Evert Akkerman de petroleumventer

Evert Akkerman de petroleumventer.

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

Bakkersfamilie Van den Oord voor hun winkel aan het Kerkpad. (1925)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

10 jarig bestaan van rijwielhandel en autoverhuur Klomp. (1935)

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Firma A. Benning aan de F.C. Kuyperstraat.

Wandel- en Rijwielkaart. (1938)

Wandel- en rijwielkaart. (1938)

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels

Valkenet, smidse, winkel in haarden en kachels 1935

Patatautomaat Koninginnelaan

Patatautomaat Koninginnelaan jaren '60

Noodsupermarkt Overhees

Noodsupermarkt Overhees 1976

Bevrijdingsoptocht 1955

Bevrijdingsoptocht 1955; wagen Gymnastiekvereniging Olympia

Menu

Bartolotti van den Heuvel, Jacoba Victoria

Uit Utrechtse Biografieën "Het Eemland 1"; levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Eemlanders.uit 1998

JACOBA VICTORIA BARTOLOTTI VAN DEN HEUVEL
(1639-1718)
een veelbesproken vrouw

auteur:  A.M. Reichgelt

Jacoba Victoria Bartolotti van den Heuvel werd op 30 oktober 1639 gedoopt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Haar ouders waren Guillelmo Bartolotti en Jacoba van Erp. Door deze laatste waren de Bartolotti's verwant met families als Hooft, Baeck, Van Baerle en Huygens, bekende namen van de Muiderkring. Naast Jacoba Victoria werden nog zeven kinderen geboren. Op 12 juni 1686 huwde zij in Sloterdijk de Amsterdamse burgemeester Coenraad van Beuningen. In 1693 werd Jacoba Victoria weduwe. Zij overleed op 22 oktober 1718 in Den Haag en is begraven in de hervormde kerk in Soest.

Haar grootvader had oorspronkelijk Willem van den Heuvel geheten. Hij had de naam Guillelmo Bartolotti aangenomen wegens een legaat van een oom van Lombardische afkomst. Zijn zoon, de vader van Jacoba Victoria, noemde zich eveneens Guillelmo Bartolotti. Met hem verschijnt het geslacht Bartolotti op het Soester toneel. In 1653 kocht hij 51 morgen 'heet ende stuijffvelden gelegen bij Soest aende hooghe Birck'. De buitenplaats werd Heuvel en Dael genoemd, een verwijzing zowel naar de reliëfrijke omgeving als naar de oorspronkelijke familienaam. Een jaar later richtte Guillelmo Bartolotti zich met een verzoekschrift tot de Staten van Utrecht. Om de buitenplaats te beschermen tegen het stuifzand door het planten van abelen of andere snel groeiende bomen had hij een stuk openbare grond nodig. Uit het stuk blijkt dat met de bouw van het huis en de aanleg van de ‘plantagie' al begonnen was. Misschien stond er al een huis of boerderij en is sprake van een verbouwing. De kaart die was toegevoegd geeft een goede indruk van de buitenplaats. Verder is er een inventaris uit 1664 waardoor we goed geïnformeerd zijn over de indeling van het huis en de inrichting. Deze inventaris is opgemaakt bij het overlijden van de moeder van Jacoba Victoria. Vader Guillelmo was zes jaar daarvoor al overleden. Op de inventaris komen onder meer voor een clavecimbel en een karos met gouden en zilveren wapens. Moeder Jacoba van Erp speelde clavecimbel en haar spel wordt door Vondel geroemd. Het geheel maakt de indruk op een Iangdurig en comfortabel verblijf in de zomer ingericht te zijn. In Amsterdam woonde de familie Bartolotti in het kapitale 'Bartolottihuis’ aan de Herengracht. Haarstedegeldkohieren van 1703 en 1719 leveren aanvullende informatie over de buitenplaats. Die bestond toen uit het huis met drie haardsteden, orangerie, poortgebouw, bouwhuis en twee daglonershuisjes aan de oost- en de westkant. Op de kadastrale minuut van 1832 is van de buitenplaats met de bijbehorende formele tuinaanleg nog veel te herkennen.

Jacoba Victoria had een voorliefde voor de Soester buitenplaats van haar familie. Vanaf 1680 woonde ze dan ook niet meer op de Herengracht, maar huurde een huis in Amsterdam. Ze richtte zich steeds meer op Soest en het valt op in de stukken van het dorpsbestuur van die tijd dat ze een toenemende bemoeienis had met de dorpsaangelegenheden en veelvuldig van doen had met schout en schepenen van Soest. Daarbij gaf ze blijk van een grote zelfstandigheid en zakelijk inzicht. Zo trof ze met het dorpsbestuur een regeling tot verdeling van de kosten die waren gemaakt in verband met inkwartiering van krijgsvolk in 1674, ten tij de van de oorlog tegen Frankrijk. In 1681 had ze 'tot hare huyse versocht het gantsche Gerecht [schouten schepenen] van Soest om met deselve in accoort te gaan, over het Logijs gelt'. Ze zou voor twaalfjaar aan deze belasting vrijgesteld worden. In ruil daarvoor nam ze op zich een veerhuis annex herberg aan de Kleine Melm aan de Eem te laten bouwen en te exploiteren. Het dorpsbestuur was dit wel wat waard ‘overmits het tegenwoordigh een ijdel en leedigen plaets is'. Men hoopte dat hier wat bedrijvigheid zou ontstaan. Wel werd bepaald dat de herbergier te goeder naam en faam bekend moest staan. Hij moet zich 'behelpen' met de gaande en komende reizigers. Het dorpsbestuur vreesde kennelijk verloedering. Speelde misschien hierbij de reputatie van de eigenares een rol? Het veerhuis is na de kerk het oudste gebouw in het huidige Soest. Op het veerhuis vormen de muurankers het jaartal 1681.

In Amsterdamse regentenkringen en aan het stadhouderlijk hof had Jacoba Victoria de reputatie van femme fatale opgebouwd. Bij twee gelegenheden had ze op het laatste moment huwelijkskandidaten laten zitten. Constantijn Huygens, zoon van de dichter en een neef van Jacoba Victoria, secretaris van stadhouder Willem III, wist de nodige roddels over haar te vertellen in zijn Journaelen en de gezelschappen waarin hij verkeerde. Zo zou een van haar aanbidders zich, na een twist met haar, doodgeschoten hebben. De onuitputtelijke Huygens weet verder te melden dat Hans Willem Bentinck, die hoog in de gunst bij de koning-stadhouder Willem III stond, hem in 1689 vertelde 'dat [hij] van veel luyden had hooren seggen dat Jacoba Bartolotti bij Wijnbergen [misschien Sybert van Wynbergen, heer van Oldenaller] een kindt had'. En verder 'dat Berck [misschien Carel Alexander van, avonturier en korte tijd consul in Algiers] by haer oock geslapen slapende soo hij seyde, in haer antichambre'. Huygens had zelf trouwens ook een reputatie op het gebied van liefdesavonturen op te houden. Zo merkte Willem III eens tegen zijn secretaris op: `Zeelhem was heer van Zuilinchem] jij bent soo een galant, je hoort se eens te gaan besoecken'.

Vanaf 1682 streefde Jacoba Bartolotti kennelijk een huwelijk na met de Amsterdamse burgemeester Coenraad van Beuningen. Uit de Journaelen komen we hierover het volgende te weten. In dat jaar was er een jachtpartij vanuit Soestdijk, het buitenverblijf dat Willem III enige jaren daarvoor gekocht had. Huygens, als altijd in het kielzog van zijn heer, was door Jacoba Victoria bij die gelegenheid voor een eten uitgenodigd. Hij maakte bij dat bezoek een wandeling met haar. Het gesprek kwam op Van Beuningen. Huygens, die zich liet voorstaan op zijn kennis van wat er zoal speelde in de hogere kringen, gaf te kennen dat hij het nodige wist over haar relatie met de Amsterdamse burgemeester en dat `sy een sottin van haer soo te laten amuseren, daer Mme d'Alonne [zijn huishoudster] recht uyt seyde dat [zij] engagementen met hem had'. Op haar vraag wat hij daarvan wist werd hij ineens minder mededeelzaam. Hij beriep zich op zijn goede vriendschap met Van Beuningen, ging op de vaderlijk-vermanende toer en vroeg of ze zich realiseerde hoe oud zij en de door haar begeerde partij al waren. Als we Huygens moeten geloven werd het haar op dat moment allemaal teveel. Ze zei dat het een 'fataliteit' was, hurkte bij een boom neer en barstte in snikken uit. Die 'fataliteit' lijkt toch niet waarschijnlijk waar nog twee mededingsters in het spel waren. Van Mme d'Alonne kocht ze de aanspraken af. De ander was kennelijk geen serieuze kandidate.

In 1686 traden de 46-jarige bruid en de 64-jarige bruidegom in het huwelijk. Over de motieven van Jacoba Victoria, die in het verleden van zoveel zelfstandigheid blijk had gegeven, om met een bijna twintig jaar oudere man te trouwen kunnen we slechts speculeren. Hoewel hij een schitterende staat van dienst had als staatsman en diplomaat onder Johan de Witt en Willem III, was zijn reputatie op het gebied van de liefde niet beter dan die van Jacoba Victoria. Als het om zijn invloed en geld te doen was moet ze bedrogen zijn uitgekomen. Geestelijk takelde Van Beuningen snel af en zijn politieke rol was uitgespeeld. Jacoba Victoria klaagde over de behandeling die ze van haar echtgenoot moest ondergaan en over het feit dat hij het deel van haar goederen 'met sijn malle concepten verloren had'. Met die 'concepten' zullen zijn weinig gelukkige speculaties in aandelen in de VOC bedoeld zijn waarmee hij zijn vermogen verkwistte. In dezelfde tijd ontwikkelde hij religieuze waanideeën over het einde der dj den. Hij werd door iedereen, inclusief zijn vrouw, in de steek gelaten. In 1688 werd hij onder curatele van zijn vrouw en zijn naaste verwanten gesteld. Jacoba Victoria verkocht het huis in Amsterdam en ging permanent in Soest wonen. Toen Coenraad drie jaar later overleed, zag Jacoba Victoria af van de nalatenschap (lees schulden) van haar echtgenoot.

Zelf overleed ze in 1718. In de hervormde kerk in Soest bevindt zich nog haar rouwbord. Het bevat het alliantiewapen Van Beuningen-Bartolotti van den Heuvel en de kwartieren der betovergrootouders van vaderszij de met een weduwenkrans om het wapen. Nakomelingen in rechte lijn waren er niet. In 1735 werd het als ‘plaisante buitenplaats' omschreven goed namens de vier erfgenamen getransporteerd aan Joachim Swart. In 1759 verkocht zijn weduwe de 'vervallen buitenplaats Heuvel en Dal'.

Nogal wat schrijvers, van tijdgenoten tot twintigste-eeuwers, hebben hun mening over deze omstreden vrouw gegeven. Opvallend is het vrij milde oordeel dat de negentiende-eeuwse predikant en geschiedschrijver van Soest, Ds Bos, over haar heeft. Dit in tegenstelling tot de op schandaaltjes beluste tijdgenoot Constantijn Huygens jr en latere schrijvers As Leonhardt en Hepp, die een hard oordeel over haar vellen. Volgens haar tijdgenoot L. Saen zou de krankzinnigheid van Coenraad van Beuningen veroorzaakt zijn door het losbandige gedrag van zijn vrouw. Bos erkent de verdiensten van Van Beuningen als staatsman, maar meent dat het onbillijk is de schuld van het mislukte huwelijk alleen op Jacoba Victoria te werpen en dat ze het nodige van haar echtgenoot te verduren had. Anderzijds hoeven we ons over de behandeling van een geesteszieke in de zeventiende eeuw weinig illusies te maken.

Archivalia
GA Soest, Manuscript Ds Bos, Oud-archief, HUA, Transportregisters van Soest, Kadaster

Literatuur
- P. v.d. Breemer, "Heuvel en Dael" later "Vosseveld", Van Zoys tot Soest 12 (1991- 2) 4,10-12,13 (1992-3) 1,14-15 en 2,13-14
- J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam (2 dln., Haarlem 1903-1905)
- E. Heupers, 'De herbergh op de Nieuwe Melm', Maandblad Oud-Utrecht 38 (1965) 50-54
- G. Leonhardt, Het Huis Bartolotti en zijn bewoners (Amsterdam 1979)

Contact

Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest




De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.

Word lid

Lid worden van de Historische Vereniging Soest-Soesterberg.

Lid worden

Sponsor

Historische Vereniging Soest / Soesterberg is mede mogelijk gemaakt door:

Reto