Joop (2 augustus 1933) was de derde in het ouderlijk gezin met 9 kinderen. Na overlijden moeder (Reiniera van Dorresteijn), na bevalling negende kind in 1949, is vader hertrouwd, met nog 3 kinderen, die Joop als volledige broers en zussen beschouwt. Geboren op Beukenlaan 2, daarna verhuisd naar Beukenlaan 24b. Het leven speelde zich af in de keuken rond het petroleumstel. Moeder schuurde de klompen. Vader was schilder Janus Gros met vijf schilders in dienst. Ze hadden ook een spuiterij. Ging lopend naar de Bonifaciusschool, onderwijzers Van Hattem, Kerkhoff, Van Elmpt, Taris. In de oorlog kwamen de Duitsers in de school. Kregen les in een oude schaapskooi aan de Lange Brinkweg. Later nog bij de nonnen op de meisjesschool. Daarna naar de ambachtsschool aan de Leusderweg in Amersfoort, richting schilder. Werkte eerst twee jaar bij zijn vader. Ze schilderden nieuwe woonwijk in Baarn. Met de bakfiets bracht Joop daar de spullen naartoe. Hij kwam vaak bij Henk van Asch aan de overzijde met zijn vrouw tante Aal Kok. Ging hier later werken als chauffeur. Bep van Asch leerde ons rijden. In 1953 lichting 4 ging hij in militaire dienst. Werd chauffeur van een centurion-tank. Werd korporaal en de tank stond op zijn naam. Moest 1 maand extra nadienen omdat er spullen uit de tank verdwenen waren. Daarna werd hij chauffeur bij Hoksbergen (later Centropa). Meestal rijden naar Zwitserland en Italië. Hij vervoerde spullen voor Van Heugten en Steef van Heugten vroeg of hij voor hen kwam werken. Dat heeft hij bijna 30 jaar met plezier gedaan, altijd in een scharlakenpak. Zijn vrouw werkte bij kruidenier Mets.
Track 2
Met z’n 59-ste kon Joop in de VUT. In 1963 getrouwd met Riek Rademaker, zus van zijn vriend Henk Rademaker. Eerst ingewoond bij schoonouders (Bart Rademaker) aan de Eigendomweg, later op een mooie flat aan de Varenstraat 72. Een zoon en een dochter gekregen. Vervolgens via Van Breukelen een casco-woning gekocht aan de Van der Weidenstraat. Met veel hulp is deze afgebouwd. Via een deal met Wim Hilhorst van de RABO-bank kon hij een hypotheek afsluiten. Zestien jaar later via Gerard van de Grift een kavel gekocht aan de Groenling. Daar 23 jaar gewoond in “de diervriendelijkse tuin van de wereld”. Daarna naar de Jachthoorn. Vrijwilligerswerk bij de Petrus en Pauluskerk gedaan. Onder andere bouwrijpmaken van het Stiltecentrum. Werkt nog altijd op de begraafplaats aan de Dalweg. Ook jaren twee keer per week op het kerkhof van de Caroluskerk in Soesterberg gewerkt. Veel snoei- en knipwerk. Is ook streetmaster (houdt de buurt schoon). Zijn geheim over gezond blijven? Luister take 4. Maar... een borreltje moet je nemen en met roken is hij al veertig jaar gestopt, na een weddenschap met zijn vriend Henk Rademaker.
Track 3
Was bij de verkennerij Don Bosco. Heeft later luikjes uit gebouw Trein 8:28 geregeld, omdat ze steeds werden ingeschoten. Joop gaat graag kaarten (kraken, klaverjassen). Vroeger vaak in De Kuil met o.a. Jan van der Lugt. In de oorlog gingen ze naar de gaarkeuken. Op de terugweg schuilen voor de bommen. De ruiten klapten eruit. Vader had een illegale radio, verstopt in een keukenkast. Ze wekten zélf stroom op via een lange stok rondom een koperdraad. Hij moest buiten op de uitkijk staan. Geregeld vielen Duitsers binnen die het huis doorzochten. Ze sliepen geregeld in de (schuil)kelder. Vochtig en koud. Ze sliepen tegen elkaar aan. Vanwege de vliegtuigen (2 maanden?) geëvacueerd naar Onderdijk (Noord-Holland) bij de familie Duding. De rest van het gezin zat bij de familie Sijm. Vader ging met broer graan halen met de bakfiets bij Zwolle. Staat met zus op foto bij een op een huis neergestort vliegtuig op de Verlengde Talmalaan op 6 maart 1942. Bij de bevrijding ging moeder met paard en wagen door Soest. Ging regelmatig hout halen in de bossen richting de vliegbasis. Op een gegeven moment hadden de Duitsers al hout voor ons klaargelegd. Bij Den Dolder haalden ze restanten van cokes op. Joop heeft nog een doosje “Barok” surrogaatsigaren. Vader verbouwde tabak en verkocht zelfgemaakte sigaren. Vader ging regelmatig “hier en daar“ naar toe ’s avonds. Maar daar mocht je nooit wat over vragen. Moeder zorgde er toch voor dat we altijd netjes naar school konden. Zoveel kinderen... een vrouw constant zwanger, daarvoor leven we niet. Ik stond erbij toen mijn broertje Theo in 1947 overleed, doordat hij een ketel kokend water over zich heen trok. Twee jaar later, toen moeder na de bevalling van (opnieuw) Theo overleed, is de eerste Theo aan het voeteneind van zijn moeder herbegraven. In Goteburg is hij in 1968 uitgenodigd via Van Heugten bij het WK schaatsen, waar Kees Verkerk wereldkampioen werd. Hij moest de vrachtwagen goed zichtbaar voor het stadion parkeren uit publiciteitsoogpunt.