Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Tolman, Rinke (bioloog, schrijver)

Uit: "Utrechtse biografieën, Het Eemland 2", levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Eemlanders (1999)

RINKE TOLMAN (1891-1983)

bioloog en schrijver


Auteur: J. Visser

Rinke Tolman werd geboren op 25 mei 1891 in Oosterzee (Lemsterland) als boerenzoon van Tjibbe Tolman en Jantje Koopman
Op 21 oktober 1915 trouwde hij met de Amsterdamse onderwijzeres Catharina Roelina (Káthe) Mussche.
Van 1922 tot 1981 woonde het kinderloze echtpaar in Soest, waar een voet-fietspad over de Eng zijn naam draagt.
Tolman overleed op 12 maart 1983 in Amersfoort.

De meest favoriete biotoop voor Rinke Tolman, de Soester veldbioloog, was de Eempolder. Talloze artikelen en verhalen heeft hij geschreven over flora en fauna, die in zijn tijd in en om de Eem volop aanwezig waren. Hij schreef in 1957: 'van het vrijwel boomloze landschap gaat een onnoemlijke bekoring uit. Niet in de laatste plaats dragen daartoe de vogels bij. De graspiepers houden er hun zingende parachute-vluchten, de veldleeuweriken tierelieren er het blauw of de statige wolkgevaarten tegemoet en de gele kwikstaarten verraden zich overal door hun dooiergele kledij. Maar behalve dit kleine beminnelijke grut vragen er de buitelende en kraaiende kieviten de aandacht en onophoudelijk hoort men er in 't voorjaar de melodieuze trillers van de ranke tureluurs met hun vermiljoenrode poten. De langgesnebde grutto's, voortdurend hun naam roepend, jagen er door de ruimten of storten zich, wanneer hun legsel of kroost wordt belaagd, met de kieviten, verwoed op overtrekkende kraaien, roeken, kokmeeuwen of logge buizerden, wintergasten uit den vreemde, die soms in 't voorjaar nog een tijdlang blijven dralen. Heel het vertier van deze vogels, de gratie van hun bewegingen en hun boeiend gedragspatroon in het voortplantingsseizoen — ook scholeksters hebben zich in hun weidelandschap geïnstalleerd — zijn voor de aandachtige speurders een bron van rijk genieten'.

Duizend artikelen, schetsen, studies, verhalen, meer dan vijftig boeken en tientallen albums, verzamelbundels, vertalingen (uit het Duits, Deens, Noors en Zweeds) heeft de befaamde wandelaar uit Soest met zijn kroontjespen geschreven. Onderwerpen waren zijn omzwervingen, zijn landschappen, zijn natuurbeleving, zijn specialisaties (vogels, vissen, vlinders en planten) en de mens daar tussen in. Hij liep altijd, kon zelfs niet fietsen, heeft nooit een auto bestuurd en gebruikte voor zijn teksten geen schrijfmachine. Hij zag alles. Jac. P. Thijsse typeerde hem als 'een natuurgenieter met tien ogen'.

'Zo ben jij óók weer terug', begroette hij een bepaalde kievit in het poldergebied alsof hij hem persoonlijk kende. In 1969 voltooide de Soester auteur De Kievit, het boek waaraan hij zijn hele leven heeft gewerkt. In deze monografie staat alles over deze weidevogel. Het fraaie boek is opgedragen aan zijn vrouw Käthe, 'die mij fotografisch bijstond en mij er toe aanspoorde de lof te zingen van de acrobaat boven onze wij de steppen'.

De zijn leven lang onderbetaalde natuurvorser verdiende niet veel met zijn schrijverij. Vo or zijn bock Ik raak nooit uitgekeken kreeg hij honderd gulden. In zijn eigen exemplaar vond men later een briefje met de aantekening: `Ik raak er niet op uitgekeken!' Zijn gedateerde stijl van schrijven was zwierig, gedetailleerd, overdadig en te lyrisch. Hij was een typische volgeling van de Tachtigers.

Rinke was ook dichter, net als zijn vrouw Käthe. Nauwelijks 22 jaar oud debuteerde hij in het veel gelezen weekblad Sljucht en Rjucht met Friestalige sonnetten en werd hij door de zogenoemde Jongfriezen beschouwd als een voorloper van de moderne Friese letterkunde. Deze kortstondige roem waaide snel over. Hij zweeg jaren als poëet en pas in 1961 publiceerde hij in het toenmalige literaire tijdschrift De Tsjerne een aantal kwatrijnen en een groot vrij vers Sawntichjier' (zeventigjaar).

Niet onvermeld mag blijven het bundeltje Wij vergeten niet . . , verzen van oorlog en bevrijding onder het pseudoniem R. van Oosterzee, dat hij samen met zijn vrouw schreef in 1948. Daarin staat een gedicht over Sint Michielsgestel waar Tolman van 4 mei 1942 tot 19 februari 1943 gevangen zat. Het begint met:

---

Wij zijn een duizend man: een dorp,

En wachten op den teerlingworp.

Hoe kantelt straks de dobbelsteen?

Wie onzer wordt er nummer één

Als weerloos offer op het outer

Van den vileinen bloedhond Rauter?

---

De tot twee keer toe gesjeesde kweekschoolstudent Rinke Tolman was een autodidact. Alle kennis over de natuur heeft hij zichzelf aangeleerd, vooral onder invloed van de beroemde biologen Jac. P Thijsse en Eli Heimans. Gedurende zijn werkzaam leven bestond er een geweldige belangstelling in Nederland voor de natuur, mede dankzij de beroemde Verkade-albums, de vele voortreffelijke schoolboekjes en de veel gelezen natuurrubrieken in bijvoorbeeld De Spiegel. De generatie van Tolman en zijn vrienden Jan P Strijbos, de Soester dominee J.I. van Schaick en Ab Wigman haakte hier gretig op in met talloze publicaties, zoals het tijdschrift De Wandelaar (1929) en later In weer en wind (1937). Ze stonden bekend als `natuurminstreels'.

Terug naar het veranderende landschap in en om Soest. 'De Pallieter van Soest' zoals de levenslustige Rinke Tolman wel werd genoemd, schreef behalve over de Eemlandse polders ook over het Soesterveen, de stuifzandgebieden en de heideterreinen bij Soest. Niet over de bossen, die hij te beklemmend vond en weinig over de Soester Eng. Als eerste publiceerde hij over de waardevolle vegetade langs de spoorlijnen. Talrijke bezwaren uitte hij tegen de ontluistering van ons lokale landschap, zoals de ontginningen, huizenbouw en wegenaanleg. `Ik durf te voorspellen dat, wanneer Soest wordt "uitgebreid" op de manier die men zich voor ogen stelt, de ontwij ding welke daarin schuilt tot gevolg zal hebben dat de kip die de gouden eieren legt, wordt geslacht.
Want wanneer Soest wordt ontluisterd, wanneer het niet meer kan boogen op een haast overal in ons land ontbrekende natuur, zal het door hen die van woonplaats veranderen niet tot oord van vestiging worden uitgekozen, vooral niet omdat de belastingen in Soest toch reeds schrikbarend hoog zijn'.

In 1931 maakte Tolman zich zorgen over de Eng en schreefhij in de VVV-gids Van de toren: 'Soest zal als plaats van vestiging aanmerkelijk in waarde verliezen als de Eng ontluisterd wordt. Het gemeentebestuur moet hier een stokje voor steken uit zakelijke overwegingen. Bovendien zijn burgemeester en wethouders — en eveneens alle gemeenteraadsleden — natuurlijk menschen van beschaving en om deze reden alleen al mag alle hoop worden gekoesterd dan zij den Eng als kleinood zullen bewaren'.

Hij zat twee jaar in de gemeenteraad voor de Partij van de Arbeid, van 1947-1949. Dat leverde van zijn hand een gemeentewetje op met een plukverbod van klokjesgentiaan en gele brem. Maar het ontging burgemeester S.P. Bentinck niet, dat Rinke zich verveelde in de raadsvergaderingen en meer oog had voor de vlindertjes, die 's avonds door het open zomerraam van de raadzaal om de kroonluchter fladderden, dan voor de beraadslagingen. Hij ondervond de politiek aan den lijve toen het echtpaar uit hun huisje aan de Parklaan door de nooit gerealiseerde Centrumplannen moest verhuizen naar een flat aan de Albert Cuyplaan. Het huisje op den Eng staat er nu nog.

De flatjaren waren een ramp voor de ouder wordende Rinke en de altijd bedlegerige Käthe. Het huis was veel te klein voor het archief en de verzamelwoede van 'de wandelaar in weer en wind'. Hij bewaarde alles. Na zijn dood heeft Hans van Doorne, de in Soest geboren huisvriend van het echtpaar, maar liefst 125 vuilniszakken met water doordrenkte knipsels, brieven, documenten en paperassen uitgeplozen en verspreid over verschillende musea.

In 1960 ontving Tolman de Heimans en Thijsse Prijs. De gemeente Soest eerde hem op zijn 80ste verjaardag met de Zilveren Erepenning van de gemeente. In 1970 kreeg de Rinke Tolmanschool zijn naam (gesloten in 1980) en de daarbij behorende kleuterschool werd De Kievit gedoopt. In 1973 schreef Rinke Tolman voor de laatste keer over de Soester natuur. In een uitvoerig betoog van 75 bladzijden overzag hij een periode van vijftig jaar. Het manuscript is nooit in druk verschenen.

Het motto van Tolman luidde: 'elke dag word ik wakker met de heerlijke gedachte: het leven is een feest, ik sta met dankbaarheid op en neem mijn hoed af voor onze lieve Heer'. Tolman werd opgenomen in verpleeghuis De Lichtenberg en stierf enkele maanden later, omringd door zorg en liefde, in 1983. Rinke Tolman ligt begraven aan de Veldweg op de Eng, waar een afgebeelde kievit zijn grafteen siert.

Ter herdenking van zijn honderdste geboortedag richtten de Stichting Oud Soest en het Museum Oud Soest een tentoonstelling in van zijn werk en van zijn geestverwante tijdgenoten. In 1993 stelde de gemeente de driejaarlijkse Rinke Tolman-poëzieprijs in. In 1999 was het thema voor deze dichtwedstrijd voor Nederland en Vlaanderen 'Veranderend landschap'.

Publicaties
Zie voor een uitgebreide lijst Rinke Tolman (1991i)

Literatuur

  1. Soest, een uitgave t.g.v. het 12,5-jarig ambtsjubileum van burgemeester Mr. S.P. Baron Bentinck op 1 juni 1959 (z.p., zj.)
  2. Rinke Tolman, de wandelaar in weer en wind (Soest 1991)

Oral History
Vijf interviews van Jan Visser voor Radio Soest (1997) en gesprekken met Geert de Groot, Hoogland, Hans van Doorne, Anna Paulowna en Peter Veen, Soest.

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto