Geboren als één na oudste van vijf kinderen op Koninginnelaan 55 tegenover drogisterij Wiersma (nu “De Pil”). Mariaschool met meester Nijhuis (hoofd), mevr Jansen, mevr van Alphen en meester Schalkwijk. In de oorlog werd de school ingenomen door de Duitsers dus het was zwerven door Soest om zo nu en dan tóch les te krijgen. Op een gegeven moment kwam hij na een zangrepetitie uit de Mariakerk toen ze werden omgeleid door de Duitsers; toen ze bovenaan de Wilhelminalaan waren bliezen de Duitsers de villa “De Viersprong” op als represaillemaatregel.
Later naar de ambachtsschool in Amersfoort (machinebankwerker). Hij ging vaak om met Jan en Kees Beijer en Gerard Roest.
track 2
Na school naar PHILIPS telecommunicatie in Hilversum waar werd voortgeborduurd op de kennis van de Duitsers. Tot de VUT (op 55-jarige leeftijd) bij PHILIPS gebleven en zijn hele werkende leven via avondschool bij blijven leren. Ze maakten onder andere ook knijpkatten en radiootjes.
Je kon gratis studeren. Kees is tot de huidige leeftijd nog steeds leergierig. Op de eerste dag kwam al iemand van de Katholieke arbeidersbond langs en Kees is zijn hele leven lid gebleven.
Kees werkte in de laatste jaren bij kwaliteitsbeheersing.
Track 3
Getrouwd met Ans Beijer, een vriendin van zijn zus. Elkaar gevonden bij de Instuif in het St Jozefgebouw. (Ans vult hier Kees aan). Zij vertelt over de “roosjesavond” op woensdag.
Twee kinderen (Peter en Wenda) werden geboren op Koninginnelaan 55 dat ze zelf hebben gebouwd op de geboortegrond van Kees. Kees vertelt over zijn vader (aannemer, samen met zijn broer Kees). Die broer is aan zijn arm geopereerd door een chirurg die later de beul van Kamp Amersfoort werd.
Track 4
Kees vertelt over zijn hobbies: zeilen, voetballen (BDC en VVZ), volleybal, schaatsen en motorfietsen. Zijn eerste boot was een tiptank van een vliegtuig. Daarna een aantal boten vanaf casco zélf afgebouwd. Op een gegeven moment heeft hij zelfs een Zweedse wereldkampioenboot gevaren. Daarnaast heeft hij 30 jaar de Nijmeegse Vierdaagse gelopen.
Kees rijdt nog steeds op een motorfiets en zijn oudste aankoop was een Engelse motorfiets uit 1943 die hij in onderdelen kocht en zelf in elkaar heeft gezet. Kees zat bij de vrijwillige bedrijfsbrandweer bij PHILIPS. Hij moest examen doen bij de bekende Soester brandweerman Groart en werd later bevelvoerder.
Ook heeft Kees meegewerkt aan het oude toren-uurwerk van de Petrus en Pauluskerk dat achter de ingang van museum Oud Soest staat. Daar is heel veel onderzoektijd in gaan zitten. Helaas zitten er vaak a-technische mensen aan het uurwerk en dan gaat het fout.
Track 5
Kees’ vader heeft in de oorlog op vliegveld Soesterberg gewerkt en hij smokkelde regelmatig een jutezak strooizout mee. Kees en zijn zus moesten dat zout schoonwassen en malen. Het zout werd tegen een geringe vergoeding verkocht. Hij vertelt over het lastige dilemma voor zijn vader toen die vrijwillig is gaan werken in Duitsland als metselaar in Neuss. Hij kon vanuit Duitsland soms haver opsturen. Het was misschien niet zo’n mooie keuze van hem maar hij wilde voor zijn gezin opkomen. En als je tewerk gesteld werd moest je granaten gaan draaien. Zijn vader had pastoor Smit gevraagd of die een oogje in het zeil wilde houden maar die is nooit geweest. Standsverschil waarschijnlijk.
Kees’ vrouw Ans vertelt dat pastoor Smit, na twee jaar huwelijk, wél bij haar ouders (Adriaan Beijer) is geweest met de vraag of er nog kinderen kwamen. Haar moeder is daarop naar Kevelaer gegaan en heeft er een kaars opgestoken. Resultaat: tien kinderen achter elkaar. Daarna is ze weer naar Kevelaer gegaan om de kaars uit te blazen!