Dit artikel was opgenomen in het blad "Oud-Utrecht" in augustus 1959
In de loop der tijden zijn aan de hervormde kerk te Soest, in de volksmond de Oude kerk, en de toren diverse malen restauratie en herstelwerkzaamheden verricht. Na de verbouwing en herstellingen in het jaar 1685 van kerk en toren, kregen de klokken in de toren een grote schoonmaakbeurt en werden zij grondig nagekeken.
Een bewaard gebleven „Bestek van 't Verhangen van de Klokken etc , " tot Soest, in dato den 6e July 1685, [1] vermeldt:
,,In den eersten sal den aanneemer de Kloeke op wijnden ende op stryeken setten om de raden ofte breecken met de Assen van de kloeken of te halen ende te maecken met drooge eicke stukken daer aen te maecken lang ende swaer na behooren ende het ijzerte laten vermaecken idem".
Beide klokken moesten zodanig worden opgehangen, dat de grote klok met twee man en de kleine klok door één man kon worden geluid: „ende soo danig sal den Aanneemer de kloeken hangen dat de groote kloek bequamelick met 2 man kan worden geluyt ende de Cleyne kloek met één man". Verder moest het „belfruyt ofte stelwerk daer de kloek op ende tussen hangen repareren ende verstewijger". (lees: verstevigen).
„Belfruyt" is hier nog een stellage, waaraan de klokken waren opgehangen; later veranderde Belfruyt of Belfroid in „Belfort" een verbastering van het woord, dat langzamerhand de betekenis kreeg van klokketoren.
Niet alleen het verhangen van de klokken en het repareren van de stellages waarin deze hingen vroegen de aandacht, doch ook de klokken of één er van was niet in al te beste staat, zodat vernieuwing en vervanging van althans één der klokken dringend nodig was.
De toenmalige burgemeester Gerrit Willemsz de Ruich, brengt in het jaar 1696, rekening en verslag uit „tot het vergieten van d'eene Clock".
Uit de oude bewaard gebleven stukken, blijkt dat de klok in de nabijheid van de kerk, zeer waarschijnlijk op het kerkhof werd gegoten. Een gebruik dat al bestond sinds de middeleeuwen. Het werd gedaan door rondtrekkende klokkegieters. De klokkemaker en zijn knechten groeven daarvoor een gat in de grond, dikwijls op het nabijgelegen kerkhof. In het gat werd een bakstenen kern aangebracht, die met leem werd bestreken. Over de kern werd een lemen stulp geplaatst, gemaakt van hoepen, leem, vlas en hennep. De opening tussen kern en stulp had de vorm van de toekomstige klok. Vervolgens werd het gat weer dichtgegooid en werd er een oven bovengebouwd, met een lemen pijpverbinding. Hout, turf en takkebossen werden aangevoerd en waren nodig voor het stoken van de oven. De oude klok werd stukgeslagen en leverde zo de benodigde grondstof, soms werd nieuwe klokspecie aangevoerd en ter plaatse met de oude vermengd en gesmolten. Zodra de klokspecie de vereiste temperatuur had werd de afsluitdop van de lemen pijp getrokken, de specie kwam in de ruimte tussen kern en stulp en stolde daar. Na afkoeling behoefde men alleen nog de stulp stuk te hakken om de klok omhoog te kunnen hijsen op de begane grond [2] .
Na deze korte uiteenzetting is er weinig fantasie voor nodig, in de hierna volgende afrekening van burgemeester De Ruijch het hele proces van het gieten van de klok te kunnen volgen.
VOLGHT ALHIER D. UYTGAVE JEGENS DEN VOORGESCHREVEN
ONTFANGH GEDAEN.
1696
Den 24 february betaelt voor was en smeer lot het maaken
vande vormen om de kloek te vergieten gebruyekt ƒ 10-15-.
Denzevenden dito nogh betaelt voor twaalf pont vlas ten fine
voois gebruyekt „ 6-.-.
Nogh betaelt voor (lees vlas) Vloch ,, -5-8
Item nogh voor hennip „ 1-.-.
Alsmede nog voor koehaar
Den 10 Maert betaelt aen Marritjen otter voor duysent moppen
de somme van ,, 10-.-.
Den 13 dito betaelt aan Abraham Levi voor Tin en Cooper
de somme van ,. 28-17-8.
Den 20e maert betaelt aen Jan Tonisse voor legge van hoepen
om de vorm vande kloek (niet leesb.)
Den 29 dito betaelt aen huybert Elbert kool voor gelevert
branthout tot het Gieten van de kloek gestookt de somme van „ 66-9-.
Densclven dito betaelt aen Jacob Hacken voor geleverde Tackebossen
ten eynde als bossen gestoockt „ 5-.-.
Op dato nogh betaelt aen Barent hendricksz voor een reys
nae dien Omdat hij de klockgieter hantreykinge heeft gedaen
('samen de soe van „ 17-.-.
Dito betaelt aen Thonis Jansz voor decken en „ 2-.4.-.
Dito betaelt aen Hendrick gijsbertse boon voor 4 pont speek
tot de kloek gebruyekt „ 1-.2-8.
Den zelven dito betaelt aen Hendrick Bosch voor branthont
tot de kloek versloockt, de somme van „ 34.-.-.
Dito betaelt aende Weduwe van Evert Valck voor gelevert
branthout en gedaene verteringe t samen de some van ,, 17-18-.
Dito betaelt aan Gerrit Lamberts/, de Goyer twee voeder turf
mede eenigh hooy, alsmede tot de Clock gebruyekt, de some
van „ 7.-.-.
Dito nogh betaelt aen Corn reymers voor oly en eyeren ten
eynde als voors gebruyekt ,, 2-2-8.
Den 29 Maert betaelt aan Jacob de Backer voort helpen halen
van 5 vrachten hout van de melm „ -11.-.
Den 2 April betaelt aen Cornelus Meeusen voor vijf vrachten
hout „ 2.-.-
Den 6en april betaelt aen rever Buyser voor twee hondert hout
de clock Vstoockt, de some van ,, 6-.10-.
Den 17 february betaelt aen direkjansz Duyt voor drie duysent
goudse steen gebruickt tot de oven om de kloek te Vgieten „ 12-.-.
Den 10 may betaelt aen geertjens Harmens voor gelevert yserwerk
tot de kloek de somme van „ 13-10-
Den 12 dito betaelt aen peter direks Smits voor het vermaken
van de klepel „ 5-10-
Den 11 dito betaelt aen Lambert Lubberts voor arbeytsloon
omtrent t' klockgietcn soo van leemgraven als andere verdienst
„ 1-16-
Den selven dito betaelt aen rutger peckel voort Ver Gieten
van de kloek, en voor hondert 150 vijftige pont geleverde
Specie ,, 365-.-.
Den 15 may betaelt aen Jan Franssen voor het uythaelen
ende inbrengen van de clock inde Toorn en voor het op
en toemaken van de zolders ,, 22-.-.
Den 25 July betaelt aen heyltgen Tonis voor geleverde tinne
schotels tot de clock de somme van „ 3-16-.
Den 30e Augustus betaelt aen hendrik Jans Bosch voor geleverde
hout en spyekers tot de kloek de somme van „ 3-16-
1697
Den 18 January betaelt aen de couranten voor het drucken
inde Couranten dat tot Soest soo veel klockspecie te koop was
de somme van „ 1-4-
Den 3 february betaelt aen Jacobus mouton voor de ontgron-
ding van twee voer turf tot de clock gebruyekt ,, -10-
Den 25 dito betaelt aen Evert meeusen voor de verhoginge
en nieuwe specie van de voors twee voer turf „ 1--
Den 9e may betaelt aen Thonis Jansz voor vier hondert
moppen steen „ 1-16-
Den 24 february betaelt aen arien over Eem voor
verteringe met de klockgieter gedaen, doen wy tot
Amersfoort waren om om vlas, steen en te coopen
en met Jan Jansz te spreken „ 4
1696
Den 13 maert betaelt als voor Verteringe gedaen bij de
Clockgieter ook zijn vrouw en soon nevens twee
gecommitdens de somma van „ 3-10-
Betaelt aen den Secretaris Cramer voor de Copie
autentyck van 't accoort met de klockgieter en
Zegel tot Soest get „ 2-2-.
Nogh betaelt toen de mand mand en het koehair
tot de kerk is gebracht als ende aan huyberts voort
gaen tot Amersfoort samen „ -14-
den uijtgift bedraegt f 656-1-0.
Den ontfang desen Reeke bedraegt de somme van ses hondert negen guld dertig St. vier penn e ende den uitgaeve ses honderd vijf en vijftig guld vier st welcke jegens den anderen ---- sijnde werd bevonden den Rendant meer uytgegeven als ontfangen hebben de somme van vijff en veertig guld seven st twaalff penn. dus 45-7-12.
Aldus gehoort gereeckent ende geslooten bij Burgeme ende gereghten van Soest
Utregt presentie geeft deus ten overstaen van de hr Stadhouder Michelet naer voorgaende pris ende affixie van Bilette lenende getst. tot Soest uit Raethuys op huyd den 27 September 1697
Michelet jaar 1697
Gerrit Cornells Cornells Ryersz van Altena
Hendrik kus die hoogh
Aart huybersen Hilhorst
gemerekt bij gerrit lambert de gover
Peter Cornells maat
Cornelis Meeusen bouman
Ryck Jansz gerrit tomasse
Jacob Staal Gerrit Willemsz de Ruich
my present
Cramer
sub secret [3]
Voor het werk kon worden uitgevoerd werd een geldinzameling gehouden voor het gieten van de klok onder de leden van heersende kerk. „Burgemeester Gerrit Willems/ de Ruych houdt reekening van soodanighen ontfangh en de uitgave als hij gehadt en gedaan heelt, tot het vergieten van d'eene Clock".
Eerst verantwoordt hij een bedrag van ƒ 592-18-4, vijfhondert tweeen negentig gulden, achttien stuivers en vier penningen, zijnde liet surplus reëel en personeel van het overgegaderde mergengelt over de jaren 1692, 1693 en 1694. Mergengelt was een soort belasting, aan de grond gebonden; het best te vergelijken met de tegenwoordige grondbelasting.
Onder „den ontfangh" stond een gift genoteerd: Mevrouw Eeringh, dat zij gegeven heelt tot het vergieten vati de Clock / 12-10-. Aaltje moer tot Amersfoort schonk ƒ 3,— voor hetzelfde doel.
De desbetreffende rekening vertoonde een tekort van ƒ 45-7-12. hetwelk blijkbaar ten laste kwam van de gemeente Soest, doch niet eerder werd geaccepteerd, dan nadat een tweetal posten werden afgevoerd, die geen genade kon vinden in de ogen van de vroedschap.
Het uitstapje van Arien over Eem voor verteringe met de klockgieter gedaen, toen zij naar Amersfoort waren geweest om vlas en stenen te kopen en één en ander met Jan Jansz te bespreken werd doorgehaald met een forse streek van de ganzeveer. De post onder de uitgaven staande en gedaan door twee gecommitteerden, die met de klokgieter, „sijn vrouw en soon Verteringe hadde gedaen", werd ook geannuleerd.
De klok die op bovenomschreven wijze werd gegoten heeft schijnbaar geen lange levensduur gehad, want op 6 maart 1709 deelt een kerkmeester het gemeentebestuur mede, dat de kleine klok is gebarsten en geen geluid meer geeft. Na overleg komt men eindelijk tot een accoord mt de beroemde klokkegieter Claas Noorden te Amsterdam. Volgens de notulen komt genoemde klokkegieter in de gerechtszitting en ,,is met denzelven wijdlopig geraissoneerd en gesproken en de klok hem aanbesteed en accoord gemaakt". Deze klok werd te Amsterdam gegoten en woog 1669 pond. De gebarsten klok wordt tegen behoorlijke prijs ingeruild, zodat „die van den Geregte aangenaam bevonden en de gecommitteerden voor hun moeiten hartelijk bedankt".
De aanvoer van het benodigde materiaal voor het vergieten van de klok geschiedde per schuit of boot, daar in de rekening wordt vermeld, dat hout en takkebossen moesten gehaald worden van de Melm. Hier wordt waarschijnlijk de kleine Melm, de bekende losplaats aan de rivier de Eem, mee bedoeld als de dichtstbijzijnde en meest geschikte plaats voor het aanvoeren van het benodigde materiaal voor dit niet alledaagse karwei.
E. HEUPERS
NOTEN
[1] Oud-archief gem. Soest. no. 182.
[2] De gegevens over het gieten van klokken, op de wijze zoals boven vermeld, werden mij verstrekt door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, te Amsterdam
[3] Oud-archief gem. Soest. no. 183.
Historische Vereniging Soest/Soesterberg
Steenhoffstraat 46
3764 BM Soest
De Historische Vereniging Soest/Soesterberg heeft een ANBI-status.