg aan, die naar het station Soesterberg voert. De gemeente Soest strekt zich uit langs den grooten weg, en heeft ruim 3500 inwoners, die meest van landbouw, veeteelt en houthandel leven. De Soestereng is zeer vruchtbaar land; ons zijn van Soest wel het meest bekend de Soester knollen of rapen. Er zijn twee groote fraaie kerken, een Hervormde, die vrij oud is, een R.C., de hooge spitse toren van eerstgenoemde kerk hebben we reeds van verre gezien. Zooals wij wel hier en daar kunnen opmerken, is Soest een oud dorp.
In 1280 werden hier de Stichtse troepen door de Amstelaren en Woerdenaars verslagen. Veel had het dorp steeds te lijden in de oorlogen tusschen Holland en het Sticht. In 1356 en 1481 o.a. werd het door de Hollanders in brand gestoken; in 1543 werd het door Maarten van Rossum geplunderd en in 1629 door Montecuculi met zijn Kroaten eveneens uitgeplunderd en gebrandschat.
Wij zijn hier niet ver van Soestdijk, (een half uur) en de weg daarheen is zeer mooi met vele fraaie villa's en tuinen aan weerszijden. In Soestdijk vindt men gelegenheid genoeg tot wandelen en men is dan bovendien dicht bij het prachtige, uitgestrekte Baarnsche bosch. Daar deze omtrek in andere wandelgidsen voldoende besproken wordt, willen we ons tot enkele bijzonderheden bepalen.
In 1674 liet Prins Willem III hier een jachthuis bouwen, daar hij een groot liefhebber van jagen was, maar hij zal hier niet dikwijls vertoefd hebben. In 1702 kwam het aan Johan Willem Friso; ook Willem IV en V verbleven hier gaarne. In 1795 werd het een domein van den staat en voor korte tijd een logement. Koning Lode wijk bracht er eenigen tijd door en bracht er o.a. een aanzienlijke diergaarde bijeen, die in 1809 naar Amsterdam werd verplaatst. In 1816 werd het als blijk van erkentelijkheid door het dankbare vaderland aan den held van Quatrebras en Waterloo, later Koning Willem II, aangeboden, en daarop geheel herbouwd en uitgebreid met twee nieuwe vleugels en colonnades. Sedert zijn er vele verfraaiingen aangebracht, en werd het fraaie park aangelegd door den bekenden Zocher, die ook de plantsoenen in Amersfoort en Haarlem ontwierp. Het slot is een fraai, modern gebouw en heeft een prachtig voorkomen. Van het ruime voorplein, door zware boomen overschaduwd, leiden twaalf trappen naar het voorportaal, onder een balcon. Aan den achterkant liggen mooie vijvers en fraaie tuinen. Als de koninklijke familie er niet is, kan men het bezichtigen en dat is wel de moeite waard, want er zijn een menigte kunstwerken, behalve de prachtige meubelen en de schoone planten in de serres. In de Willems- en Maurits-kamers vindt ge de portretten van al de Oranjevorsten van den bekenden schilder Pieneman.
In de vestibule staan twee Egyptische koningsbeelden, en vele andere bezienswaardigheden vindt men er. Van het Belvédère op het paleis heeft men een verrukkelijk mooi uitzicht, alleen naar den kant van Baarn door de hoog e bosschen beperkt. In de nabijheid (bij Hotel Ubbink) vindt gij een eenvoudig gedenkteeken van den soldaat Christoffel Pullman, die in den burgeroorlog van 1787, toen de Patriotten uit Utrecht onder Graaf van Sa/m de bezetting van Soestdijk, bestaande uit Hessen-Darmstadtsche militie, wilden overrompelen, hier op zijn post het leven liet en den overval deed mislukken.
Aan het eind van de prachtige Koningslaan, recht tegenover het paleis staat de Naald van Waterloo, een obelisk opgericht, zooals de inscriptie in vier talen op de marmeren platen zegt ter eere van Willem Frederik George Lodewijk, Prins van Oranje, die aan het hoofd der Nederlandsche legerbenden door zijn moed en beleid op den 16 juni 1815 aan de viersprong boven Brussel, het eerst den aanval der Franschen weerstond, de overwinning, bij Waterloo behaald, voorbereidde en Neerlands onafhankelijkheid behield. Die eer werd hem gegeven door het dankbare Vaderland.
Het dorp Soest is met Baarn en Ter Eem (Eembrugge) een privatief domein van H.M. Koningin-moeder, die hier veel bijdraagt tot ondersteuning van armen en ter bevordering van het onderwijs. Over Baarn en Eembrug kan men teruggaan over Bunschoten en Coelhorst.
Eembrugge is zeer oud en had ook eenmaal stadsrechten. Van de binnenlandsche oorlogen met de Gelderschen had het veel te lijden. Daar stond vroeger het Huis ter Eem, dat in 1552 gesloopt en later weer opgebouwd werd. In 1629 werd het door een boer met slechts 8 personen dapper verdedigd tegen de troepen van Montecuculi.
Na den aanval der Fransen in 1672 is het meer en meer in verval geraakt en nu is er bijna geen spoor meer van de vinden.
Van Soest is de kortste terugweg naar Amersfoort langs den Zwarten weg, die bij de Herv. Kerk begint en door weilanden loopt en langs groote koren- en boekweitvelden van Middelwijk. Aan de tweede laan over het spoor gekomen zien wij aan het einde der mooie laan twee piramidaalvormige dennenboomen staan. Het schijnt zoo, dat daar iets bijzonders te zien is. Het is daar de oude heerlijkheid Isselt waar de gelijknamige ridderhofstad stond. Op een gevelsteen van een boerderij lezen wij den naam Isselt met het jaartal 1835. Door een hek, waar op staat "Capel " (D 3), komen wij bij een andere boerderij, waartegenaan een klein kerkje schijnt te staan, zooals wij opmaken uit de kleine kerkraampjes en het kleine torentje waarin een bel hangt. Door de boerderij gaan wij de kapel binnen, die eigenlijk niet meer is dan een altaarnis, die van het kleine kerkje is overgebleven. Het andere gedeelte van het kerkje is tot boerderij ingericht, waarin de vorm van het vroegere kerkje nog wel te herkennen is.
In het kapelletje vinden wij aan de wanden twee wapenborden van het oud-adelijk huis der Sassen van Isselt van 1729 en een paar rouwborden met de namen en de geslachtswapens dergenen die in de grafkelder, die zich onder den kapel bevindt, begraven zijn. Clara Elizabeth van Dam, gest. 10 April 1790 en Laurens Grothe, oud bewindhebber der West-Ind. Compagnie en oud-directeur van Tagal; gest. 28 oct. 1787. In de kleine kerkraampjes met lood gevatte ruitjes, zijn nog enkele beschilderde ruitjes met engeltjes erop, waarvan wij de fijne tekening bewonederen.
In Eemlandsch Tempe vertelt Pieter Pijpers in een noot, dat in het kerkje nog een vervallen altaar met overblijfselen van kerksieraden te zien was en een beeldje met het onderschrift:
Icon hacC è q VerCV VILarlensl, q Vae sanCtl
BernarDI è sCIplone Cre VIT arIDo
te zien was. Daar is echter niets meer van te vinden [1]
In een brief van den Utrechtschen bisschop Johan van Vernenborch van 30 Oct. 1366 wordt reeds van het geslacht van Isselt en van deze heerlijkheid en ook van de kapel gesproken. In de nabijheid werd ook een klooster gevonden de Birk, waarvan nu alleen nog maar de naam over is.
Van den kapel gaan wij den weg op, die langs de boerderij de Platluis loopt en spoedig zien wij dan links (E3) een pad, dat ons naar den straatweg langs de Eem brengt. Maar daar aan de Eem zijn de aschbelten van de reinigingsdienst met toebehooren, die wij maar liever niet voorbijgaan om onze reukorganen te sparen, daarom gaan wij onzen weg maar verder en komen door akkermaalshout voorbij een paar laantjes die, zooals de wegwijzers zeggen, naar de villa Ma Retraite voeren. De omgeving is wel mooi maar het huis zelf heeft al zeer weinig van een villa, het heeft veel meer van een oude boerderij. Alleen de kleine in lood gevatte ruitjes geven er iets bijzonders aan. Waar de weg op den Ouden Soesterweg uitkomt staat rechts (E3) een villa met koetshuis. Bij de villa is een mooie tuin met hooge boomen maar verder ziet gij niets bijzonders.
Dit is het vredig Puntenburg, waar eenmaal de Amersfoortsche poëet Pieter Pijpers woonde. Puntenburg zag er toen wel heel anders uit dan nu en de dichter woonde niet in die moderne villa, maar dit eenzaam gelegen mooie stukje natuur heeft zijn dichtader onophoudelijk doen vloeien.
Recht tegenover Puntenburg gaat de weg voorbij een paar eenvoudige villa's, Berg en Dal links en de Hooiberg rechts en het terrein waarop de gemeente-gasfabriek zal verrijzen en verder door een kleine voorstad met burgerwoningen naar de Eem. Daar is de haven van Amersfoort, waar stoombooten en beurtschepen aanleggen en lossen. Links staat de oliemolen, waar de olie uit het lijnzaad geperst wordt en lijnkoeken gemaakt worden. Soms ligt de haven vol schepen en dan kan het bedrijvig genoeg zijn.
Langs deze zijde der rivier kan men tot aan zee wandelen. Waar de breede weg eindigt, begint een jaagpad.
Van de haven af hebben wij een mooi gezicht op de koppelpoort; langs deze poort komen wij de stad binnen.
NOOT:
[1] Volgens dat onderschrift was het beeldje gemaakt in 1686 van het hout van een boom, die uit den staf van de H. Bernardus was gegroeid.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.